De troost van een aalmoes
9.680 euro plus 2.633 euro. Zoveel heeft pastoor Paul Scheelen het voorbije anderhalf jaar weggegeven aan de armen. In kleine bedragen, ze staan opgelijst in een verfrommeld notitieboekje dat de pastoor in zijn binnenzak draagt. In de mooiste kerk van het land viert hij vanavond Kerstmis tussen Rubens en Mozart.
En dan heeft Paul Scheelen nog een dikke map vol briefjes, steunfiches, zoals hij ze noemt, een soort van reçuutjes voor de grotere bedragen: 75 euro voor een abonnement voor De Lijn, 40 euro voor de apotheker, 125 euro om de huur te helpen betalen, 167 euro om een boete bij De Lijn te vereffenen, betaald aan de deurwaarder die al de inboedel van het gezin was komen monsteren. Twee zonen van de familie van zeven kinderen hadden zwart gereden. En het thuis verzwegen, want thuis hebben ze geen cent, het gezin woont hier al negen jaar illegaal.
Niet om campagne te voeren, lijst Paul Scheelen dat op, maar voor het geval iemand hem ooit vraagt: 'Meneer pastoor, wat hebt gij met al dat geld gedaan dat de mensen u toestoppen?' De Music for Life'en en andere megafonen voor het Goede Doel eisen alle aandacht, maar veel hulp gaat nog altijd van hand tot hand. Op bijna elke steunfiche die de pastoor heeft uitgeschreven, staat een exotische naam. 92 gezinnen steunt pastoor Scheelen en zijn Sint-Jorisparochie, bijna allen vluchtelingen zonder papieren. Al zijn zij niet de enige armen. En arm zijn betekent: naar de pastorij moeten tussen 9 en 10 uur 's morgens, de pastoor bekennen dat je zelfs geen geld meer hebt voor een brood of een geneesmiddel, zodat hij wat geld uit zijn zakken haalt, en jij je reçuutje invult.
Paul Scheelen is de pastoor van het Antwerpse Schipperskwartier. 'Berg uw romantische ideeën over dat schipperskwartier op', zegt Scheelen in de pastorij in de Sint-Paulusstraat. Schippers komen er niet meer. De haven is al lang geleden opgeschoven naar het noorden. De prostituees waren er langer blijven hangen, maar sinds vijf jaar houden stadsbestuur en politie er een grote kuis, ze hebben de hoerententen in zeventien rode straten van de wijk gesloten. Scheelen heeft nog missen gevierd om te bidden ter nagedachtenis aan alle slachtoffers van de prostitutiepolitiek van de stad. Dat hoeft nu niet meer. De oude wereld, met zijn ellende maar ook met zijn solidariteit, is dood. De vastgoedmakelaars regeren, de prijzen zijn vertienvoudigd, panden vervallen in afwachting van nieuwe luxe.
De pastoor hoort van de enkele prostituees met wie hij nog contact heeft dat ze in anonieme appartementsgebouwen aan de rand van de stad werken. Ook de armen zijn verdreven, van de 92 die pastoor Scheelen steunt, wonen er nog 17 in zijn parochie zelf. Verdreven betekent natuurlijk niet dat ze van de aardbodem zijn verdwenen.
Op de rug
Er zijn ook andere manieren om arm te zijn in het nu stilaan rijke Schipperskwartier: naar de voedselbedeling van Sint-Antonius op de Paardenmarkt gaan. Dat betekent buiten wachten, tussen havelozen van alle slag, de ene al met meer waardigheid en hygiëne dan de andere, de kaart tonen die je recht geeft op een voedselpakket omdat je per maand minder dan 150 euro leefgeld overhoudt, en een voedselpakket overhandigd krijgen. Daarin tref je het grootste deel van het jaar pasta en leverpastij - nu met kerst is het assortiment ruimer. Elke voormiddag schuiven dertig tot zestig mensen aan. Veertien vrijwilligers van de parochie houden de boel draaiende.
Paternalisme, werd hen vroeger verweten. Alsof ze zich niet van dat gevaar bewust zijn. De parochiale organisaties spannen samen met 25 Antwerpse organisaties van alle gezindten tegen de armoede. Al die organisaties, van Payoke tot Zenith, leveren 'Noodhulp Onder Protest', zoals hun koepel heet. Ze protesteren zelf tegen de noodhulp die ze geven. Ze beseffen al te goed dat voedselpakketten, kleren of 75 euro voor de apotheek schamele aalmoezen blijven. In afwachting dat de armoede de wereld wordt uitgedreven. Structureel uitgeroeid. Politiek uitgeschakeld. De vooruitzichten daarop zijn helaas niet bijster goed.
