Onfatsoen als handelsmerk
Onfatsoen als handelsmerk
Een tiental kandidaten strijdt in Nederland om erkenning als radio- en tv-omroep. De ogen van politiek en media zijn vooral gericht op de controversiële shocklog GeenStijl.
'Bij elke nieuw lid, killen we een kitten.' Dat staat, naast een foto van een verschrikkelijk schattig poesje, op GeenStijl.nl. Het 'argument' hoort bij een oproep aan bezoekers om zich lid te maken en zo de meest controversiële weblog van Nederland te laten uitgroeien tot een radio- en tv-omroep.
Nu moet je die poesjesslachting gelukkig niet serieus nemen. Je moet altijd oppassen voor je iets serieus neemt dat op GeenStijl verschijnt. Deze website verspreidde bijvoorbeeld ook doodleuk het nieuwsbericht dat VARA-presentator Felix Meurders jammerlijk overleden was. Omdat die hen te kritisch had aangepakt.
Toen de razend populaire shocklog aankondigde dat ze 'ook wel eens een greep wilden doen in de 500 miljoen die jaarlijks over de slagboom van het Mediapark in Hilversum wordt gekieperd', dacht het merendeel van de eigen lezers aan een grap. Waarom zou GeenStijl immers opeens gaan meedoen aan het saaie omroepbestel dat het steevast verguist? Het antwoord: 'Gewoon omdat het kan.'
Het is GeenStijl menens met hun strijd om een zendvergunning voor de periode 2010-2015. Ze gaan 'stijlloze televisie en radio maken', met onder meer 1° een fair and balanced - lees: niet truttig, links en politiek correct zoals de andere - actualiteitenprogramma, 2° Nederlands drama zonder boodschap, 3° bevordering van beschaafd bloot en 4° gratis call-tv met reaguurders.
Om dat mogelijk te maken, zijn er 50.000 mensen nodig die 5,76 euro storten om zich lid te maken. Dat kan geen enkel probleem zijn, want na één week stond de teller al op ruim 20.000. Dat betekent dus vanaf 2010 een omroep erbij, die met overheidsgeld jaarlijks 100 uur televisie en 450 uur radio mag maken. Bekend Nederland slikt. Alsof het verbale terrorisme van GeenStijl zo al niet genoeg maatschappelijke invloed heeft.
GeenStijl ontstond in 2003 als een privéweblog van Dominique Weesie, toen journalist bij De Telegraaf. Onder het pseudoniem Fleischbaum spuide die korte opiniërende stukjes die te kras waren voor de krant. Het initiatief groeide uit tot een website met een vijftiental vaste medewerkers. Specialiteiten: platte mannenlol (grote borsten en ander bloot), relletjes en schandaaltjes rond mediamensen en politici, uitspattingen van jongeren en het bashen van fanatiek gelovigen - moslims en christenen. Maar de grootste aantrekkingspool zijn de talrijke reacties van enthousiaste, elkaar in vuilbekkerij overtreffende reaguurders.
Begin vorig jaar heeft De Telegraaf, zelf niet vies van een flinke scheut populisme, GeenStijl gekocht. De redactie van de website blijft autonoom, maar toch werd de stijl een tikje journalistieker. Weesie en co gooien wat zij als interessant beschouwen snel op het net - steevast voorzien van grof of ironisch commentaar. Met succes. Volgens Weesie heeft de site 1,8 miljoen bezoekers per maand. Het aantal geregistreerde reaguurders gaat over de 100.000.
Marc Chavannes, docent journalistiek aan de Universiteit van Groningen, weigert GeenStijl uitsluitend als een negatief fenomeen te zien. Voor hem is er niet zo'n gigantisch verschil tussen de linkse Pietje Bells van de late jaren zestig en de rechtse van vandaag. 'Ik zie het als een volgende fase in het openbreken van de conventionaliteit in Nederland. Veertig jaar geleden werd dit kneuterige land opeens hip. Het loskomen van conventies heeft tot nieuwe conventies geleid: zeker in de media is een soort eenheidsgedrag geslopen, wat veel mensen irriteert. Enkele handige jongens hebben ontdekt dat ze met een quasi-kosteloos medium een grote groep kunnen bereiken die hun rebelse afwijzing van die conventies waardeert. Er zijn kennelijk zeer veel jonge mannen die zich stierlijk vervelen op kantoor en die een hoop lol beleven aan puberaal rebels gedrag.'
Chavannes vindt het fenomeen niet onnuttig. 'GeenStijl maakt aan de bestaande geschreven en audiovisuele media duidelijk hoe braaf ze zijn geworden. En doet de goegemeente hardhandig inzien hoe oneindig de vrije ruimte op het internet is. Je kunt daar als overheid nog weinig uitrichten met regels. Je kunt alleen besluiten er niet naar te kijken.'
Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Een populair medium dat sarcasme in het vaandel voert en journalistieke principes over woord en tegenwoord en nuances belegen onzin vindt, is potentieel gevaarlijk. . Met honderdduizend reaguurders kun je de mailbox of de facebookaccount van om het even welke Bekende Nederlander platbombarderen, of om het even welke peiling op het internet naar je hand kunt zetten.
