Denkers over denkers 5
Moorddadige identiteiten
1. ‘Een identiteit is niet iets dat van de ene op de andere dag tot stand komt; zij wordt langzaam gevormd en verandert tijdens ons hele bestaan.'
2. ‘Het is onze blik die anderen vaak in de kleinste hokjes stopt, en het is ook onze blik die hen daaruit kan bevrijden.'
3. ‘Moorddadig is het als je je identiteit definieert door je tegen die van een ander af te zetten.'
Van kredietcrisis tot multipolaire geopolitiek: de wereld wordt er bepaald niet minder complex op. Welke denkers kunnen licht in de duisternis brengen? De komende zomerweken leggen we de vraag voor aan slimme mensen van hier. Vandaag legt JOËLLE MILQUET uit waarom u moet kennismaken met Amin Maalouf.
De Frans-Libanese schrijver Amin Maalouf is een van de meest opmerkelijke figuren van de Franse literatuur van de laatste dertig jaar. Al werd hij in 1949 op Arabische bodem – in het overwegend islamitische Libanon – geboren, Maalouf koestert zijn verschillende identiteiten: zijn moeder is Franstalig en katholiek, zijn vader heeft protestantse roots. Maalouf studeerde sociologie alvorens journalist te worden. Bij het begin van de oorlog in Libanon week hij uit naar Frankrijk.
Christenhonden
Hij liet in 1983 voor het eerst van zich horen met een onconventioneel debuut: Les Croisades vues par les Arabes (vertaald als Rovers, christenhonden, vrouwenschenners: de kruistochten in Arabische kronieken). In 1993 betrad hij voorgoed het literaire en mediatieke voorplan door voor zijn roman Le Rocher de Tanios(De rots van Tanios) de Prix Goncourt in de wacht te slepen. Met zijn magische pen koppelt Maalouf grote literatuur aan een humanistisch en universalistisch gedachtegoed; hij probeert bruggen te bouwen tussen Oost en West. Gevoed door zijn eigen ervaringen schrijft hij tolerante en vredelievende overwegingen over de plaats van identiteit en religie in onze samenleving.
In tegenstelling tot het discours dat op zichzelf gerichte en gesloten identiteiten promoot, verdedigt Maalouf met verve en overtuiging de idee van een open, veranderlijke en meervoudige identiteit, waaraan een leven lang wordt voortgebouwd. Volgens hem, zo legt hij in 1998 uit in Les Identités meurtrières (Moorddadige Identiteiten, Arena), bestaat de hele mensheid uit bijzondere gevallen en werkt het leven verschillen in de hand: iedereen vormt zijn identiteit aan de hand van ontmoetingen en persoonlijke ervaringen.
Wat stelt Maalouf vast? Of het nu in ons land is, of in Frankrijk, of in Europa, we staan telkens op kruispunten van diversiteit, open ruimten waar een veelheid aan identiteiten vermengd raakt. En hoewel mondialisering en moderne communicatiemiddelen ons elke dag wat dichter bij elkaar brengen, lijken tolerantie en begrip voor ‘de andere' en voor de verscheidenheid toch almaar af te nemen. Onwetendheid brengt vaak angst met zich mee, ze creëert simplistische voorstellingen en versterkt de stereotypes. En wat aanvankelijk onbegrip is, neemt ergere proporties aan en leidt soms tot discriminatie, beledigingen of vernederingen, als we niet opletten zelfs tot geweld.
In zijn jongste essay, Le Dérèglement du monde, dat hij vorig jaar publiceerde (De vertaling De ontregeling van de wereld verscheen in mei van dit jaar bij Uitgeverij De Geus), vraagt Maalouf zich bovendien af of het ons zal lukken ‘om al die bevolkingen die van elkaar verschillen in religie, huidskleur, taal, geschiedenis en tradities, en die door de evolutie gedwongen worden om permanent met elkaar in aanraking te komen, in vrede en harmonie te laten samenleven'. Deze universele vraag stelt ons voor dé uitdaging van de 21ste eeuw: ‘Of het nu gaat om gebieden waar verschillende gemeenschappen al eeuwenlang naast elkaar leven, of om gebieden die sinds enkele tientallen jaren grote groepen immigranten opvangen, het is duidelijk dat er sprake is van een toenemend wantrouwen en onbegrip waardoor ieder beleid dat integratie of zelfs alleen maar cohabitatie voorstaat, wordt gedwarsboomd.'
Het antwoord op deze prangende kwestie ligt in de ontwikkeling van interculturele samenlevingen, vertrekkend vanuit de verschillende identiteiten die er aanwezig zijn. Voor Maalouf gaat het erom te kiezen voor het toekomstbeeld van ‘een mensheid die zich bewust is van het gezamenlijke lot van alle mensen, en die zich daarom schaart achter dezelfde fundamentele waarden, maar ondertussen meer dan ooit de meest uiteenlopende, de meest verrijkende culturele uitdrukkingsvormen blijft ontwikkelen en al haar talen, kunstzinnige tradities, technieken, opvattingen, geheugen en kennis in stand houdt'.
Dit project van een geslaagde interculturaliteit vraagt naar mijn gevoel om zowel harmonieuze verhoudingen tussen autochtone en nieuwe Belgen als om harmonie in de relaties tussen Nederlandstaligen en Franstaligen.
Het doel is dat iedereen zich kan vinden in het land waarin hij zijn leven uitbouwt en dat iedereen zich aangemoedigd voelt om zich in de samenleving van dat land te integreren en er zich bij betrokken te voelen, veeleer dan er van aan de kant met ongerust gemoed op te staan toekijken. Ten langen leste komt het erop aan de mensen opnieuw te leren ‘samen leven': ‘Verzoenen, verenigen, overnemen, bedwingen en vrede stichten zijn bewuste handelingen, beschaafde handelingen, die scherpzinnigheid en doorzettingsvermogen vergen. […] Mensen leren om met elkaar samen te leven is een lange strijd die nooit helemaal wordt gewonnen. Dat vereist een weloverwogen aanpak, pedagogische vaardigheden, maar ook een passende wetgeving en adequate instellingen.'
De opdracht is niet makkelijk en het is niet eens zeker of hij tot een goed einde gebracht kan worden. Geen tekort aan ongerustheid in het oeuvre van Maalouf. Maar je moet blijven geloven dat de confrontatie van culturen niet noodzakelijk leidt tot een ‘ontregeling van de wereld', tot een wereld waarin identiteiten werkelijk moorddadig worden.
Maaloufs visie sluit duidelijk aan bij de woorden van Martin Luther King: ‘We must learn to live together as brothers or perish together as fools' (Saint-Louis, Missouri, 22 maart 1964).
Misschien voelen zij die misleid zijn door hardnekkige en onterechte karikaturen, aan de hand van mijn bewondering voor de stijl en het gedachtegoed van Amin Maalouf beter aan vanuit welke sterke humanistische overtuigingen ik niet alleen voor een geslaagde interculturele samenleving vecht, maar evenzeer een zeker federaal project verdedig, dat ook door mensen die tot twee verschillende culturen en taalgemeenschappen behoren gemeenschappelijk gedragen kan worden.
Joëlle Milquet is vicepremier, minister van Werk en van Gelijke Kansen en voorzitster van het CDH.
DS, 07-08-2010
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|