Enkele post bekijken
  #1  
Oud 29th August 2009, 04:07
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post 'We hebben nood aan mensen die schitteren'

'We hebben nood aan mensen die schitteren'


'Een nieuwe minister is een nieuw moment.' Vol zelfvertrouwen treedt Pascal Smet (SP.A) in de voetsporen van zijn voorganger, Frank Vandenbroucke. Beleidsmatig kauwt hij voorzichtig op eigen ideetjes voor het onderwijs.



Jong en onstuimig is Pascal Smet (SP.A), althans naar politieke normen. In de hoofdstad weten ze ondertussen dat als hij een mening heeft, hij die van de daken schreeuwt. In de Brusselse coalitie was daardoor geen plaats meer voor hem.

Nu hij Vlaams minister is geworden, heeft hij bijgeleerd. 'Luisteren. Dat is wat ik de komende weken en maanden ga doen.' Smet neemt zijn tijd om zich in te werken en trekt de komende maanden op pelgrimstocht naar de dertien Vlaamse centrumsteden. Hij gaat er praten met de scholengroepen, schoolteams en ouders. 'Ik wil zien waar ze werken en horen wat er op hun lever ligt.'


U heeft een maandje kunnen studeren ondertussen. Wat zijn uw prioriteiten voor de komende vijf jaar?

'In mijn beleidsverklaring staan gelijke kansen centraal, de democratisering van het onderwijs is mijn eerste focus. De afgelopen jaren is gelijke kansen te zeer herleid tot “iedereen moet gelijk behandeld worden,. Zo gaan we naar de kleinst gemene deler. Een samenleving heeft absoluut nood aan mensen die schitteren. Iedereen komt met zijn talenten aan de start en moet de kans krijgen om die op zijn tempo te ontwikkelen.'

'Gelijke kansen is ook erkennen dat niet iedereen professor wordt, of architect of advocaat. We hebben ook goede elektriciens en loodgieters nodig. Maar ook: goede kunstenaars. Ik ben heel blij dat de hervorming van het deeltijds kunstonderwijs in het regeerakkoord staat. Een veranderende samenleving heeft behalve mensen met kennis ook mensen nodig die op een andere manier naar de samenleving kijken. De rijkdom van een samenleving meet je af aan de mate waarin ze wil investeren in de talenten van haar kunstenaars.'


Uw voorganger, Frank Vandenbroucke, bereidde een grote hervorming van het secundair onderwijs voor. Hij laat een blauwdruk achter van de middelbare school van de toekomst. Blijft die hervorming voor u prioritair?

'Eerst een kleine nuance. Frank heeft nog niet echt de blauwdruk van het secundair onderwijs klaargelegd. Hij is het proces daartoe begonnen. Hij heeft aan de commissie-Monard gevraagd een conceptnota uit te werken. Hij heeft dan - terecht - gevraagd om een vergelijking te maken met het buitenland.'

'Ik ga nu aan de commissie vragen om haar ronde in scholen en bij leerlingen en ouders voort te zetten. Op basis daarvan komt er een soort van tweede rapport met reacties. Ik vraag aan de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) een formeel advies. Dat vertrekt eerstdaags. Dat alles voeg ik samen in een conceptnota. Daarvoor kan ik u nog geen timing geven. We gaan die hervorming van het secundair onderwijs dus zeker en vast doorvoeren. (Haastig) Ik weet dat ik ongeduldig ben, maar ik weet ook heel goed dat je in het onderwijs geen revoluties maakt, dat je een draagvlak nodig hebt en dat een hervorming in het onderwijs een proces van tien jaar is. Daar houden we rekening mee.'


Dus ze zal nog niet gestart worden in deze regeerperiode?

'Ze zal gestart worden, maar het zal niet binnen de vijf jaar volledig hervormd zijn.'


Mieke Van Hecke vraagt ook aandacht voor het basisonderwijs. Er wordt gevreesd dat ze zo de hervorming van het secundair onderwijs op de lange baan wil schuiven.

