Haal het maximum uit uw stem
Zondag bent u machtiger dan u denkt. U bepaalt niet alleen mee welke partijen aan zet zijn. U kunt ook uw voorkeur voor één of meerdere kandidaten laten blijken.
U mag twee keer stemmen zondag. Eén keer voor het Vlaams Parlement en één keer voor het Europees. Brusselaars mogen nog meer zelfs: zij stemmen ook voor het Brussels Parlement.
U mag Europees voor een andere partij stemmen dan Vlaams. Dat is geen probleem, het zijn twee aparte formulieren of computerschermen. Wat absoluut niet mag, is bij de Vlaamse verkiezingen meerdere partijen aanduiden of kandidaten van verschillende partijen (zie hierbij). Ook bij de Europese verkiezingen mag dat niet.
Hoe kunt u stemmen?
Ofwel geeft u een lijststem. Dat is het bolletje bovenaan de lijst bij de partijnaam. Dat betekent dat u de volgorde van de kandidaten op de lijst prima vindt of dat u geen bijzondere voorkeur hebt voor één of meerdere kandidaten op die lijst.
Een goede keuze. Maar u hebt meer macht dan dat. U kunt bepaalde kandidaten (of opvolgers) naar voor schuiven en apart belonen met een stem. Ook al levert dat uw kandidaat misschien niet meteen een zitje op in het parlement, het vergroot sowieso zijn of haar gewicht binnen de partij. Hoe meer voorkeurstemmen een kandidaat heeft, hoe groter de kans dat hij of zij een belangrijke plaats kan innemen binnen de partij - en bij latere lijstvormingen.
U kunt - binnen één en dezelfde partij - ook meerdere kandidaten én opvolgers belonen met een voorkeurstem.
Hoe worden de zetels verdeeld over de partijen?
Eerst worden de stemmen per partij geteld. Lijststemmen voor de partij Lila gelden als een stem voor Lila. Maar ook alle stemformulieren waar voorkeursstemmen zijn uitgebracht op kandidaten van Lila gelden als één stem voor Lila. Voor alle duidelijkheid: als u 9 kandidaten van Lila een voorkeurstem hebt gegeven én nog drie opvolgers van Lila, dan geldt dit toch maar als één stem voor Lila.
Op basis van deze telling worden de zetels uitgedeeld. Let wel: per provincie geldt een kiesdrempel van 5 procent. Alleen partijen die meer dan 5 procent halen, maken kans op een zetel. (Stel dat een partij in vier provincies 1 procent haalt en in één provincie zes procent, dan maakt de partij in de laatste provincie wel degelijk kans op een zetel. De drempel geldt dus per provincie apart.)
Europees zijn er maar 13 zetels te verdelen. Dat betekent dat een partij die geen zes procent haalt, sowieso kansloos is. Afhankelijk van hoe de stemmen verdeeld zijn, is zowat zeven procent nodig om een Europese zetel binnen te halen.
Wie krijgt de zetels?
Een voorbeeld
Lila: 600 lijststemmen
Jan Janssens: 500 voorkeurstemmen
Eva Daalmans: 200 voorkeurstemmen
Piet Pieters: 300 voorkeurstemmen
Mieke Vissers: 20 voorkeurstemmen
Etienne Etienne: 100 voorkeurstemmen
Els Elders: 110 voorkeurstemmen
Luc Luciens: 401 voorkeurstemmen
Stel dat deze partij vijf zetels wint in uw provincie. Dan wordt eerst het verkiesbaarheidcijfer berekend. Daarvoor wordt het aantal stemmen dat de partij behaalde (hoeveel mensen stemden voor Lila) gedeeld door het aantal zetels plus één. Wie dat verkiesbaarheidcijfer haalt, is verkozen.
Laat ons aannemen dat het verkiesbaarheidcijfer voor Lila 400 stemmen is. Dan zijn in ons voorbeeld Jan Janssens en Luc Luciens verkozen.
Geen enkele andere kandidaat haalde 400 stemmen, zodat nu de lijststemmen in beeld komen (600 in ons voorbeeld). Dat is de zogenaamde pot waaruit de volgende kandidaten kunnen putten om het verkiesbaarheidcijfer te halen. Met één belangrijke opmerking: de pot is slechts de helft van het aantal lijststemmen (300 dus).
Van de pot heeft Eva Daalmans (zelf 200 stemmen) dus 200 stemmen nodig om aan 400 te geraken. Ook zij heeft een zetel. Piet Pieters heeft ook geluk. In de pot zitten nog 100 stemmen, precies het aantal dat hij nodig heeft.
Maar nu is de pot leeg. Voor wie is de laatste zetel dan? Voor de kandidaat met de meeste naamstemmen, in ons voorbeeld is dat dus Els Elders.
Stel echter dat de partij maar drie zetels heeft gewonnen (met een gelijkaardig verkiesbaarheidcijfer). Luc Luciens zou dan uit de boot vallen. De eerste zetel is voor Jan, de tweede voor Eva (met de hulp van de pot) en de derde voor Piet (ook met de hulp van de pot). Dat Luc de pot niet nodig heeft, doet niets ter zake. Wie boven hem staat, krijgt voorrang. Als die kandidaten genoeg stemmen hebben (met of zonder hulp uit de pot), dan hebben ze voorrang. De lijstvolgorde doorbreken, is dus helemaal niet zo eenvoudig.
En de opvolgers dan?
Die komen pas in beeld op het moment dat een gekozen kandidaat niet zetelt. Door ziekte bijvoorbeeld of - en dat gebeurt veel vaker - omdat hij/zij een andere functie leuker vindt. Het ministerschap bijvoorbeeld.
Bij de opvolgers geldt hetzelfde systeem van toewijzing als bij de effectieven. Ook hier bevoordeelt de lijststem de persoon bovenaan de lijst.
Niemand verdient mijn stem
Er geldt in ons land opkomstplicht. U moet dus naar het stemhokje gaan. Wat u daar doet, is uw zaak. Als u een ventje op het bulletin tekent, is uw stem ongeldig. Als u niets invult, is uw stem blanco. Bij elektronisch stemmen kunt u niet ongeldig stemmen, u kunt wel het hokje blanco aanduiden.
www.standaard.be/hoestemmen
DS, 06-06-2009