‘VS bestrijden olie met verouderde technologie'


BRUSSEL - Belgische en Nederlandse baggeraars hebben technologie in huis om de olieramp in de Golf van Mexico te bestrijden. Maar de ‘Jones Act' verbiedt hen om in de VS te werken.


De kap die BP afgelopen week over het olielek in de Golf van Mexico heeft geplaatst, kon de jongste 24 uur zowat de helft van de olie opvangen.

Naarmate BP de komende uren meer en meer kleppen in de kap kan sluiten, neemt de opvangcapaciteit ervan toe. Maar volgens Thad Allen, de admiraal van de kustwacht, kan ze nooit meer dan driekwart van de olie opvangen.

Tot er – allicht pas in augustus – een definitieve oplossing komt, blijven duizenden vaten olie per dag in de oceaan lekken.

Er moeten dus dringend dammen van steen en zand gebouwd worden om de olievlek voor de Zuidkust van de VS zoveel mogelijk tegen te houden. Ze bedreigt ecologisch uiterst waardevolle gebieden zoals de moerassen aan de monding van de Mississippi, in Louisiana en ook de toeristisch belangrijke kusten van Florida.

‘De Amerikaanse autoriteiten', zegt woordvoerder Hubert Fiers van de Belgische bagger- en milieugroep Deme, ‘schatten dat ze negen maanden nodig hebben om de klus te klaren. Wij kunnen dat in vier maanden. En als we samenwerken, kan er misschien nog een maand af'.

Deme kan naar eigen zeggen bij zowat elk aspect van de strijd tegen de olie technologie inzetten die in de VS niet beschikbaar is.

‘De Amerikanen hebben een serieuze technologische achterstand, een gevolg van de Jones Act'.

Die wet dateert van 1920 en is een onderdeel van de Merchant Marine Act. Ze bepaalt dat vrachtvervoer per schip tussen Amerikaanse havens uitsluitend mag met schepen die in de VS zijn gebouwd, die onder Amerikaanse vlag varen, eigendom zijn van Amerikanen en bemand zijn door Amerikaanse burgers of permanente residenten.

‘Een baggerschip', zegt Wouter Borghijs die bij het baggerfiliaal van Deme verantwoordelijk is voor de regio Zuid-Amerika en Mexico, ‘kost in de VS het dubbele van wat Europeanen betalen die hun schepen in het Verre Oosten laten bouwen. Amerikaanse schepen zijn door de bank dus veel ouder, want te duur om te vervangen. Daardoor hebben de Amerikanen een grote technologische achterstand opgelopen'.

De toptechnologie zit volgens specialisten nu geconcentreerd bij de twee Belgische baggeraars – Deme en De Nul – en bij hun Nederlandse concurrenten.

‘Het olielek dichten kunnen wij niet', geeft Fiers toe. ‘Daarvoor hebben we de kennis niet in huis. Maar we kunnen wel belangrijke assistentie leveren.'

Nauwelijks een week geleden werd de ‘Flinstone' te water gelaten in Singapore. Dat ‘valpijpschip' kan stenen en zand met grote precisie tot 2 kilometer onder de zeespiegel neerlaten om pijpleidingen op de bodem van de oceaan een beschermlaag te geven. ‘Het is uitgerust met een soort onbemande duikboot die tot die diepte heel nauwkeurige werkjes kan uitvoeren.'

‘Wereldwijd zijn er niet meer dan 5 of 6 van die schepen. Met een aantal relatief beperkte technische aanpassingen aan ons schip kunnen we de olie die nog uit het lek stroomt opzuigen. Binnen de maand zijn wij ter plaatse en operationeel.'


DS, 07-06-2010

__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB