Historisch horrorjaar
Historisch horrorjaar
BRUSSEL - 2008 is een van de slechtste beursjaren in de geschiedenis. Het leek op een onvervalst Hitchcock-scenario. Een half jaar lang bleef de hoop dat de wereldeconomie dankzij de groeilanden niet onderuit zou gaan.
De voedsel- en grondstoffenprijzen stegen historische hoogten. Deels door speculatie maar ook door de sterke vraag in nieuwe economische wereldmachten zoals China. Met het redden van zakenbank Bear Stearns in maart gaven de Verenigde Staten de wereld zelfs extra hoop, maar zetten daarmee iedereen pas echt op het verkeerde been. Op de koop toe verhoogde de ECB in juli, op de rand van de afgrond, nog de rente. Tegelijk piekte een vat olie op 147 dollar.
Toen de VS in september zakenbank Lehman Brothers toch failliet lieten gaan, brak wereldwijd paniek uit. De beurzen crashten maandenlang, banken gaven mekaar geen krediet meer en stevenden af op een faillissement. De overheden moest massaal geld injecteren om een complete ineenstorting te vermijden. Bedrijven en consumenten gingen massaal in koopstaking en de economie kwam nooit eerder zo snel tot stilstand als dit najaar.
De traditioneel goede beursmaand januari startten bijzonder slecht met een ongewoon verlies van zowat 10procent voor de grote beursindices. Vooral de grote zakenbanken meldden miljardenafschrijvingen op waardepapieren gerelateerd aan hypothecaire kredieten van zwakke kwaliteit. Een trader zadelde Société Générale op met een miljardenverlies. De Amerikaanse Centrale bank verlaagde plots de rente naar 3,5%. Het kalmeerde begin dit jaar de markten, maar het stelde allemaal niet veel voor tegen wat nog zou komen. Intussen woekerde de kredietcrisis voort en dat tastte stilaan het hele financiële systeem aan. Professionele beleggers bouwden voortdurend, al dan niet gedwongen, hun met kredieten gefinancierde beleggingen af. Beleggers vroegen hun geld terug. Hefboomfondsen kwamen in de problemen.
In de Verenigde Staten ging de huizenmarkt van kwaad naar erger. De huizenprijzen zakten verder en steeds meer mensen konden hun hypotheek niet meer afbetalen. Dat verergerde nog de crisis, want inbeslaggenomen huizen kwamen extra op de markt. Bovendien waren de Amerikaanse hypotheken herverpakt met ander schuldpapier dat in het bezit bleek te zijn van zowat alle banken in de westerse wereld. Op 10juli moesten de VS de twee draaischijven van het systeem, de kredietherverpakkers Fannie Mae en Freddie Mac, nationaliseren. Omdat niemand precies wist welke risico's waar zat, viel de markt compleet weg en kelderden de prijzen. Daardoor moesten zowat alle banken er zware verliezen op nemen. Zelfs hun eigen kredietwaardigheid kwam in het gedrang.
Professionele beleggers vluchtten in staatspapier op korte termijn en namen genoegen met een rente van bijna nul. Ze waren dus al blij dat ze hun geld terugkregen.
Even later bleek dat terecht. Zakenbank Lehman Brothers kampte met een tekort aan liquiditeiten en tot verbazing van iedereen lieten de Amerikaanse autoriteiten de bank bankroet gaan. Toen ook AIG, een van de grootste verzekeraars, dreigde om te vallen, greep de staat wel in.
Maar het kwaad was geschied : plots wantrouwde elke bank de andere als de volgende 'Lehman Brothers' en het interbancaire krediet viel stil. De zwakste spelers werden eerst aangevallen. Zo wankelde hier Fortis, omdat de groep nog middelen moest verzamelen om de overname van ABN Amro te betalen. Maar dat was onmogelijk geworden omdat iedereen zijn geld angstvallig op zak hield. Grote klanten in Nederland haalden hun geld weg en veroordeelden zo Fortis.
De beurzen, die al behoorlijk terrein hadden verloren, gingen nu in vrije val. Oktober werd een van de slechtste beursmaanden ooit met verliezen van 20procent en meer voor de grote beursindices. De bankaandelen kelderden totaal, maar ook de beurzen van de groeilanden vielen ten prooi aan zelden geziene crashes. In China, Rusland en Turkije en India verloren de beurzen zowat 70%. De grondstoffen die midden dit jaar nog piekten op records, klappen volledig in mekaar. De olieprijs zakte naar zijn laagste peil in vier jaar. Ondertussen was het krediet ook voor bedrijven met een goede kredietwaardigheid 30procent duurder geworden. Bedrijfsobligaties noteerden alsof de uitgevers op de rand van het faillissement stonden. Bedrijven en consumenten werden uiterst voorzichtig en beperken hun uitgaven. De autoverkoop klapte in mekaar. Ook toeleveranciers zoals Arcelor, Nyrstar of BASF besloten hun fabriek tijdelijk te sluiten. Daardoor stuikten ook de aandelen van industriële bedrijven in mekaar.
Het is duidelijk dat de Amerikaanse beurzen afstevenen op hun slechtste jaar sinds 1931. De Bel-20 zakte met 55procent bijna evenveel als in de hele berenmarkt van 1999 tot 2003. Sinds de top in 2007 zijn de beurzen nog nooit zo snel zo veel gezakt. In november daalde de S&P500 onder het laagste punt van de vorige beurscrisis in oktober 2002. Misschien schetst de extreme volatiliteit nog best een van de ergste beurscrises ooit. S&P meldt dat in de jongste 60handelsdagen van de S&P500 er liefst 17dagen waren met schommelingen van 5procent of meer. Dat zou evenveel zijn als in de vorige 53jaar samen. Voor slechtere tijden moeten we terug naar 1929. Vandaag moeten ook niet-beleggers hopen dat de beurs herstelt, want anders dreigt een nieuwe Grote Depressie.
DS, 27-12-2008 (Jan Reyns)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|