Vroeger waren de grappen en campagnes van GeenStijl vooral ludiek bedoeld. Toen chipsfabrikant Smiths via een internetpoll een naam voor een nieuw zoutje zocht, zorgde een stembombardement ervoor dat er weldra 'Dorito's-Geen Stijl' in de handel lagen. En toen een verkiezing van Grootste Rotterdammer op een tweestrijd tussen Erasmus en Pim Fortuyn leek uit te draaien, 'kaapte' GeenStijl de peiling door op te roepen de vergeten bokser Bep van Klaveren te steunen. Met succes, zoals altijd.
De jongste tijd heeft de website geregeld interessante primeurs. GeenStijl onthulde bijvoorbeeld de identiteit van de jonge Nederlandse vrouw die bij de rebellenbeweging Farc in Colombia zit. Bovendien maakt GeenStijl al een poosje televisie.
In 2007 werd een programma dat SteenGeyl zou gaan heten, op het laatste nippertje afgeblazen omdat de overkoepelde netmanager van Nederland 3 het om half één 's nachts programmeerde. GeenStijl maakt sindsdien wel soms filmpjes voor andere zenders zoals Veronica en RTL 4. Ze gingen zelfs al embedded op bezoek bij de Nederlandse troepen in Afghanistan. Voor Defensie is het jongemannenpubliek een ideale visvijver voor rekruten.
Toch verloochent GeenStijl nimmer zichzelf. Dominique Weesie wil de aanpak van de Britse tabloids kopiëren: keihard onthullen, man en paard noemen. Verdachten in strafzaken benoemen met een initiaal is voor lutsers, wij tonen kleuterneuqers en ander gespuis met naam, foto en adres. Een hoger doel heeft het niet, gewoon 'kritisch zijn' voor het (leed)vermaak. 2009 is het eerste jaar dat die aanpak politieke slachtoffers eiste, zoals minister Ella Vogelaar.Nochtans ontkennen de intitiatiefnemers iedere politieke agenda. Wie GeenStijl leest, merkt een diepgewortelde onvrede over al wat links en multicultureel is. Haat tegen traditionele media zoals De Azijnbode (De Volkskrant), lelijke dingen over Noord-Afrikanen en Antillianen: het spook van Pim Fortuyn waart hier rond. Ook in de aversie van de Christenunie en andere calvinistische organisaties: GeenStijl is - zoals Fortuyn - erg rechts, maar ook libertijns. Verbieden verboden, moralisme is gezeik. Zo rebels en recalcitrant is de huisstijl dat ook rechtse politici op hun hoede moeten zijn: politici van de PVV van Geert Wilders en Trots op Nederland van Rita Verdonk zijn al kop van Jut geweest.
Een duidelijke reactie op de populistische hofnarren van cyberspace blijft uit. De traditionele media weten net zo min hoe te reageren als de traditionele partijen destijds op die andere barometer van het onderbuikgevoel, Fortuyn. Wat te doen als je aangevallen wordt? Woedend reageren heeft geen zin. Dit is immers een medium dat zichzelf op het eerste tabblad op zijn site afficheert als 'tendentieus, ongefundeerd en nodeloos kwetsend'. Naar de rechtbank stappen? Er bestaat zoiets als vrije meningsuiting.
Bovendien heeft wat GeenStijl publiceert meestal - op enkele zieke grappen na die als 'humor' bestempeld worden - minstens een kern van waarheid. Wat moest de bekende doelman Stefan Postma doen toen GeenStijl een filmpje postte waarin hij zich door zijn vriendin met een dildo anaal liet penetreren? Beweren dat het niet waar is?
De Raad voor de Journalistiek heeft de verantwoordelijken van de website al enkele keren op de vingers getikt, maar Weesie en de zijnen erkennen de Raad niet. En dus sidderen en beven vele politici. Iedereen kan immers de volgende Ella Vogelaar worden. De organisatoren van mediatraining en communicatiespecialisten beleven gouden dagen.
Ook Marc Chavannes is geschokt dat een minister tot ontslag kan gedwongen worden wegens een tekort aan babbelvlotheid en tv-handigheid. 'Maar wat me ook stoort is hoe de traditionele media daarop gereageerd hebben. Als Pauw en Witteman en De wereld draait door die beelden niet herhaald hadden en de kranten niet lichtzinnig de hele hype hadden gevolgd, had deze uitwas van de mediademocratie misschien niet zulke zware gevolgen gehad. De elite zou wat vaker de schouders kunnen ophalen over dit soort satire, in plaats van het achterna te lopen. Of kunnen onderlijnen hoezeer zo'n rel over oppervlakkigheden gaat.'
En nu dus op naar radio en tv. Henk Hagoort, voorzitter van de openbare omroep, is niet blij met een verdere versnippering van de zendtijd. Toch zegt hij niet dat GeenStijl niet welkom is. De openbare zenders Nederland 1, 2 en 3 zijn de jongste jaren aan een revival bezig, en dat is mede te danken aan de jongerenomroep BNN, die het bestel een frisser en vinniger imago gaf. GeenStijl zou een gelijkaardig effect kunnen hebben - zolang ze het niet al te bont maken.
Dominique Weesie heeft immers al aangekondigd alleen in het systeem te stappen om het van binnenuit op te blazen. De traditionele media krabben zich in het haar, maar beginnen langzamerhand aan een strategie te werken. De VARA zou zelfs aan een eigen linkse variant op GeenStijl werken.
DS, 17-01-2009 (Steven De Foer)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|