Enkele post bekijken
  #2  
Oud 26th April 2009, 18:45
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Waarom moeten we niet reïncarneren?

Waarom moeten we niet reïncarneren?


Waarom mogen we niet meer verrijzen, vroeg Rik Torfs zich in paaskrant af. Etienne Vermeersch formuleert een antwoord. 'Is er ergens een criterium te vinden waar het recht op verrijzenis zou beginnen?'



Al in mijn vroege kinderjaren vond ik het pijnlijk dat er intelligente, eerlijke en ethisch hoogstaande mensen waren die over belangrijke vragen onverzoenbare meningen hadden. En nu, zoveel decennia later, ben ik met die vraag nog altijd niet in het reine. Ik dacht daar opnieuw aan toen ik de mooie beschouwing bij Pasen van Rik Torfs las (DS 12 april), een man die ongetwijfeld de hierboven vermelde karakteristieken heeft en die bovendien zo goed schrijft dat je aarzelt met hem in het krijt te treden. Maar het onderwerp snakt naar verdere uitdieping. Bij de grote wereldgodsdiensten staat de vraag over een leven na de dood centraal. En als het antwoord 'ja' is, dan is er geen waarheid belangrijker dan deze.

'Reliqua super faciem terrae...', zoals Ignatius zei, 'al de rest hier op aarde' is dan slechts relevant in functie van dat oneindige bestaan hierna. Hierover nadenken gaat de dimensies van een persoonlijk dispuut ver te boven: talloze verstandige, eerlijke en goede mensen wereldwijd zijn het over deze cruciale vraag grondig oneens. Rik Torfs lijkt de verklaring van deze onenigheid te zoeken in het feit dat 'het verwerpen van de oneindigheid niet voortvloeit uit de rede… de keuze tussen geloof en ongeloof in de verrijzenis heeft veel meer met schoonheid en liefde te maken.' Eerder het gevoel dan de rede zouden in dit meningsverschil bepalend zijn.

Alleen al vertrekkend van mijn persoonlijke ervaringen kan ik dat standpunt moeilijk volgen. Ik heb tot mijn 25ste geloofd in een God die dat leven na de dood garandeerde. Zo intens dat ik vijf jaar uitsluitend aan Hem heb gewijd en er eeuwige geloften van zuiverheid, armoede en gehoorzaamheid voor heb afgelegd. Toen ik na een periode van anderhalf jaar intens studeren en nadenken, van dat geloof afstand nam, had ik niet de indruk dat ik mij een ander 'levensgevoel' had eigen gemaakt. Integendeel, telkens als ik, nog jaren later, Händels 'I know that my redeemer liveth' beluisterde, of Bachs 'Sehet Jesus hat die Hand uns zu fassen ausgespannt', kreeg ik de tranen in de ogen: ik weende omdat het niet waar was. Ik ween nu niet meer, maar de ontroering is gebleven. Alleen is mijn wereldbeschouwing definitief veranderd, en dat op zuiver redelijke gronden. Zo'n persoonlijke ervaring heeft echter slechts anekdotische waarde.

In het betoog van Rik Torfs stoort me vooral het toespitsen van de wereldbeschouwelijke onenigheid op de thematiek van de verrijzenis. Alleen al in het christendom zijn er twee, moeilijk met elkaar verzoenbare, vormen van het geloof in een bewust voortbestaan. Er is het geloof, grotendeels aan Plato ontleend, dat het wezen van de persoonlijkheid samenvalt met een onsterfelijke 'ziel'. Daarnaast is er de wederopstanding van de 'lichamen' op het einde der tijden, die het late judaïsme, het christendom en de islam aan Zarathoestra ontleend hebben. Maar naast die levensvisie zijn er honderden miljoenen mensen die geloofd hebben of nog geloven in de reïncarnatie: na de dood dwingt een ziel of althans een karma, de neerslag van onze voorbije daden, ons tot telkens weer nieuwe geboorten. En die wedergeboorte is geen bron van vertroosting zoals de westerse opvatting. Integendeel, ooit hoopt men de 'moksha' of het 'nirwana' te bereiken en aan die dwangmatige levensbegeerte te ontsnappen. Die 'westerse' en die 'oosterse' visie sluiten elkaar volkomen uit; daar kan geen 'gevoel' iets aan veranderen. En bij onderling strijdige beweringen besluit de normale mens dat één van beide onwaar is, of allebei. Men kan opwerpen dat er 'mysteries' zijn, waarbij zo'n 'redelijke' conclusie verstek moet laten gaan. Maar waar ligt de grens van dit domein van het mysterie? In de loop der millennia hebben talloze volkeren over allerlei onderwerpen mythische opvattingen gehad: het ontstaan van het heelal, de reden waarom wij moeten lijden en sterven; de structuur van de sterrenhemel, enzovoort...

Nemen we het fascinerende fenomeen van de regenboog: waar komt die vandaan? We zien hem op een bepaalde plaats, maar als we daar zijn, is hij verdwenen. Volgens de bijbel is hij een teken van het verbond tussen God en de mensen en van zoiets zou de rede moeten afblijven. Maar velen zagen een overeenkomst met de kleuren van de morgendauw: 'Hoe schoon die zonnestraal die door dien dreupel beeft'. En zo heeft men, stap voor stap, van Aristoteles, Olympiodorus, Ibn Sina, Ibn al-Haitham, Witelo, Qubt al-Din, Dietrich von Freiburg, Snellius, Fermat, Descartes, en, als voorlopige voltooiing, Newton, een einde gemaakt aan de mythen over de Iris. Dat heeft de rede gedaan, maar noch de regenboog, noch de halo rond de maan, noch de morgendauw, zijn er minder mooi door geworden. Rede, gevoel en ontzag zijn verschillende benaderingen van de werkelijkheid, maar ze drukken elkaar niet weg.

Geconfronteerd met een bewering zal iemand die normaal denkt, die spontaan met andere, gelijkaardige, vergelijken. Stel dat er voor de mens een leven na de dood is, mocht de neanderthaler daar dan ook op hopen? Of de homo erectus, die het vuur heeft uitgevonden, of de homo habilis, die stenen werktuigen maakte, of de australopithecus afarensis, die rechtop liep, zoals wij? Of stopt dit voorrecht plots bij de chimpansee, die nochtans morfologisch en genetisch zo dicht bij ons staat?

Is er ergens een criterium te vinden waar het recht op verrijzenis zou beginnen? En in welk levensstadium verrijzen we? Als embryo van twee dagen, als knaapje van tien jaar; als vrouw voorbij de menopauze, of misschien als demente Alzheimer-patiënt? En die welke altijd zwaar mentaal gehandicapt geweest zijn, of psychopathische lustmoordenaars, als welke 'persoon' zullen die opstaan? Vragen die alleen impasses tot antwoord hebben.

Daartegenover staan eenvoudige alledaagse vaststellingen die door eeuwenlang wetenschappelijk onderzoek zijn bevestigd. Alle levende wezens ontstaan en vergaan en dit tengevolge van natuurkundige en scheikundige wetmatigheden die nooit ontkracht werden. Er is geen enkele aanwijzing dat zoiets met het genus homo of met de soort homo sapiens anders zou aflopen. Dat er eeuwenlang mythen en magische overtuigingen bestaan hebben over geesten, spoken en mana's, is psychologisch verklaarbaar; zoals ook de grote diversiteit ervan. De dynamiek van de drie grote mythen - wedergeboorte, verrijzenis en onsterfelijke ziel (alle drie ontstaan in het eerste millennium voor Christus) - vindt zijn oorsprong in de groeiende ethische bewustwording in die culturen, dat het kwaad op aarde niet altijd gestraft wordt en het goede niet altijd beloond; een schandaal dat het boek Job op meesterlijke wijze uitdrukt. Dat zo de hoop ontstaat op een leven na de dood waarin het onrecht van deze wereld ongedaan wordt gemaakt, is volkomen begrijpelijk. Maar juist het feit dat er toestanden zijn die het ontstaan van zo'n overtuiging plausibel maken roept de hypothese van wishful thinking op en die wordt nog versterkt door de vaststelling dat de mythen die dat probleem moesten oplossen, met elkaar volledig in strijd zijn.

Rik Torfs heeft gelijk dat de westerse mentaliteit in vroegere eeuwen het geloof in de verrijzenis (of de onsterfelijke ziel) bijna tot een evidentie maakte, maar zijn vraag 'waarom “mogen, we niet meer verrijzen' is typisch westers: als oosterling zou hij aan zijn sceptische opponent de vraag gesteld hebben: 'waarom “moeten, we niet meer reïncarneren?' Ik besef dat mijn gedachtegang niet iedereen overtuigt; de zijne ook niet: we moeten dat met wederzijds respect aanvaarden. Over één ding kunnen we het eens blijven: of er nu al dan niet een bestaan na de dood is, in elk geval kunnen we, hier en nu, schoonheid goedheid en liefde voor onszelf en voor de anderen nastreven.

Etienne Vermeersch is hoogleraar emeritus filosofie.


DS, 25-04-2009
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden