Enkele post bekijken
  #1  
Oud 18th April 2009, 18:06
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Zonkant China onderbelicht

Zonkant China onderbelicht


Tibet, onderdrukt protest en corruptie, de westerse media tonen zelden een zonnig beeld van China. De Chinese overheid spreekt van een complot, maar volgens Timothy Garton Ash is er iets anders aan de hand: westerse media willen scoren met spraakmakende verhalen en hebben geen budget meer om het minder spectaculaire nieuws op te volgen.



Tijdens een recent verblijf in China hoorde ik klagen dat de westerse media een vertekend beeld geven van wat er in het land gebeurt. Ik denk dat daar een grond van waarheid in zit, maar niet om de redenen die leden van de Chinese communistische partij of nationalistische surfers vermoeden. In feite is het slechts een voorbeeld van een ruimer internationaal probleem.

De meeste westerse krantenlezers en televisiekijkers met een beetje belangstelling voor China zien waarschijnlijk veel berichten over Tibet, de nakende verjaardag van de protesten op het Tiananmen-plein in 1989, corruptie en ontevredenheid bij het volk. Ze krijgen minder nieuws over de mate van populaire steun voor het systeem, briljante studenten die nog altijd lid worden van de communistische partij, of experimenten met economische en politieke hervormingen, vooral op het provinciale en lokale niveau.

Die invalshoek is geen gevolg van een 'anti-Chinees' beleid of vooroordeel, zoals Chinese woordvoerders beweren. Hoewel veel Chinezen het moeilijk kunnen geloven, omdat hun eigen media de spreekbuis zijn van hun partijstaat, hebben de westerse media er bijna niets mee te maken. De belangrijkste oorzaak houdt verband met de economie en de professionele dynamiek van de westerse commerciële nieuwssector, die op dit moment een 'proces van creatieve vernietiging' doormaakt die Joseph Schumpeter als kenmerkend voor het kapitalisme beschouwde.

In hun felle concurrentiestrijd om de gunst van lezers en kijkers, zijn de grote westerse media geneigd om vast te houden aan enkele verhalen die het publiek kent en interesseert. Wanneer ze zoveel over Tibet berichten, komt dat niet omdat ze ideologische vijanden van China zijn, maar omdat Tibet hun consumenten fascineert en bezorgd maakt. Hun nieuws over de Chinese binnenlandse politiek is inderdaad vaak sensationeel en negatief - maar hun berichtgeving over de eigen binnenlandse politiek is dat ook. De mensen die deze verhalen maken en kiezen, volgen gewoon de marktgerichte regels van hun vak. Sensatie verkoopt. Goed nieuws is geen nieuws. 'Veel Chinese stedelingen redelijk tevreden over stijgend levenspeil' is geen kop waarmee je veel kranten verkoopt.

Het ruimere probleem met de gebruikelijke berichtgeving over China in de grote westerse media is niet haar negatieve karakter. Het is gewoon dat er te weinig nieuws is, rekening houdend met het groeiende belang van China en het feit dat de Chinese cultuur en maatschappij zo sterk van de onze verschillen. De westerse media moeten niet minder schrijven over de Dalai Lama of de verjaardag van 4 juni 1989. Maar ze moeten meer schrijven over de andere verhalen van de complexe, dramatische evolutie die China doormaakt.

Jammer genoeg gaat de trend in de omgekeerde richting: de kranten en de binnenlandse televisiezenders die de meeste mensen lezen en volgen, geven minder buitenlands nieuws. Opnieuw is de reden vooral economisch. Buitenlands nieuws verzamelen, kost veel geld. Terwijl de reclame-inkomsten terugvallen, worden dure buitenlandse kantoren gesloten. Dat is slecht nieuws voor het nieuws - maar ook voor de internationale betrekkingen.

In een uitstekend essay in The New Republic stelt Paul Starr, een academicus van de universiteit van Princeton, dat nieuws een openbaar goed is. Nieuws helpt de mensen om hun regering ter verantwoording te roepen. Net als schone lucht en goede wegen is nieuws niet alleen een goede zaak voor de mensen die er direct voor betalen. Ik zou zijn argument willen uitbreiden naar de buitenlandse politiek. In de moderne wereld, waarin alles samenhangt, is het belangrijker dan ooit dat landen elkaar begrijpen. Dat begrip hangt af van de kennis van de sociale feiten en de individuele menselijke verhalen die de basisingrediënten van de buitenlandse verslaggeving vormen. Als wij minder van dit openbare goed hebben op een ogenblik dat we er meer van nodig hebben, zullen de gevolgen niet alleen maar deprimerend zijn. Ze zouden echt gevaarlijk kunnen worden.

