Het eindverslag van de Interculturele Dialoog
Straatnamen die ethnische minderheden schokken, moeten worden verwijderd. De betaalde feestdagen moeten worden aangepast aan de multiculturele samenleving: Pasen, Hemelvaartsdag en Allerheiligen sneuvelen. De hoofddoek moet op school kunnen vanaf het vierde middelbaar en ook overal in de ambtenarij, behalve bij leger, politie en gerecht. De overheid én privébedrijven die overheidsaanbestedingen willen krijgen, moeten met tijdelijke quota voor etnische en culturele minderheden werken. Dat alles staat in het eindrapport van de Interculturele Dialoog, dat zopas werd aangeboden aan minister voor Gelijke Kansen, Joëlle Milquet (cdH) in bijzijn van Prins Filip.
Om na te gaan hoe de verschillende culturen in onze samenleving kunnen worden geïntegreerd, wilde het regeerakkoord van 2008 een "interculturele dialoog" op starten. Minister van Gelijke Kansen, Joëlle Milquet (cdH) werd daarmee belast.
Er kwam een Verslagcomité van 29 leden, dat vier doelstellingen moest realiseren:
- beleidsaanbevelingen formuleren;
- onder de vorm van "Rondetafels" debatten met de betrokken groepen organiseren om hun noden te kennen;
- een communicatiebeleid ontwikkelen om stereotypes over de minderheden weg te werken;
- de "best practices", die her en der van al toegepast worden, bekend te maken, zodat andere groepen ze kunnen overnemen.
Er werd gewerkt in commissies rond bepaalde thema's: onderwijs, werk, bestuur, e.d. Daarvan werden telkens aparte verslagen gemaakt, die niet openbaar zijn. Het Verslagcomité, dat volgens de twee voorzitsters, bestond "uit mensen met zeer verschillende opvattingen", maakte wel een syntheseverslag van wat de Commissies voorstelden en dat is wel openbaar. Het werd zopas overhandigd aan opdrachtgeefster Joëlle Milquet (cdH).
Marie-Claire Foblets, de co-voorzitster van het Verslagcomité, zegde dat de Rondetafels "een oefening in luisteren waren en niet de pretentie hebben om representatief te zijn". Ze beklemtoonde dat het rapport ervan uitgaat dat de meerderheid van de bevolking zich moet aanpassen aan de verzuchtingen van de minderheden, maar slechts voor zover die redelijk zijn. "Daarbij zullen bepaalde verworvenheden, die wij als definitief voor onze vrijheid ervaren, moeten worden herbekeken: de neutraliteit van de openbare diensten, het schrappen van religie uit burgerlijke zaken (vermoedelijk zoals dat in Engeland gebeurt, waar shariarechtbanken kunnen beslissen over allerlei burgerlijke aangelegenheden zoals echtscheiding, nvdr)…"
Centraal staat dat iedere discriminatie moet worden weggewerkt en dat de samenleving opnieuw moet worden gevormd. Foblets: "Waardoor vormen we een gemeenschap? Door elkaar te kennen en door gemeenschappelijke symbolen. Vanuit deze filosofie moeten we heel anders gaan kijken tegen onze geschiedenis en moeten de betaalde feestdagen worden herzien".
Foblets wil absoluut dat er een permanent opvolgingsorgaan van deze dialogen komt. Ze denkt daarbij aan de (Nederlandse) Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid.
Het rapport bevat twee minderheidsstandpunten: één van Edouard Delruelle, de adjunct-directeur van het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding; één van Naima Charkaoui, de directeur van het (door de Vlaamse overheid gesubsidieerde) Minderhedencentrum.
1. VOORSTELLEN
Welke voorstellen doet het rapport naar het beleid?
ONDERWIJS
* Het beroep van leraar moet worden geherwaardeerd en instellingen die er in slagen om meer leraars van andere culturen aan te trekken moeten daarvoor worden beloond.
* Culturele of religieuze overtuigingen kunnen geen redenen zijn om de leerplicht niet na te leven. Ook moet het onderwijs gemengd blijven: jongens en meisjes samen.
* Het leerplichtonderwijs moet gratis zijn en daarom moeten studietoelagen voor de meest kwetsbaren automatisch worden toegekend.
* De geschiedenis van de kolonisatie, de migratie en de verschillende vormen van discriminatie moeten een deel van het leerplan worden. Leraars moeten zich voor ons koloniale verleden excuseren.
* Vergelijkend godsdienstonderwijs, waarbij de leerlingen kennis krijgen van alle levensbeschouwingen, moet worden gepromoot.
* De godsdienstleerkrachten moeten een opleiding in België gevolgd hebben.