'Die commotie van de voorbije weken heb ik niet begrepen. Er is geen tegenstelling tussen de hervorming van het secundair onderwijs en het versterken van het kleuter- en het basisonderwijs.'

'Vanuit de ervaring die ik heb opgedaan in Brussel deel ik haar mening. Mijn grootste meningsverschil met de heersende Brusselse politieke klasse ging juist over het onderwijs. Het ging over de het belang van taal in het onderwijs en over de taalachterstand in het Brusselse Nederlandstalige onderwijs. Die achterstand bepaalt niet alleen de achterstelling van kinderen voor hun hele verdere leven, maar ze genereert die ook.'


Hoor ik u dan ook zeggen dat thuistalen of andere talen thuishoren in het Nederlandstalig onderwijs?

'Er lopen op dit moment heel wat experimenten rond meertalig onderwijs. Ik wil eerst de evaluatie afwachten. Maar het is een publiek geheim dat ik voorstander ben van meertalig onderwijs. Ik heb als minister een mening, maar ik wil mijn beleid maken met alle actoren. Ik wil de confrontatie met hen aangaan. Dat is mijn taak als politicus. ik moet richting geven. Politici zijn geen schapen. Maar het heeft geen zin in de onderwijssector met de vlag vooruit te lopen en te zeggen: dit moet het zijn. Dat vind ik ook geen goede benadering.'


In Brussel zit dertig procent van de kinderen in het Nederlandstalig onderwijs. Is het Nederlandstalig onderwijs in Brussel voor u een manier om de Vlaamse Gemeenschap uit te breiden en zo de hoofdstad Vlaams te houden?

'Dat is belachelijk. In een Brusselse context mag je nooit vertrekken vanuit het voornemen dat je aan zieltjeswinnerij moet doen. Dat werkt zo niet. Taal is zoals liefde. Je kunt het niet afdwingen. Als je dat wel doet, zit je in een andere relatie.'

'Het Nederlandstalig onderwijs in Brussel heeft zijn grenzen bereikt. De draagkracht is overschreden. De komende jaren moeten we een intensief debat voeren over hoe we moeten omgaan met het onderwijs in Brussel. Dat gaan we samen met de Franse Gemeenschap moeten doen. We moeten uitklaren hoe het Nederlandstalig onderwijs zich in die stad moet positioneren. Laat me over één ding duidelijk zijn: we moeten Nederlandstalig onderwijs in Brussel blijven aanbieden. Niet om zieltjes te winnen, maar voor al die jonge Brusselaars die binnenkort het pensioen van de hardwerkende Vlamingen moeten betalen, is het belangrijk dat ze goed onderwijs krijgen. Maar het is ook even duidelijk dat als die kinderen alleen in contact komen met Nederlands tijdens de lesuren, ze dan slecht Nederlands en zelfs slecht Frans gaan spreken. Om strak te denken, heb je een goede taalbeheersing nodig. Ik hoor van leerkrachten en ouders dat er een probleem ontstaat bij kennisverwerving en abstract denken. We moeten bekijken hoe we daar op moeten reageren. Ik heb daar ideeën over, maar ik wil eerst met alle actoren binnen en buiten Brussel van gedachten wisselen voor ik die ideeën in de pers lanceer.'


In het regeerakkoord wordt, zij het heel voorzichtig, opnieuw over leerzorg gesproken. Uw voorganger heeft zich een beetje vastgereden in die hervorming van het buitengewoon onderwijs. Komt ze er wel in deze regeerperiode?

'Zeker. Over het basisidee is er een consensus, merk ik. Iedereen is het erover eens dat de huidige acht types achterhaald zijn en dat je moet proberen om kinderen in het gewoon onderwijs te houden. De modaliteiten, de financiering en hoever we moeten gaan, daar zijn nog heel wat vragen over. Ik heb afgesproken dat we met iedereen rond te tafel gaan zitten. Niet om het kind met het badwater weg te gooien, maar om het ontwerpdecreet aan te passen.'