Om kameraad Lenin te citeren: Wat te doen? Een mooi voorbeeld van het verkeerde antwoord krijgen we van de ambassadeur van China bij de Europese Unie, Song Zhe. In een toespraak waarvan onlangs een gedeelte in de China Daily verscheen, zegt ambassadeur Song dat de Europese en Chinese correspondenten 'zich beter bewust moeten zijn van hun verantwoordelijkheid om de betrekkingen tussen China en de EU te bevorderen'. Ze moeten 'hun berichtgeving en commentaar in dienst stellen van consensus, vertrouwen en samenwerking' en 'respect opbrengen voor de ontwikkelingstheorie, de beleidskeuze en de culturele waarden van de ander'. Nee. Dat is misschien de taak van ambassadeurs. Het is niet de taak van journalisten en zeker niet van reporters. Zij moeten accuraat, eerlijk en boeiend berichten over wat zij zien, horen, ruiken en lezen. Zeggen waar het op staat. En dus, om een geliefkoosd Chinees gezegde van Deng Xiaoping te gebruiken: 'de waarheid zoeken in de feiten'.

Het gewezen hoofd van het Chinese State Council Information Office, Zhao Qizheng, schrijft in zijn boek, One World, dat ik bij mijn terugkeer uit Beijing in het vliegtuig las: 'Wanneer ik met buitenlandse journalisten praat, vraag ik hen om in hun berichtgeving over China de feiten zo accuraat mogelijk te rapporteren. Er rijden bijvoorbeeld veel auto's op de Chinese wegen en veel mensen negeren de verkeersregels en steken de straat over waar en wanneer het hen zint. Dat zijn feiten die gemeld moeten worden. Maar je mag niet gaan vertellen dat China geen auto's heeft. Dat zou gewoonweg verkeerd zijn. Zolang je de feiten rapporteert, is er geen probleem.'

Als we de visie van Zhao verkiezen boven die van Song, moeten we ze ook in de praktijk brengen. Maar in feite gebeurt dat al, op voorwaarde dat je belangstelling hebt en weet waar je moet zoeken. Een paar uurtjes op het web en een handvol goede tips volstaan om een echte grot van Aladin vol rijke, gevarieerde, gedetailleerde reportages en analyses over China te vinden. (Probeer als een eerste 'Sesam open u' chinadigitaltimes.net of danwei.org.) Veel van deze berichtgeving is niet op een professionele manier geverifieerd en gebalanceerd zoals bij The New York Times, maar ze wordt op een andere manier gecontroleerd, door bloggers die onverbiddelijk alle vermeende fouten, vertekeningen en weglatingen aanstippen.

Intussen publiceren toonaangevende bladen als The Economist, The New Yorker en The Atlantic Monthly lange, oorspronkelijke en zorgvuldig op hun feitelijke correctheid gecontroleerde stukken uit China. In Beijing zag ik op BBC World News een fascinerende reportage over boeren die hun huizen op het land hadden geruild voor woningen in de stad, met de belofte dat er een school zou komen die hun kinderen zou opleiden voor een beter leven. Die belofte was nog niet ingelost. Partijdig anti-Chinees nieuws? Helemaal niet. De BBC doet wat Deng Xiaoping aanprees: de waarheid zoeken in de feiten.

Waar zit het addertje onder het gras? In de klaagzang waarmee ik deze column begon, heb ik opzettelijk verwezen naar wat de meeste westerse lezers en kijkers normaal onder ogen krijgen. Starr maakt in zijn essay een nuttig onderscheid tussen beschikbaarheid en blootstelling. Het materiaal is beschikbaar. Mensen die verslaafd zijn aan nieuws uit China kunnen elke dag een massa informatie vinden. Maar wat wel bedreigd wordt, is de brede, min of meer willekeurige dagelijkse blootstelling aan wereldnieuws die je krijgt wanneer je bij het ontbijt de bladzijden van de krant omslaat (op voorwaarde dat je een fatsoenlijke krant neemt).

Klagen over de vergane glorie van een waarschijnlijk mythisch gouden tijdperk van de buitenlandse verslaggeving heeft geen zin. Het komt erop aan dat we nu uitzoeken hoe we het enorme potentieel van de nieuwe media kunnen benutten om meer mensen vaker bloot te stellen aan betrouwbaar en interessant buitenlands nieuws. En daar hangt meer van af dan alleen de toekomst van de journalistiek.

Timothy Garton Ash is professor Europese Studies aan de Universiteit van Oxford.


DS, 18-04-2009
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden