'Wie te traag is, wordt te grazen genomen'
De Belgische hulpverleenster Hilde Mattelaer verzamelde de voorbije maand getuigenissen van geweld bij dorpelingen in Oost-Congo: 'Steeds vaker worden huizen in brand gestoken. En verkrachtingen zijn nu zelfs op klaarlichte dag schering en inslag.'
De nieuwste 'trend' in het bruut geweld in Oost-Congo is het in brand steken van huizen en niet langer enkel 's nachts, maar ook op klaarlichte dag vrouwen en meisjes in groep verkrachten.
Hilde Mattelaer leidt de hulporganisatie 'Mamas for Africa', die in de Oost-Congolese dorpen een lokaal netwerk heeft van lokale gezondheidsposten. Daar kunnen verkrachtingsslachtoffers terecht voor een eerste medisch onderzoek.
Mattelaer heeft de voorbije maand in de dorpen van Zuid-Kivu talrijke getuigen gehoord van wat de oorlog in Oost-Congo aanricht. In Zuid-Kivu voert het Congolese regeringsleger op dit moment een offensief tegen de Hutu-rebellen van het FDLR. De voorzitster van Mamas for Africa spreekt zich voor alle duidelijkheid niet uit over wie verantwoordelijk is voor welke daden, maar tekende enkel de getuigenissen van de slachtoffers op.
'Zelfs de Monuc en UNHCR (de VN-macht in Congo en de vluchtelingenorganisatie van de VN, red.) weten het niet meer. Ze vragen zich af wat de oorzaak ervan is, en waarom alle gewapende groepen zich aan seksueel geweld bezondigen. Een drietal jaar geleden was dat in Congo nog ondenkbaar, zo werd ons verteld.'
De meisjes en de vrouwen die getuigden, vertelden in wezen allemaal hetzelfde verhaal. 'Verkrachting gebeurt niet langer uitsluitend 's nachts, maar is nu ook op klaarlichte dag schering en inslag. De meisjes en de vrouwen durven eigenlijk al lang niet meer naar hun akkers te trekken, maar ze moeten, om in leven te blijven. Ze trekken naar hun land, in groepjes van drie tot vijf. Als er dan plots iets ritselt, dan stuiven ze uit elkaar. Dan is het redde wie zich redden kan. Want wie te traag is en alleen achterblijft, wordt te grazen genomen.'
Maar ook wie niet op het land gaat werken, maar in de dorpen achterblijft, is bang. Bang voor wraakacties door rebellen, die bijvoorbeeld de hutten en huizen in brand zullen steken. 'De bewoners die 's nachts geregeld op andere plaatsen gaan slapen, durven ook overdag steeds minder vaak gewoon thuis te blijven. Daardoor ontstaan spookdorpen.'
Verkrachting als oorlogswapen is geen 'exclusief Congolees' verhaal. Maar Congo spant wel de kroon wat het niveau van de gruwel betreft, dat blijkbaar nog altijd kan worden overschreden: 'Vrouwen worden met voorwerpen verkracht, bijvoorbeeld met de loop van een geweer. En door groepjes mannen, waarbij de ene soms een arm met vuile vodden errond in de vagina van de vrouw stopt - om wat ruimte te creëren voor de volgende verkrachter.'
De verkrachtingsslachtoffers kunnen daarna op weinig mededogen van hun omgeving rekenen. 'Ik sprak in Kamanyola, aan de Rwandese grens, met een vrouw die zwanger raakte tijdens haar verkrachting. Thuis stak haar man uit frustratie zijn vrouw in brand. Ze kreeg toch het kind, maar haar man liet haar en het gezin in de steek. Toch keert hij geregeld terug, om haar tot seks te dwingen. Hij vertelt haar daarbij dat wat de soldaten bij haar mochten, hij dan zeker mag.'
www.mamasforafrica.be
DS, 28-08-2009 (Ine Roox)