Scholen moeten de komende vijf jaar meer over het muurtje kijken, staat er in het regeerakkoord. Maar omgekeerd zullen schoolgebouwen ook op andere manieren gebruikt worden. Kan u daar al concreter op in gaan?

'Het verhaal van de brede scholen is er vooral een van een nieuwe mentaliteit. Maar het begint ook met de infrastructuur. Waar plan je een school? Op dit moment doe je eigenlijk alleen maar een school open als je al leerlingen hebt. Je ziet dat steden willen uitbreiden. Dan moet je ook een school inplannen én je hebt ook een crèche nodig. Of een sportzaal en een kunstacademie. Voorzie die zaken allemaal in je uitbreidingsplannen.'

'Samen met degenen die de scholen moeten bouwen, wil ik een soort handleiding van de school van de toekomst uitwerken. Leerkrachten, leerlingen en architecten moeten daaraan meewerken. In die ideale school kun je ook naar de sportclub buiten de schooluren. Met de sportclubs kan je afspreken dat de trainingen net na de schooluren plaatsvinden, als de ouders nog werken. Zo is er geen buitenschoolse opvang nodig en hoeven de ouders niet de hele zaterdagmiddag met hun kinderen rond te rijden.'


Het takenpakket van een leraar wordt steeds breder. Zowat de helft van de punten in het regeerakkoord maken de job nog zwaarder. Is het niet stilaan tijd om de leraar te bevrijden?

'U gaat wat kort door de bocht door te zeggen dat de helft van het regeerakkoord de taak van de leerkracht verzwaart. Heel wat dingen die in het regeerakkoord staan, maken het werk van de leraar ook lichter.'

'Tijdens de studieperiode van de voorbije maand was ik gechoqueerd door het feit dat een derde van de jonge leerkrachten het onderwijs binnen de vijf jaar verlaat. En dat terwijl leraar worden voor de overgrote meerderheid een bewuste keuze is. Het zijn mensen met een missie die zich dienstbaar willen opstellen. Ik besef wel dat jongeren veel mondiger geworden zijn en dat de uitdagingen van een leerkracht niet te onderschatten zijn.'

'Het regeerakkoord vermeldt de professionele oriëntatie aan het einde van het middelbaar onderwijs om zo meer en betere leerkrachten in de lerarenopleidingen te krijgen. Mentors voor jonge leerkrachten zijn heel zinvol. Bovendien vind ik ook dat mensen perfect hun hele leven lang mogen lesgeven, maar er zijn er ook die dat maar een tijdje willen doen. Dat moet makkelijker gaan. Voor die mensen moeten er ook kansen zijn om door te groeien in het onderwijs en coach te worden, bijvoorbeeld, of directeur.'

'Ook werkplekleren, stages of pedagogische bijscholingen moeten motiverend werken. We moeten niet alleen rekening houden met de leefwereld van de kinderen, maar ook met die van de leerkrachten. Ook zij zitten achter de computer te chatten of te gamen.'


Voor beginnende leerkrachten is de werkonzekerheid vaak een struikelpunt.

'Daar heb ik veel begrip voor. Plannen om te trouwen of een huis te kopen als je niet zeker bent van je baan, is niet aangenaam. Daar moeten we beleidsmatig een oplossing voor vinden.'


Gaat u de leerkrachten meer betalen?

'Uit Europese studies blijk dat Vlaamse leerkrachten goed betaald worden. Iedereen wil een hoger salaris. Ik denk dat we de nadruk moeten leggen bij een goede ondersteuning van leerkrachten die het moeilijk hebben en meer zekerheid voor jonge leerkrachten die net zijn afgestudeerd.'


U zal het met een pak minder financiële middelen moeten doen dan uw voorganger. Waar gaat u besparen?