* Net zoals Frans en Engels tweede en derde taal zijn, moeten ook de talen van de belangrijkste culturele minderheden (Arabisch, Turks) door alle leerlingen gekozen kunnen worden op school.
* Levensbeschouwelijke tekenen (de hoofddoek, het keppeltje, de tulband) mogen vanaf het vierde middelbaar gedragen worden. Tot dan blijven ze overal verboden. In hogescholen, universiteiten en in het volwassenenonderwijs mogen levensbeschouwelijke tekenen niet verboden zijn.
Bij dit thema heb je twee minderheidsstandpunten:
- CGKR-directeur Edouard Delruelle meent dat scholen de mogelijkheid moeten hebben om altijd deze tekenen te verbieden.
- Minderhedencentrum-directeur Naima Charkaoui wil dat levensbeschouwelijke tekenen overal kunnen worden gedragen, zowel in het onderwijs als in de werksituatie.
* Het onderwijs moet rekening houden met de culturele en religieuze feesten van alle groepen. In Vlaanderen kan nu al vakantie worden genomen op deze feestdagen (Suikerfeest van moslims, Loofhuttenfeest van joden), in Wallonië nog niet. Dat moet veranderen.
WERK
* Om meer mensen uit minderheden aan het werk te krijgen moet de overheid werken met tijdelijke quota. Dan worden mensen uit ethnische en culturele minderheden bij voorrang benoemd, als ze dezelfde bekwaamheid hebben als een autochtone kandidaat. Ook privébedrijven die een beroep op aanbestedingen van de overheid willen doen, moeten dit tijdelijk quotabeleid volgen.
* Elke onderneming moet jaarlijks, bij het indienen van de jaarrekeningen, een overzicht van zijn personeelsbestand toevoegen. Ze zou ook moeten duidelijk maken hoe het staat met de diversiteit binnen het bedrijf.
* Anonieme sollicitaties (naamloos en zonder vermelding van nationaliteit of foto) moeten mogelijk worden in bedrijven met meer dan vijftig werknemers.
* "Redelijke aanpassingen" moeten ook voor culturele en etnische minderheden worden uitgevoerd. Momenteel verplicht de wet iedereen tot redelijke aanpassingen voor gehandicapten. Zo is de NMBS verplicht om haar perrons bruikbaar te maken voor blinden en toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Het Verslagcomité wil dat die redelijke aanpassingen ook verplicht worden voor culturele en ethnische minderheden. Zo valt niet in te zien waarom werkgevers moslims niet zouden toelaten om hun gebeden te zeggen, als dit mogelijk is binnen het werkschema. Het Verslagcomité is ook voor "redelijke aanpassingen" in de ziekenhuizen. Zo valt volgens het Comité niet in te zien waarom klinieken vrouwen die alleen door een vrouwelijke arts behandeld willen worden dat niet zouden moeten toelaten, behalve bij spoedopnames.
Ook hier neemt Edouard Delruelle (CGKR) een minderheidsstandpunt in. Hij wil dat de antidiscriminatiewet blijft zoals ze is en dat de "redelijke aanpassingen" dus alleen voor gehandicapten verplicht zijn.
* De verplichte feestdagen moeten worden aangepast. Het Verslagcomité wil alleen nog als verplichte feestdag behouden: 1 januari, 1 mei, 21 juli, 11 november en 25 december. Dus: Pasen, tweede Paasdag, Pinksteren en Pinkstermaandag, Hemelvaartsdag, Maria Hemelvaart en Allerheiligen vallen weg. In de plaats komen drie nieuwe verplichte niet-regligeuze feestdagen: de Internationale Vrouwendag (8 maart), de Internationale Dag tegen het Racisme (21 maart) en de Werelddag van de Culturele Diversiteit (21 mei). Daarnaast mag iedereen twee "vlottende feestdagen" kiezen.
* Jongeren die voortijdig met hun school gestopt zijn, moeten een persoonlijke begeleider voor de arbeidsmarkt krijgen.
* Vakantiejobs moeten bij voorkeur worden aangeboden aan jongeren in moeilijkheden en dan vooral aan jongeren uit etnische, culturele en religieuze minderheden. Die aanwervingen moeten gebeuren in overleg met de verenigingen uit buurten waar sociale uitsluiting heerst.
* Iedereen die in België verblijft en van wie de identiteit kan worden vastgesteld, moet hier een bankrekening kunnen openen. Alleen zo worden deze mensen aangemoedigd om een bedrijf op te richten. Momenteel kunnen asielzoekers geen bankrekening hebben.
BESTUUR
* Het Cultuurpact uit 1971 moet worden herzien. Dat pact was bedoeld om culturele minderheden te beschermen tegen de meerderheid. Het ging dan respectievelijk om vrijzinnigen (in Vlaanderen) en de katholieken (in Wallonië). Door het cultuurpact kunnen al die groepen deelnemen aan cultuur-, jeugd-, sport-, vrijetijdsbeleid e.d.. Dat Cultuurpact moet ook worden opengesteld voor alle andere religieuze en ethnische minderheden. De Senaat moet deze hervorming realiseren.
* Ambtenaren en andere vertegenwoordigers van openbare diensten mogen levensbeschouwelijke tekenen (zoals de tulband, de hoofddoek, het keppeltje) dragen, behalve als ze een gezagsfunctie hebben. Het Verslagcomité denkt aan de politie, het gerecht en het leger. Uitdrukkelijk niét aan leraars op school.
* Ritueel slachten van offerdieren moet onverdoofd kunnen blijven gebeuren. De wet moet blijven zoals ze is, anders wordt de godsdienstvrijheid geschonden.
* De genocidewet, die het ontkennen, rechtvaardigen, minimaliseren en goedkeuren van de Holocaust (de moord op 6 miljoen joden door het naziregime) bestraft, moet worden uitgebreid naar àlle genocides. De rechters moeten in de praktijk beslissen of ze van toepassing is.
* De politici moeten zich excuseren voor de betwistbare stukken uit de Belgische geschiedenis.
* Namen van straten die mensen uit de voormalige kolonies kwetsen (zoals bv. de Leopold II-laan) moeten worden verwijderd.
* Er moet een Museum voor de Migratie komen.
* Om racistische praktijken bij de politiediensten tegen te gaan moeten in de commissariaten en in de politiecombi's bewakingscamera's worden geïnstalleerd. Het Comité P, dat de politie controleert, moet meer onafhankelijkheid krijgen. En een tuchtvervolging moet onmiddellijk worden opgestart samen met de strafrechtelijke vervolging, om verjaring te vermijden.
GOEDEREN EN DIENSTEN
* Het CGKR moet de klachten over discriminatie op de woningmarkt centraliseren. In het hele land moeten "paritaire comités van huurders en eigenaars" worden opgericht om te bemiddelen tussen huurder en eigenaar. Deze comités moeten ook de samenwerking met antiracistische verenigingen bevorderen. De Comités moeten de bevolkingsgroepen uit de buurt zoveel mogelijk weerspiegelen.
* Sociale woningen moeten ruimer worden, zodat gezinnen met veel kinderen er makkelijker in kunnen.
* Er zijn meer terreinen voor woonwagenbewoners nodig en de wet die zegt dat woonwagenbewoners niet langer dan 48 uur ergens mogen verblijven, moet worden afgeschaft.
2. BEDENKINGEN
1. De vraag rijst of dit echt wel een interculturele dialoog zijn? Waar blijft de dialoog met de autochtonen en meer bepaald met de autochtone tegenstanders van de multiculturele samenleving? Dit rapport lijkt te veel op een eisenpakket van culturele en ethnische minderheden. Het is bovendien uitdrukkelijk gebaseerd op wat deze minderheidsgroepen zelf als problematisch ervaren, ongeacht of dat feitelijk zo is.
2. Het Verslagcomité is niet evenwichtig samengesteld. Niet alleen zitten er geen tegenstanders van de multiculturele samenleving in, er zijn ook geen vertegenwoordigers van bv. de Kerk, terwijl je die wel hebt voor de joodse en islamitische godsdienst.
3. Het Verslagcomité heeft wel wat debatten en evoluties niet gevolgd. Daardoor doet het rapport soms wat wereldvreemd aan. Niet alleen deelt het Comité de structuur van het middelbaar onderwijs nog op in twee cycli in plaats van in drie graden, maar ook literatuur over deelthema's komt niet aan bod. Denken we slechts aan de ongrondwettige toepassing van de antiracisme- en antidiscriminatiewet (waarover we in het rapport geen letter lezen, terwijl Jogchum Vrielink hierover nochtans bij Marie-Claire Foblets heeft gedoctoreerd, nvdr). Maar ook aan het al dan niet strafbaar maken van islamofobie, wat toch steeds meer wordt bepleit, zowel door de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties als door het CGKR. Of aan de toenemende conflicten tussen allochtone moslimjongens en homoseksuelen: er zijn geen voorstellen om die problemen te voorkomen of op te lossen. Dit soort dialoog is vergeten. Op een zinnetje hier en daar na, vind je in het rapport overigens geen bijkomende verplichting voor leden van minderheidsgroepen. En ook het feit dat de feesten van de Gemeenschappen, zoals bv. 11 juli, niet eens worden vermeld in de lijst van wettelijke feestdagen komt vreemd over: wie ze wil nemen moet ze zelf maar kiezen.
|