Op zoek naar 51 miljoen jobs
Beiroet-Bagdad — Rapporten van de Verenigde Naties boezemen me doorgaans weinig vertrouwen in. Ze voorspellen de toekomst over 25 jaar en niemand die de moeite neemt te controleren wat ze 25 jaar geleden hebben voorspeld - waarschijnlijk zouden we lachen.
Maar soms is er een VN-rapport dat frappant lijkt. Zo'n 140 miljoen Arabieren leven onder de armoedegrens, zeiden het United Nations Development Program (UNDP) en de Arabische Liga gisteren. Dat is 40 procent van de 350 miljoen Arabieren.
De cijfers kunnen enigszins misleidend zijn - er leven bijvoorbeeld nog tientallen miljoenen Arabieren buiten de 'Arabische wereld', zoals de twaalf miljoen afstammelingen van Libanezen en Syriërs die begin twintigste eeuw naar Brazilië migreerden. En er zijn grote verschillen tussen de diverse landen. Het rapport toont vooral bezorgdheid over de Afrikaans-Arabische landen Somalië en Sudan, plus Jemen op het Arabische schiereiland.
Maar grosso modo zeggen de cijfers natuurlijk wel iets. De cijfers zijn namelijk in de laatste twintig jaar niet gezakt, aldus het UNDP, en in sommige landen zelfs gestegen. Dat komt deels door de sterke bevolkingsgroei, waardoor jongeren moeilijk jobs vinden - een klacht die overal in de regio weerklinkt. Volgens het rapport zijn er in de komende tien jaar 51 miljoen nieuwe jobs nodig, alleen al om de jeugdwerkloosheid niet verder te doen toenemen.
Misschien, zo suggereert het UNDP, zou meer hulp van de olierijke Golfstaten soelaas kunnen bieden aan de armere Arabische broeders en zusters.
Het lijkt logisch. Tegelijk deed die mededeling me denken aan de charmante dame op leeftijd die me vertelde: 'De echte miserie is begonnen toen de arme Egyptenaren in de jaren zeventig in Saudi-Arabië gingen werken. Plots kwamen ze allemaal met conservatieve ideeën en hoofddoeken terug. In televisieshows uit de jaren zeventig zie je keurige heren in pak naast aantrekkelijke dames met losse haren. Vandaag zitten ze gescheiden en zijn de vrouwen gesluierd.'
www.standaard.be/beiroetbagdad
DS, 22-12-2009 (Jorn De Cock)