Je hersenen en je virtuele zelf
GAMEWETENSCHAP — BRUSSEL - Gaan de hersenen van een gamer na een tijd zijn virtuele zelf ook echt een beetje als ‘ik' zien?
Gamers die hele nachten en soms zelfs dagenlang in computerspellen in de huid kruipen van virtuele personages of avatars, gaan na een tijdje met groot gemak de bijhorende rol spelen, hoezeer de zelfverzekerde krijger of de gemene tovenaar uit het spel ook verschilt van hun échte ik. Komt dat doordat de hersenen van de gamer de avatar ook als een soort ‘ik' gaan zien?
Een klein beetje wél, zo lijkt het, als de resultaten van Amerikaanse neurowetenschappers serieus genomen mogen worden. Al betekent dat niet dat de spelers het verschil tussen echt en ingebeeld niet meer kennen.
De delen van de hersenen die actief zijn bij zelfreflectie en beoordelingsvermogen als het over het échte ik van een gamer gaat, zijn op precies dezelfde manier actief wanneer ze nadenken over hun avatar. Dat tekende het Britse wetenschapsmagazine New Scientist op een conferentie over neurowetenschap in Chicago op uit de mond van Kristina Caudle van de Dartmouth University in Hanover in New Hampshire in de VS.
Caudle slaagde erin vijftien geroutineerde gamers, veertien mannen en één vrouw, allemaal verstokte spelers van het populaire online rollenspel World of Warcraft, voor eventjes van bij hun computers weg te slepen om ze in de scanner te leggen en hun hersenactiviteit in kaart te brengen.
In de scanner moesten de proefpersonen zeggen in welke mate ze woorden als ‘onschuldig', ‘competent' of ‘jaloers' van toepassing vonden op zichzelf, op hun avatar, op hun beste vriend in de echte wereld en op hun ‘gildeleider' uit de virtuele wereld.
Caudle ging vervolgens na welke hersengebieden sterker actief waren wanneer de proefpersonen over zichzelf nadachten dan wanneer ze over iemand anders nadachten. En dat bleken precies dezelfde gebieden te zijn wanneer het over hun échte zelf ging en over hun avatar-zelf.
Maar dat betekent niet dat de hersenen helemaal geen verschil meer zien tussen realiteit en fantasiewereld. Als de gamers over het spel nadachten, was een hersengebied actief dat in verband wordt gebracht met de verbeelding.
Caudle denkt dat haar onderzoek kan helpen begrijpen waarom sommige gamers zo veel tijd besteden aan spellen als World of Warcraft. ‘Vanuit het standpunt van een buitenstaander kun je je maar moeilijk voorstellen waarom iemand zich dertig uur per week zou willen onderdompelen in een compleet ingebeelde wereld', zegt ze. World of Warcraft is een soort rollenspel in een fantasy-wereld, waarin de spelers rollen spelen als krijgers, tovenaars, dwergen, trollen en dergelijke. Het spel heeft wereldwijd vele miljoenen spelers.
Bron: De Standaard, 19 november 2009
Mening: Wanneer men veel bezig is met gamen, kan ik begrijpen dat men 'er in opgaat'. Ik denk vooral aan de gevaren die deze kunnen opleveren. In het artikel staat dat deze gamers realiteit kunnen scheiden van fictie. Maar stel dat je wel héél lang achter de pc zit éénhetzelfde spelletje zit te spelen, dan kan het toch niet anders dan dat je gaat leven in deze wereld. Ik denk maar aan de daders die in de afgelopen jaren tientallen mensen doodschoten in Duits en Amerika. Ze waren allemaal gamers. Zijn deze mensen dan psychologisch ziek, of ligt het aan té veel gamen? Ik denk dus wel dat gamen het 'ik-zijn' (gevaarlijk) kan beïnvloeden (aangezien het altijd om schietspelletjes gaat). Ik heb wel mijn twijfels over het onderzoek, aangezien de test op maar 14 mensen werd uitgetest.
|