'Overal in Iran kan je de woede voelen'
'Overal in Iran kan je de woede voelen'
TEHERAN - Massaal gingen Iraniërs de straat op om te protesteren tegen de verkiezingszege van president Ahmadinejad. Het protest werd hardhandig weggeslagen. Nu zijn ze ontgoocheld, boos en bezorgd.
Midden op Teherans lange Vali-e Asr straat, in een zee van in groen gekleurde mensen, wist Mehrdad zeker dat Iran op het punt stond om een beter land te worden. Hij pakte zijn mobiele telefoon om de andere aanhangers van presidentskandidaat Mir Hossein Mousavi te filmen. De meisjes met groene hoofddoeken, de vrouwen in zwarte chadors met groene bandjes om hun polsen en het echtpaar van middelbare leeftijd dat hand in hand door de menigte stapte. Zoveel groen - de kleur van de campagne van Mousavi - betekende één ding, herinnert hij zich: het vertrek van president Ahmadinejad was nabij.
Dat was twee weken geleden, nu is alles veranderd.
'Ik heb die filmpjes van mijn telefoon verwijderd', zegt Mehrdad, een 31-jarige manager bij een importbedrijf in Teheran. Net als de anderen in dit artikel wil hij niet met zijn achternaam in de krant. 'Als ze die filmpjes zouden vinden op mijn mobiel, kunnen ze me arresteren. Sterker nog, ze zouden me zelfs kunnen oppakken als ik groen zou dragen tegenwoordig.'
Mehrdad is een van de miljoenen Iraniërs die samen een beweging vormden, gebaseerd op de hoop om een betwiste verkiezingsuitslag te veranderen. Nu worden ze door de Iraanse leiders bestempeld als terroristen. Nog slechts in kleine groepen gaan ze de straat op om te demonstreren, waarna ze keihard uiteen worden geslagen.
Niet verslagen, maar boos en bezorgd over hun toekomst vertellen drie demonstranten - een manager, een celliste en de zoon van een oorlogsheld - hun verhaal over de presidentsverkiezingen van 12 juni, de vreedzame protesten van honderdduizenden demonstranten en het geweld dat volgde. Allemaal vragen ze zich af wat er nu gaat gebeuren.
'We dachten dat Iran met Mousavi als president een stap naar democratie en vrijheid zou nemen', zegt Mehrdad. Wekenlang sprak hij met mensen in de straat, in supermarkten en op familiebijeenkomst om ze warm te maken voor de relatief onbekende Mousavi, die 20 jaar geleden premier was.
De uitslag - een monsteroverwinning voor president Ahmadinejad - was een klap voor de stedelijke klassen. Mehrdad ging weer de straat op, dit keer met stenen in zijn hand om naar de Baseej, een veiligheidsdienst, te gooien. 'De teleurstelling was op ieders gezicht af te lezen', zegt Mehrdad. 'Niemand geloofde de uitslag.'
Toen Mousavi zijn aanhangers vroeg om op 15 juni massaal de straat op te gaan, was hij bang om neergeschoten te worden. Maar Mehrdad ging toch. 'Er waren twee miljoen mensen daar, zo ver als het oog reikte waren er demonstranten', zegt hij. 'Dit is het, dacht ik, de uitslag wordt zeker veranderd. Maar helaas nam de spanning daarna erg toe.'
Vol trots draagt de elegante Aida, een 22-jarige celliste en studente klassieke muziek, haar groene hoofddoek, hoewel dat dezer dagen al genoeg is voor de Baseej om iemand in elkaar te slaan. 'Ik draag die kleur om te laten zien dat we er nog steeds zijn, dat de beweging niet dood is', zegt ze. Volgens haar zou Mousavi's verkiezing een stap zijn geweest die mogelijk had kunnen leiden tot bepaalde hervormingen in het politieke systeem. 'Niemand wilde totale verandering.'
Bij de eerste demonstraties na de betwiste verkiezingsuitslag was ze vol hoop, maar toen de Baseej het vuur openden op demonstranten die hun basis in brand staken, wist ze dat het allemaal fout zou aflopen. 'Het was duidelijk dat de uitslag niet zou worden aangepast. Ik werd bang om de deur uit te gaan.' Haar broer is opgepakt.
Maysam (29), van wie de vader een beroemde martelaar is uit de Iran-Irak oorlog, had niet gedacht dat hij ooit zou protesteren tegen de leiders van het land waarvoor zijn vader vocht. 'Hij stierf voor de islamitische republiek', zegt hij. 'Maar als hij nog leefde, had hij tegen deze mensen gevochten.'
Op de dag van de grote demonstratie maande hij zijn vrouw en moeder aan om thuis te blijven. 'Ik was bang dat ze zouden schieten. Maar ik ben toch gegaan', zegt Maysam.
Ondanks de miljoenen die die dag de straat opgingen en de honderdduizenden in de dagen erna, maakte Irans opperste leider ayatollah Ali Khamenei vorige week vrijdag duidelijk dat er niet meer mocht worden geprotesteerd.
De volgende dag werden er volgens de staatstelevisie minstens tien mensen gedood op straat, volgens de overheid door 'extremisten' en 'buitenlanders'. Demonstranten zeggen dat veiligheidsdiensten het vuur openden en dat het echte dodental veel hoger ligt.
'Ik ging toen al niet meer naar demonstraties', zegt Mehrdad. 'Het was duidelijk dat er geschoten zou gaan worden.' Maysam bleef ook thuis. 'We kunnen niet tegen de veiligheidstroepen op', zegt hij. 'Je kan de woede overal voelen', zegt Aida. 'Sommigen zijn klaar om te sterven.' 'Internet en sms zijn geblokkeerd, niemand kan nog iets organiseren', zegt Maysam.
Mehrdad heeft zich verbaasd over de reactie van de autoriteiten op het protesten. 'We gaven dit systeem legitimiteit, door deel te nemen aan de verkiezingen. Niemand riep leuzen tegen de Leider, maar nu zeggen mensen extreme dingen', zegt hij. 'Mensen hebben een enorm gevoel van zelfvertrouwen gekregen.'
Maar het is vertrouwen gemengd met een diep gevoel van droefheid. 'Er wordt veel gehuild in Teheran', zegt Aida. 's Avonds gaan de aanhangers van Mousavi hun balkons en daken op, om 'God is groot' te roepen, als teken van steun voor hun kandidaat. Maar terwijl ze het doen, vragen sommigen zich af of het verandering zal brengen.
'Onze enige hoop is Mousavi', zegt Maysam. 'Maar wat kan hij doen? Onze toekomst is duister. Het doet me pijn om erover te denken. Waar gaat dit eindigen?'
DS, 27-06-2009 (Thomas Erdbrink)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|