Ik schrok mezelf rot van de groei in het aantal dieren.
Graag zou ik toch willen zeggen dat elke medaille twee zijden heeft.
Ik zou niet meteen willen zeggen dat zulke extreme groei voordelen met zich meebrengt. Het zorgt natuurlijk wel voor een groei in diversiteit binnen het Amazonewoud,
maar toch wil ik melden dat ik vrees dat veel van deze dieren in industriële omstandigheden zijn opgegroeid en een kleinere kans tot overleven hebben.
Volgens de theorieën omtrent erfelijkheid is het een algemeen feit dat een dier zichzelf kan beïnvloeden of aanpassen om te overleven in een biotoop. Hoewel het vaak ook kan gebeuren dat de omgeving het DNA of kenmerken van het dier ook weet te veranderen.
Deze veranderingen kunnen dan nadelen met zich meedragen: De diersoort wordt veel makkelijker zichtbaar of ze ontbreekt mogelijke kenmerken om makkelijker aan voedsel te geraken.
Wat mij gewoon opviel, was dat er nogal veel rare gevallen tussenzaten.
Een papegaai met een kale kop? Ik bedoel:
"Werk van de natuur?" of "Werk van menselijk vergif?"