Crimineel wil niet zeggen allochtoon
Crimineel wil niet zeggen allochtoon
BRUSSEL - Als allochtonen vaker betrokken zijn bij sommige vormen van criminaliteit, dan is dat omdat ze sociaal-economisch kwetsbaar zijn.
Gemeenten met een hoge criminaliteitsgraad zijn gemeenten met een hoge werkloosheidsgraad, met veel leefloners en alleenstaanden en met veel sociale huurwoningen. Met andere woorden, er is een causaal verband tussen criminaliteit en het sociaal-economische profiel van een gemeente. Dat bleek uit een analyse van de criminaliteit in België in de periode 2001-2006 (DS 6/12). De studie werd uitgevoerd door de universiteiten van Leuven en Gent.
Marc Hooghe, politicoloog KU Leuven, die aan het onderzoek deelnam, beschouwt de studie als een antwoord op die van sociologe-criminologe Marion van San.
Zij onderzocht in 2000 de criminaliteit onder stedelijke jongeren en stelde vast dat bijna één op vier Oost-Europese jongens in België betrokken zijn bij een misdrijf en dat Marokkaanse jongens tot 2,5 keer vaker op het verkeerde pad komen dan hun Belgische leeftijdsgenoten. Hiermee was de link tussen allochtonen en criminaliteit gelegd.
'Maar het is niet het 'allochtoon zijn' dat de criminaliteit verklaart, maar wel sociaal-economische achterstelling, vooral werkloosheid, die de verklaring is', aldus Hooghe.
'We hebben tal van verbanden onderzocht: hoe vaak mensen verhuizen, aantal vreemdelingen in een gemeente, zelfs het aantal kerkgangers. Het enige echt sterke verband was dat met economische achterstelling. Dit wil ook niet zeggen dat de werklozen verantwoordelijk zijn voor die criminaliteit. Uit criminologisch onderzoek weten we dat werklozen vaker het slachtoffer zijn van criminaliteit: ze hebben geen gestructureerde dagindeling en zijn dus gemakkelijker 'beschikbaar' als slachtoffer.'
Nochtans is er in onze gevangenissen een oververtegenwoordiging van allochtonen. Hoe kun je dat dan verklaren? 'Wij hebben enkel een onderzoek op gemeentelijk niveau gedaan, namelijk: waar zijn de criminaliteitscijfers het hoogste', zegt onderzoeker Wim Hardyns van de universiteit Gent.
'We keken naar welk verband het sterkste is en dat is met het sociaal economische gegeven. Er is ook nog een verband met het sociaal vertrouwen van de bevolking. Ik heb voor mijn doctoraat aan 2000 mensen gevraagd in welke mate ze vinden dat hun gemeente een hechte gemeente is, of ze veel vertrouwen hebben in hun buren, of ze sociale activiteiten met hen doen. Daaruit blijkt dat inwoners weinig sociaal vertrouwen hebben in gemeenten die gekenmerkt worden door sociaal-economische achterstelling. En dat ook die gemeenten een hoge criminaliteitsgraad hebben.'
'Maar het onderzoek zegt niets over wie de daders van die criminaliteit zijn, niets over de woonplaats van de daders en niets over de slachtoffers', zegt Hardyns. 'Het kan best zijn dat veel daders ook allochtoon zijn. De werkloosheidsgraad is bij hen ook erg hoog.'
Ook criminoloog Brice De Ruyver van de UGent vindt dat er geen tegenstelling hoeft te zijn tussen het onderzoek van Van San en van Hooghe. 'Allochtonen zijn sociaal-economisch kwetsbaar: ze hebben een lage scholingsgraad en worden geconfronteerd met een moeilijke toegang tot de arbeidsmarkt, ook voor wie wel gestudeerd heeft. De legale economie heeft deze jongeren weinig te bieden in vergelijking met de illegale economie.'
'Uit het onderzoek van Hooghe blijkt dat het sociaal-economische de belangrijkste link is met criminaliteit. Als we dus iets willen doen aan de sterke oververtegenwoordiging van allochtonen in bepaalde vormen van criminaliteit, dan moeten we werken aan de grote sociaal-economische achterstand van deze bevolkingsgroep. Deze omkering is belangrijk voor het succes van het integratieproces', aldus De Ruyver.
Blog DS, 07-12-2010 (Inge Ghijs)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|