'Dacht u nu echt dat ik daarop ging antwoorden? (Lacht) Oké, we moeten besparen, maar dat zal niet blindelings gebeuren. Bij de regeringsonderhandelingen zijn we overeengekomen dat er in ons departement niet te veel zal worden bespaard.'


De zaak in Hoegaarden, waarbij een leraar een jongen uit het bijzonder onderwijs door de klas sleurde, maakte duidelijk hoe groot de kloof tussen het onderwijs en de bijzondere jeugdzorg is. Is ze de komende vijf jaar te dichten?

'Ik ben ook bevoegd voor Jeugd. En ik ben dus zeker van plan om met mezelf samen te werken. Maar goed, dat is iets anders dan de Bijzonder Jeugdzorg. Sowieso staat er een grondig onderhoud met mijn collega Jo Vandeurzen op het programma.'

'Gevallen als in Hoegaarden zijn wel heel erg uitzonderlijk, dat wil ik benadrukken. Er zijn drie dingen waar ik me in de samenleving zorgen over maak. Dat is de victimisering van onze samenleving, de medicalisering en de juridisering. Ook in het onderwijs sijpelen die trends binnen. Heel gevaarlijk.'


Zegt u nu dat er geen problemen zijn?

'Neen, absoluut niet. Er zijn problemen. Ik ga volgende week naar een film die Julien Vrebos maakte over leerlingen uit het beroepsonderwijs. Daar zitten heel wat ongeslepen diamanten, die op de juiste manier moeten worden geslepen of niets waard zijn. Leerlingen moeten beseffen dat leerkrachten er zijn voor hen, maar dat er een grens is. Bovendien kan je de scholen niet alles aanwrijven. De ouders zijn als eerste verantwoordelijk voor hun kinderen. Ze moeten die verantwoordelijkheid ook opnemen.'


Uw voorganger staat bekend als een bedachtzaam beleidsvoerder. Iemand die lang kon schaken als dat nodig was. Eigenschappen waar de onderwijssector goed mee overweg kon. U bent jonger en onstuimiger. Wat voor een onderwijsminister geeft dat?

'Overleven doen niet de sterksten, maar degenen die zich het best kunnen aanpassen. Het is zo dat ik het imago heb ongeduldig te zijn. Een doorduwer, maar ik kan ook luisteren. Ik denk dat Frank ook kon dwarsliggen als dat nodig was. Maar ik ben niet Frank Vandenbroucke. Een nieuwe minister is een nieuw moment.'


In Brussel viel uw partij uit de coalitie omdat niemand nog met u wou samenwerken.

'Dat klopt niet. U moet niet geloven wat enkelingen u vertellen. Kijk, ik ben iemand met een visie en in een Brusselse context waar vastgeroeste politici de plak zwaaien, ligt dat moeilijk. Ik wil dingen veranderen. Toen ik in de Brusselse politiek aankwam, was dat ongezien. Tja, als je vast zit, doe je liever gewoon niets.In het begin stoorde ik iedereen met mijn ideeën, daarna met mijn realisaties.'


In een andere context, zoals de Vlaamse regering, gedijt u beter?

'Ik ben een teamspeler. De Vlaamse Regering is een andere context. De Vlaamse bestuurscultuur is bovendien veel meer ontwikkeld dan de Brusselse.'


Uw benoeming als minister van Onderwijs was een verrassing. Uw voorganger werd door de partij nogal bruut opzij gezet. Hoe was uw ontvangst hier?

'Hartelijk. Kijk, iedereen maakt keuzes en niemand is onvervangbaar. Alleen God, maar daar moet je dan in geloven. Het was menselijk niet aangenaam, maar als ik er een probleem mee had, had ik moeten weigeren. Ik ben een no-nonsensman en ik hou niet van politieke spelletjes. Bovendien heb ik hier een fantastisch team en een uitstekende administratie. Dat straalt positieve energie uit.'


DS, 29-08-2009 (Valerie Droeven)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden