Middelbaar onderwijs heeft update nodig
Middelbaar onderwijs heeft update nodig - Minder leerkrachten voor de klas in eerste jaren middelbaar
BRUSSEL - Als een leerling in het eerste middelbaar maar vier of vijf leerkrachten voor de klas krijgt, zal de overgang van basisonderwijs naar middelbaar onderwijs zachter verlopen.
In de eerste jaren van het middelbaar minder leerkrachten, die elk meer uren in dezelfde klas komen; dat is een van de ideeën om de kloof die gaapt tussen basis- en middelbaar onderwijs, te verkleinen. Ze staat in de 'kladversies' van de nota's van de groep-Monard. Die experts moeten minister van Onderwijs Frank Vandenbroucke in april een blauwdruk voor het middelbaar onderwijs van de 21ste eeuw afleveren.
In de eerste jaren van het middelbaar krijgt de leerling tien of meer leerkrachten voor zich die telkens niet hem, maar hun vak centraal stellen. In het basisonderwijs had de leerling maar één of hoogstens twee leerkrachten.
Vier à vijf leerkrachten in het begin van het middelbaar is beter, luidt het. Dat vergt dat sommige vakken samen worden gezet in groepen, naar analogie met WO, het werkelijkheidsonderricht in de basisschool. Maar dat zijn nog ideeën, er staat nog niets vast. 'Ik wil de nota's pas hebben als de commissie ze als af beschouwt', zegt de minister.
De eerste graad van het middelbaar moet volgens de experts een bredere vorming bieden en 'definitieve studiekeuzen' moeten pas later gemaakt worden. Vandaar het voorstel nog wel het vak Latijn, maar geen 'richtingen Latijn' meer aan te bieden.
De groep vindt het onderscheid algemeen/technisch/beroepsonderwijs niet meer relevant. Het bestendigt ook 'het watervalsysteem'. De experts sluiten zich aan bij de vele scholen die al 'proeftuinen' opzetten om de schotten tussen die onderwijsvormen af te breken: ze groeperen richtingen voortaan in 'belangstellingsgebieden' zoals 'natuur en techniek', 'talen en cultuur', 'handel en economie'. In die gebieden zijn er dan richtingen die leiden naar doorstuderen en andere die leiden naar afstuderen op 18 jaar.
Aantrekkelijk lijkt ook het idee niet meer alles in lesuurtjes van 50 minuten te proppen, maar scholen de kans te geven met grotere tijdsblokken te werken.
De lerarenvakbonden reageerden gisteren kritisch tot negatief op een uitgelekt deel van een oude versie van een nota van de werkgroep-Monard. Ze zijn onder meer bang dat er voor de leraars veel gaat veranderen. Ook het hoofdkwartier van het katholiek onderwijs gromt. Wij zijn niet betrokken, luidde het. Maar dat is logisch. De commissie is een groep experts die een blauwdruk maakt - een realistische schets van een mogelijke hervorming. Die bindt niemand, maar maakt onderhandelen later makkelijker. Vandenbroucke zet daarmee een voorzichtige stap in een mijnenveld. De basisschool ziet er al lang niet meer uit als in de jaren zestig; dat onderwijsniveau kan evolueren zonder grote schokken in de regelgeving. Het hoger en het universitair onderwijs hebben zich ook al grondig aangepast, vooral de jongste decennia, en vooral onder Europese druk.
Het overgereglementeerde middelbaar onderwijs lijkt nog het meest op dat van dertig, veertig jaar geleden. Dat hervormen is een mijnenveld, dat de opeenvolgende ministers van Onderwijs meden. Vorige jaren is het zichzelf beginnen te vernieuwen, met 'proeftuinen' die onder meer voortkwamen uit 'Accent op Talent' van de Koning Boudewijnstichting. De groep-Monard distilleert daaruit een synthese.
DS, 21-03-2009 (Guy Tegenbos)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|