Maandag examen? Foert, ik betoog mee'
Komt Facebook-generatie morgen massaal op straat voor eigen (financiele) toekomst?
‘Maandag examen? Foert, ik betoog mee'
© Bart Dewaele
Is de massabetoging van zondag tegen de politieke lethargie in ons land een opstoot van belgicisme of veeleer een uiting van onmacht en egoïstische motieven? ‘Examens of niet, niet op straat komen is geen optie.'
30.000 betogers. De vijf organisatoren van de nationale betoging, nu zondag in hartje Brussel, verwachten veel volk. Een beetje tot hun eigen stomme verbazing.
De bal ging enkele weken geleden aan het rollen met de creatie van de Facebookpagina No Government, Great Country. Ook via Twitter, Tumblr en verschillende blogs en onlinefora bereikte de oproep om te betogen in een mum van tijd een hoop mensen aan beide kanten van de taalgrens.
Alle camera's zijn morgen gericht op de spontaan gegroeide jongerenbeweging die de lethargie in de Belgische politiek aanklaagt. Want, verdorie toch: ‘Het politieke machtsspel, waarbij enkel koppigen en halsstarrigen kunnen winnen, is te ver gegaan.' Dat foeteren de initiatiefnemers in hun oproep om massaal, en in het wit, op straat te komen.
Examens
Maar twee dagen voor de manifestatie is er aan de VUB, waar twee van de initiatiefnemers studeren, niets van spanning te voelen. De campus in Etterbeek lijkt zelfs een beetje verlaten. Geen spandoeken, geen posters, geen flyers. Alsof zondag een dag als een andere is. De reden: examens.
‘Het is nu eenmaal blok', zegt de geschiedenisstudent Erwin Aerts. ‘Daarom is 23 januari een slecht gekozen datum om een betoging te organiseren die vooral de jeugd aangaat. Zelf heb ik op maandag een belangrijk examen. Maar foert, ik ga de straat op. Niets doen is geen optie.'
Enkele kilometers verder, aan de Franstalige zusteruniversiteit ULB, dezelfde gelaten indruk. ‘De vakantie is dit weekend begonnen', vertelt Gaëtan, een masterstudent economie. ‘Veel studenten zijn gisteren vertrokken op skivakantie. Misschien heb ik het mis, maar ik heb niet de indruk dat het hier echt leeft.'
Dat is ook het persoonlijke gevoel van mediaprofessor Alain Eraly (ULB). ‘De betoging is niet echt hét gespreksonderwerp. Toch is het opvallend dat, net omdat het een manifestatie is die de landstalen overstijgt, sommigen van mijn collega-professoren geneigd zijn mee te stappen.'
Blijft de vraag waarom mensen nu precies gaan betogen. De Antwerpse politicoloog Stefaan Walgrave ziet in dat opzicht grote gelijkenissen met de Witte Mars, die in 1996 de politiek ertoe opriep dringend werk te maken van de hervorming van justitie. Of met de mars in Brussel na de ‘mp3-moord' op Joe Van Holsbeeck, nu vier jaar geleden. Net als toen is ook nu de boodschap er een van onmacht, zegt Walgrave. Onmacht als ‘expressieve motor' van het gebeuren.
‘De mensen schreeuwen: “Regeer ons, leid ons!” Ze eisen dat politici weer politici zijn en in onze naam besturen. De betoging is één langgerekte schreeuw, zodat de machthebbers ons horen en weer met elkaar spreken. Het volk, en dat klinkt misschien heel filosofisch, kan niet langer tegen de ondefinieerbaarheid van deze situatie. Alles is beter dan wat er nu is. Zolang er maar “iets” is waar we de contouren van kunnen onderscheiden.'
Angst voor de toekomst
De Witte Mars? De studenten zelf maken liever de vergelijking met de woelige jaren zestig. Mei ‘68 en soortgelijke tot de verbeelding sprekende perioden. ‘Ook toen trokken de studenten aan de kar', zegt Nathaniël Bovin, een student politieke wetenschappen en hoofdredacteur van de studentenkrant De Moeial. ‘Net als veertig jaar geleden rust het initiatief nu bij de jongeren. En net als toen heeft het nu alle potentieel om uit te groeien tot een brede volksbeweging.'
De verbindende factor zou dan de angst om de toekomst zijn, vermoedt Walgrave. Meer specifiek: de eigen financiële toekomst, want daar draait het uiteindelijk toch om. Een beetje egoïsme dus.
Maar de betogers delen ook een zekere verontwaardiging. De manier waarop die wordt geuit, is volgens de politicoloog eigenlijk heel Belgisch. ‘België is, net als Frankrijk, een land van betogingen. Het aantal mensen dat ooit in zijn leven op straat komt, ligt extreem hoog in vergelijking met andere landen. Vlamingen zijn op dat punt zelfs nog hardnekkiger dan Walen. De manifestatie zondag lijkt daarom een uitdrukking van een Belgische identiteit: want op een typisch Belgische manier verwerpen we een typisch Belgisch probleem.'
