Allereerst wil ik nogmaals pleiten voor het staatsbedrijf. Ik geloof er niet in dat openbare dienstverlening (Iedereen van energie voorzien vind ik nog steeds een openbare dienstverlening) kan verbeteren door concurrentie. Allereerst de kwaliteit. De elektriciteit die wij thuis verbruiken komt gewoon van de dichtstbijzijnde centrale. Is deze van Electrabel komt hij dus van Electrabel is hij van SPE komt hij van SPE. De stroom die beiden produceren is dan ook exact dezelfde. De productiewijze kan natuurlijk wel verschillen. Maar als we eerlijk zijn 99% van de mensen kijkt enkel naar de energie prijs. Hoe goedkoper hoe beter en de kwaliteit ja de elektriciteit die je verbruikt blijft dezelfde goedkoop of duur het is niet zoals bij bio voeding of dergelijke. Daar betaal je meer voor een kwalitatiever product.

Wat ik hiermee wil aantonen is dat meer concurrentie het milieu zeker niet ten goede zal komen want de verschillende firma’s zullen enkel kijken naar hoe produceren we zo goedkoop mogelijk binnen de wet. Zegt de wet minstens 5% groene stroom zullen ze nooit over de 5 % gaan. Pas wanneer groen produceren goedkoper wordt dan fossiel zullen ze massaal de overstap maken. Verder wil ik ook verwijzen naar de Britse spoorwegen sinds deze geprivatiseerd zijn gebeuren er veel meer ongevallen. Concurrentie zet de marges onder druk en kapitalisten besparen dan liever op veiligheid en milieu in plaats van hun winstmarges te zien krimpen.

Daarom erger ik me dan ook aan het eenzijdig rooskleurig voorstellen van de privatiseringen en de concurrentie. Natuurlijk ben ik niet blind voor de vaak gemakzuchtige en weinig innoverende niche waar staatsbedrijven zichzelf in settelen. Dit is ook niet alles. Daarom pleit ik ervoor dat staatsbedrijven vanuit een parlementaire commissie bijvoorbeeld om de 5 jaar een draaiboek krijgen met zaken in die ze moeten realiseren. Verder lijkt het me ook zinvol het parlement mee de prijzen te laten bepalen. Deze zullen dan immers zowel rekening houden met het economische belang (hoe meer winst hoe meer staatsinkomsten) maar daarnaast zullen zij ook rekening houden met de consument want de consument is vooral hun kiezer.