'Armen blijven arm', zegt pastoor Scheelen nuchter. Een provocatie, maar wel waar. Zoals hij prostituees kende wier dochters en kleindochters op de rug gingen, zo kent hij armen die drie generaties later nog arm zijn. Daarom betaalt hij voor sommige families het schoolgeld, en als het nodig is ook het busabonnement. Scholing, eigenwaarde, ruggengraat, lust om te werken en vooruit te raken. Au fond zijn dat dezelfde waarden uit de tijd toen de parochie van Sint-Joris nog groot en sterk was, en breed gedragen, toen ze een vakschool oprichtte om de jongens en de meisjes uit de armste wijk een kans te geven. De parochie heeft die school nog altijd onder haar hoede.
'Maar ik oordeel nooit', zegt Scheelen. 'Ik steun families waarvan ik weet dat de man een flierefluiter en een plantrekker is. Ik maak mij kwaad, ik scheld hem uit, maar het helpt niet. Zijn vrouw verdedigt hem. Zijn kinderen moeten vooruit kunnen. Ach, ik vergeet heel veel van wat mensen mij vertellen. Ik krijg geen zicht op armoede. Hoe meer ik er mij mee bezig hou, hoe minder ik er zicht op heb.'
'Armen begaan stommiteiten. Als ze geen stommiteiten meer begaan, zijn ze hun levenslust kwijt.'
Mozart
Scheelen zal vanavond voor een overladen Sint-Pauluskerk de kerstwake voorgaan. Om middernacht worden meer dan 1.200 mensen verwacht voor de Spatzenmesse van Mozart. De Sint-Pauluskerk, wat verscholen in een huizenblok temidden van het Schipperskwartier, biedt dan ook de troost van een bijna absolute schoonheid. Zonder overdrijven is ze de mooiste kerk van 't Stad, zoniet van het hele land. Haar ijle gotische bogen zijn van een ontroerende perfectie, door de ramen valt een verbluffend licht. Haar interieur is een woekering van de zuiverste barok. Somptueus houtsnijwerk, een magistraal orgel, en exuberante schilderkunst van Rubens, Van Dyck, Jordaens. De orde van de Dominicanen bouwde deze kerk als 'concept store' van haar imperium, een jubelkreet bij de overwinning van het katholicisme.
Scheelen gaat rond en praat over de engelen, bijna levensgroot uit het hout van de biechtstoelen gesneden, steevast met één voet van de grond. 'Blijf niet plat, zeggen die engelen. Er is altijd meer mogelijk. Ze dagen je uit. Plus est en vous. Word de man die je kan zijn.' Dat heeft hij altijd gepreekt en voor waar gehouden.
Van over de hele stad en zelfs van over het hele land komen ze om door hem gehuwd te worden of begraven te worden - die ijkpunten in een leven waar de Kerk nog bruikbaar voor geacht wordt. Twee jaar geleden begroef hij er Luna, in november twee meisjes en hun grootouders die in het busongeval in Egypte zijn omgekomen. Hij is de pastoor geworden van een postmoderne parochie: de armen die de steun van de parochie zoeken, wonen er niet meer en hebben er nog amper banden. De sterken en rijken die de parochie zouden moeten ondersteunen, komen er inspiratie zoeken op de hoogdagen, maar velen zijn daarna weg. Een grote begrafenisondernemer heeft Scheelen gevraagd of hij zijn prachtige kerk niet wil verhuren voor uitvaarten, een vorm van Rent a Church, ook vrijzinnigen missen in de steriele crematoria de troost van de schoonheid.
'Dat is mijn angstbeeld', zegt Scheelen, die volgend jaar zeventig wordt. 'Dat het een onpersoonlijk en duur zakenmodel wordt. Er moet een gastheer zijn, iemand die alle gasten, wat ook hun geloof of gezindheid, met respect welkom heet. Ik wil de diensten zelf blijven voorgaan. Ik wil alle huwelijken voorbereiden. Ik kan nu nog een beroep doen op een groep. Maar met zo'n stadsparochie lopen we het risico dat de kleine groep van telkens dezelfden de gemeenschap draagt, en dat de rest profiteert van hun inspanningen.'
Als ook die verouderde groep het begeeft, rest ook van deze parochie niet meer dan het kerkgebouw. Zonder gemeenschap blijft die praalzuchtige kerk dicht voor wie ze niet kan betalen of kunstminnend bewonderen. Als om dat te voorkomen, is tegenover de ingang van de zijbeuk een monument opgericht, het monument van de onbekende vluchteling, ter ere van de tienduizend migranten die wereldwijd tijdens hun vlucht omkomen, naamloos, grafloos. Het monument bestaat uit een zware steen, in stukken gebroken, er komen twee handen en een gezicht vanonder. Het was bedoeld als een monument van hoop. Het was omgeven door wilde planten. Maar ook dat hoekje van de wijk is nu opgekuist, met de oude straatstenen is ook het groen opgebroken. Alle voegen zijn proper dicht gecementeerd. Het monument is een verpletterende grafsteen geworden. Het graf van de armste vluchteling aan de ingang van de rijkste kerk.
www.deloodsen.be
www.noodhulponderprotest.be
DS, 24-12-2008 (Karel Verhoeven)