Het belang van Limburg
Datum : 24/10/2007

De wet voorziet geen discriminatie doordat ze rechters de mogelijkheid biedt dronken fietsers hun rijbewijs in te trekken. Dat stelt het Grondwettelijk Hof woensdag, in antwoord op een prejudiciële vraag van de Mechelse politierechtbank.

Op 20 november 2005 werd een man uit Bonheiden als bestuurder van een fiets onderworpen aan een alcoholcontrole. De ademanalyse gaf een alcoholconcentratie aan van 0,76 milligram per liter uitgeademde lucht, meer dan het toegelaten maximum. De man vreesde dat hij niet enkel een boete of celstraf zou krijgen, maar dat ook zijn rijbewijs zou worden ingetrokken.

Hij vroeg de politierechter daarom het Grondwettelijk Hof te vragen of de wet geen discriminatie inhoudt. Hij voerde immers aan dat twee fietsers die dronken rijden, verschillend kunnen worden bestraft, naargelang ze een rijbewijs hebben of niet. In het eerste geval kan de fietser een boete en/of een celstraf oplopen en bovendien zijn rijbewijs kwijtspelen, terwijl het in het tweede geval enkel om een boete en/of celstraf gaat.

Het Grondwettelijk Hof volgde zijn redenering niet. De verplichting voor de rechter om het recht tot het besturen van een motorvoertuig in te trekken, slaat op alle weggebruikers, ongeacht of ze een rijbewijs hebben of niet. Het verbod geldt immers alle motorvoertuigen, ook die waarvoor geen rijbewijs nodig is.

Dat de maatregel zwaardere gevolgen heeft voor weggebruikers met een rijbewijs, is volgens het Hof een logisch gevolg van de maatregel en kan dus geen afbreuk doen aan het objectief en redelijk karakter ervan. Het Hof wijst er overigens op dat de mogelijkheid voor de rechter enkel van toepassing is in geval van recidive en zich kan beperken tot bepaalde categorieën voertuigen.