De VUB-studenten zijn het daar absoluut niet mee eens. ‘Was de boodschap morgen belgicistisch gekleurd, dan deed ik niet mee,' verklaart de masterstudent Jeroen Vanderkinderen ten stelligste. ‘Het Belgisch nationalisme is geen haar beter dan het Vlaams-nationalisme. Beide zijn net de oorzaak dat de politiek voor geen meter vooruit gaat.'
Sommige jongeren vinden dat niet erg. En blijven om verschillende redenen thuis. ‘De oproep is te weinig inhoudelijk', zegt de student Ischa Lambrechts. ‘Je weet niet waarvoor je op straat komt. Bovendien is tijdsdruk nooit een goede raadgever. Ik heb liever dat de onderhandelaars hun tijd nemen om tot een goed akkoord te komen dan dat dit circus over enkele jaren opnieuw begint.'
Ook Laurent Maes, de voorzitter van het liberale LVSV Brussel en student aan de VUB, stapt niet mee op. ‘Als rechtsdenkende liberaal ga ik nu toch niet meedoen zodat de socialist Di Rupo zo snel mogelijk in het zadel komt?' Geruchten doen trouwens de ronde dat een klein legertje donkerblauwen zal meewandelen om op een bepaald moment spandoeken tegen de betoging uit te rollen. Naar het schijnt met de leuze: Meester, meester, de ketens komen los.
De manifestatie, die net na de middag start aan het Noordstation en dan richting Jubelpark gaat, is een initiatief van vijf jongeren met een soortgelijk profiel. Allen hoogopgeleid, mondig en goed vertrouwd met de sociale media. Bovenal dat laatste intrigeert Walgrave. ‘Tot voor kort kwamen sociale media boven op de massa-activiteiten, als extra kanaal om mensen te bereiken. Uniek aan morgen is dat de betoging via de sociale media bekendgeraakt is. Als de betoging een succes wordt, dan is dat een primeur voor België.'
Offer
Als. Want op een knop klikken om te melden dat je aanwezig zult zijn, is één ding. Volgens Facebook komen er 22.700 mensen. 25.600 twijfelen nog, 260.400 moeten nog antwoorden en 81.150 gebruikers zeggen resoluut neen. Daadwerkelijk opstappen vraagt een groter engagement dan een simpele muisklik, beseft ook Walgrave.
‘Het offer is groter. Een treinticket betalen, je vrije zondagmiddag opgeven en de week vermoeid aanvatten. Niet dat het gigantische enthousiasme op Facebook niet van tel is. Alleen: de kwantiteit van het protest is niet evenredig met de kwaliteit ervan.'
Daar moet de jeugd niet van overtuigd worden. Facebook en consorten zijn vrijblijvend, natuurlijk. Daarom dat de studenten teruggrijpen naar het klassieke betogingsrepertoire. ‘Een betoging zegt altijd meer. Omdat het een fysieke uiting van ongenoegen is', zegt de geschiedenisstudent Tijs Eerdekes. ‘Een oud middel? Dat zal dan wel. Maar net daarom zal de boodschap des duidelijker zijn.'
O ja, wat ze vinden van hun rector De Knop, die ook meeloopt? ‘Als hij meedoet, doe ik niet mee', zegt iemand anoniem. ‘Stel je voor dat je naast hem wandelt: wat moet je daar dan tegen zeggen?'
Bron: De standaard online, zaterdag 22 januari 2011
Auteur: Maarten Goethals , Foto's Bart Dewaele
Eigen mening:
Ik denk persoonlijk dat de betoging een uiting is van onmacht. Er liggen veel mensen in heel België wakker van de politieke versnippering die er heerst in ons land. Verder vind ik: ‘ Alles is beter dan wat er nu is. Zolang er maar “iets” is waar we de contouren van kunnen onderscheiden.' Een goede slagzin om achter te staan als je deel zult nemen aan de opkomst.
Verder weet ik niet dat de opkomst een groot succes zal kennen. Ik twijfel er aan of er veel jongeren aanwezig zullen zijn op de betoging, er zijn inderdaad veel mensen die melden dat ze aanwezig zullen zijn op facebook, het staat natuurlijk heel ‘cool’ dat je aanwezig zult zijn, maar effectief opdagen is nog een stap verder. Vele jongeren zijn niet op de hoogte van de ontwikkelingen die zich voordoen op politiek vlak of zijn er niet meer in geïnteresseerd. Toch zie ik dit initiatief meer als een teken geven van leven. Enkele jongeren laten merken dat de politieke onstabiliteit ze wel raakt en hopen zo druk uit te oefenen op de onderhandelingen. Mensen keren niet graag om het jaar terug naar de stemhokjes.
De sociale media heeft een grote rol gespeeld in de verspreiding en ik vind het wel verrassend hoe snel er op het initiatief is ingepikt. Verder denk ik niet dat deze betoging echter vergeleken kan worden met mei ’68, mei ’68 was veel grootschaliger en de impact ervan was veel groter dan het effect dat deze opkomst zal hebben. Ik denk niet dat we over 43 jaar nog zullen spreken over de betoging van 23 januari 2011. Misschien wel als het een groot effect zal hebben op de onderhandelingen maar op dit moment heb ik daar persoonlijk geen vertrouwen in.
|