Enkele post bekijken
  #3  
Oud 1st October 2010, 00:22
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Engels en vals kosmopolitisme

Engels en vals kosmopolitisme


Ik heb niets tegen het Engels, zegt GUIDO VANHEESWIJCK, wel tegen de onnadenkende manier waarop het in het hoger onderwijs wordt ingevoerd. Voorts wekt het bij hem verbazing dat voetstoots wordt aangenomen dat het zo het beste is.



De heisa rond de voorstellen van Pascal Smet om het Engels als tweede taal in te voeren heeft tenminste het voordeel dat de discussie rond het talenbeleid in het Vlaamse onderwijs wordt aangezwengeld. Die is tot dusver immers nagenoeg helemaal afwezig, hoewel er de laatste maanden belangrijke beslissingen in dat verband zijn genomen. Eigenlijk is het paradoxaal. Terwijl het gekrakeel rond Brussel en de zoveelste staatshervorming elke dag wordt becommentarieerd, worden er in de marge van die aandacht minstens even belangrijke beslissingen genomen over de groei van het Engels en de teloorgang van het Nederlands (en andere talen) in het hoger onderwijs.

Op 20 juli — in volle vakantieperiode — publiceerde De Standaard deze uitspraak van VUB-rector De Knop: ‘Veertig jaar geleden hebben we gevochten om te kunnen studeren in onze eigen taal, maar nu leven we in tijden van globalisering en moeten we de concurrentie aangaan met de rest van de wereld.' Elders legt hij uit hoe we die concurrentiestrijd moeten voeren: ‘Tien procent van onze studenten komt uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. We zitten daar met een achterstand Nederlands, dat de derde taal is in Brussel na Frans en Engels. Willen we competitief zijn met het buitenland dan moeten we in een aantal opleidingen resoluut durven kiezen voor het Engels.'

Vanuit diezelfde bezorgdheid voor de concurrentiepositie van onze universiteiten bereikte de Vlaamse regering op 16 juli, en op voorspraak van de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), een akkoord over de hervorming van het hoger onderwijs. Vanaf 2012 wordt het mogelijk om een volledige masteropleiding in een andere taal (lees: Engels) te organiseren, op voorwaarde dat dezelfde opleiding ergens binnen de Vlaamse Gemeenschap in het Nederlands aangeboden wordt. Tevens stelde de VLIR voor om in de bacheloropleiding 60 (van de 180) studiepunten in het Engels te mogen aanbieden, wat door de commissie van het Vlaams parlement werd teruggebracht tot 30 studiepunten (gelijk aan één semester).


Sluipende besluitvorming

Beide voorstellen tot beslissing maken een tendens die zich al enkele jaren doorzet nu officieel. Op een sluipende manier treedt er aan de Vlaamse universiteiten een verengelsing op, waarbij men zand in de ogen strooit door erop te wijzen dat het in Nederland nog veel erger is. Twee voorbeelden om die tendens te illustreren.

Eén: sinds enkele jaren worden nagenoeg alle doctoraten in het Engels geschreven (voordien moest je daarvoor expliciet toestemming vragen). Wetenschappelijke artikels die niet in het Engels zijn geschreven, maar bijvoorbeeld in het Nederlands (maar ook in het Frans of Duits) tellen nog nauwelijks mee. Kortom, wie vandaag in Vlaanderen een academische carrière wil uitbouwen, doet er goed aan zich zo weinig mogelijk in het Nederlands (Frans of Duits) uit te drukken.

Twee: het FWO (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek), oorspronkelijk een Belgische instelling, werd in 1996 opgesplitst in een Franstalige en een Nederlandstalige afdeling. Vandaag heet het FWO-Vlaanderen: FWO-Flanders. Sinds dit jaar moeten alle project- en mandaataanvragen immers in het Engels worden opgesteld en is de voertaal in de expertpanels – hoofdzakelijk samengesteld uit Vlamingen, Nederlanders en Walen – het Engels.


Meer dan communicatiemiddel

Wat is de visie achter dit beleid? Natuurlijk is niemand gekant tegen meertaligheid, openheid van geest, die gepaard zouden moeten gaan met kosmopolitisme en internationalisering. Niemand is dus tegen internationalisering of tegen de kennis van het Engels. Daarover gaat de discussie niet. Het gaat om de vraag hoe internationalisering en respect voor je eigenheid hand in hand kunnen gaan. Zoals aangestipt, is daarover ternauwernood enige discussie gevoerd. Wat is bijvoorbeeld de taalfilosofische visie achter dit beleid? Is taal een communicatiemiddel of is het meer dan dat? Is het ook het vehikel waarin je culturele erfenis is opgeslagen, waarin je het makkelijkst je gedachten kan uitdrukken, waarmee je de gepaste nuances kan aanbrengen? Mij lijkt dat die laatste visie de enige reden is geweest waarom we meer dan honderd jaar voor het Nederlands hebben gevochten. Om pragmatische redenen hadden we dat zeker niet moeten doen.

De eerste eis van de Vlaamse beweging is steeds de volledige vernederlandsing van het onderwijs geweest. Ze moest als dé hefboom fungeren om de verfransing tegen te gaan, vanaf de kleuterklas tot en met de universiteit. Waarom zou dat dan ook niet mogen gelden op het hoogste onderwijsniveau, dat van de master en van het wetenschappelijk onderzoek? Indien men nu het Engels een voorrangspositie geeft op dit niveau en indien we onze studenten zo goed mogelijk op dit niveau moeten voorbereiden, waarom passen we die visie dan niet toe op de lagere niveaus, dat van de volledige bachelor en waarom dan ook niet op de laatste graad van het middelbaar onderwijs? En indien we een grondige kennis van het Engels bij onze docenten vereisen, waarom dan niet hun hele opleiding in het Engels verzorgen? Voor wie taal alleen maar ziet als een efficiënt en rendabel communicatiemiddel, moet dit toch als muziek in de oren klinken. Surfend op het enige (inhoudsloze) grote verhaal dat ons nog overblijft, dat van het neoliberale marktdenken.


Uit balans

Voorlopig is het zover nog niet. Ik heb alleen maar consequent willen doorredeneren op een tendens die onlangs is ingezet, sluimerend weliswaar, hopeloos onnadenkend, maar gruwelijk efficiënt. Natuurlijk is het zo dat een aantal facetten van gespecialiseerd onderzoek het best in vreemde talen gebeurt. Maar daarvoor was meer dan voldoende plaats in het oude decreet van 2003, dat veel meer een balans vond tussen de verdediging van het Nederlands als onderwijs- en onderzoekstaal en de rol van andere talen.

Alvorens een nieuw decreet in werking te laten treden, zouden we dan ook eerst een grondige inhoudelijke discussie moeten voeren: over de rol van de taal in het doorgeven van cultuur, over de rol van de taal in het onderzoeks- en promotiebeleid, over het belang en de kwaliteit van de taal in het doceren van cursussen, over de verhouding tussen de kennis van de moedertaal en de kennis van andere talen.

Vandaag horen we nagenoeg elke dag vertellen dat Vlamingen en Walen totaal verschillend zijn, alsof ze op een andere planeet leven. Indien er één verschil is tussen Walen en Vlamingen, dan is dat ontegensprekelijk dat ze een andere taal spreken. En nu de Vlamingen daarover volledige zeggenschap hebben gekregen (‘wat we zelf doen, doen we beter'), vinden ze de plaats ervan in het (wetenschappelijk) onderwijs nauwelijks de moeite van een discussie waard.

Guido Vanheeswijck, hoogleraar wijsbegeerte aan de Universiteit Antwerpen en de KU Leuven


DS, 30-09-2010
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden