Kyoto? Doemdenken helpt niet
Verdrag van Kyoto / Doemdenken helpt niet
Vandaag treedt het klimaatverdrag van Kyoto in werking. 126 landen hebben afspraken gemaakt om de uitstoot van broeikasgassen te beperken en zo de opwarming van het klimaat tegen te gaan. De VS, Canada en India doen niet mee. In 2012 loopt het verdrag van Kyoto af. Als het doel gehaald is, is de uitstoot van koolstof in 2012 vijf procent lager dan in 1990. Een veel te kleine stap, vindt de milieubeweging, die met doemscenario's schermt. Milieufilosoof Keulartz denkt dat afspraken maken over een kleine stap beter werkt dan schreeuwen dat de aarde vergaat.
De ark van Noach is een huiveringwekkend beeld. Welke dieren blijven achter? Welke mensen mogen mee? Greenpeace gebruikte het beeld op de tiende VN-klimaatconferentie die een paar maanden geleden in Buenos Aires plaatsvond: de milieubeweging onthulde midden in de stad een ark van 30 meter lang en 7 meter hoog. Dit schip zou in de toekomst milieuvluchtelingen een veilig heenkomen kunnen bieden. ,,Verkeerd'', meent filosoof Jozef Keulartz. ,,Met zo'n apocalyptisch beeld sla je mensen murw. De milieubeweging moet haar filosofie aanpassen en pragmatisch worden.''
Jozef Keulartz komt tot deze conclusie in zijn oratie die hij vrijdag aan de Radboud Universiteit Nijmegen hoopt uit te spreken bij de aanvaarding van het ambt van bijzonder hoogleraar Duurzaamheid en Levensbeschouwing.
,,De milieubeweging is altijd sterk geneigd geweest de wereld holistisch te beschouwen'', zegt Keulartz in zijn studeerkamer in Amsterdam, waar portretten van de filosofen Heidegger en Foucault verscholen staan tussen de boeken. ,,Zij hangt sterk aan toekomstvisioenen, aan groene utopieën, waarin telkens weer de gedachte opduikt dat alles met alles samenhangt, dat we de harmonie tussen mens en natuur moeten herstellen, dat de techniek meer ambachtelijk moet worden, dat stad en land een harmonisch verbond moeten aangaan, en de wetenschap drastisch verandert. Zo'n metafysica zou dan de eenheidsstichtende kracht hebben die nodig is om te voorkomen dat de milieucrisis eindigt in de ark van Noach.''
De hang van milieubewegingen naar een overkoepelende filosofie is niet nieuw. Sinds de Grieken systematisch begonnen na te denken, is gepoogd het wezen der dingen samen te brengen onder één noemer. Thales van Milete, de eerste filosoof, beschouwde het water als levensbron waaruit alles voortsproot. Latere filosofen verwierpen dit idee. Niet het water maar de lucht was de bron der dingen. Nee, het vuur. Men zocht en vond telkens een wezensgrond, die de veelheid van de verschijnselen om ons heen onder één noemer wist te brengen.
In de zestiende eeuw, zo betoogt Keulartz in zijn oratie, duikt voor het eerst de twijfel op. Niet bij filosofen maar bij de schilder Albrecht Dürer, die in 1514 zijn beroemde kopergravure Melencolia I maakt. Een boordevol werk met vleermuizen, kubussen, kwadraten, ballen, honden, bellen, zandlopers, ladders, zagen, spijkers, nijptangen. In deze ets zijn de dingen uit hun bezielde verband geslagen, wat de voornaamste figuur op de ets melancholisch maakt. De verscheidenheid is geen zin te geven.
Dit besef is ook langzamerhand tot de filosofie doorgedrongen. Via Kant en Wittgenstein heeft het een voorlopig hoogtepunt bereikt in het postmodernisme van Jean-François Lyotard. Hij verklaarde alle grote verhalen dood. Maar de milieubewegingen hebben aan Lyotard geen boodschap, zij blijven zoeken naar eenheidsstichtende verhalen. Zijn die verhalen utopisch dan dragen ze een sterk holistisch karakter. Zijn ze minder rooskleurig dan slaan ze door en worden apocalyptisch.
,,Vandaar ook'', zegt Keulartz, ,,dat Greenpeace zich wel kon vinden in de rampenfilm 'The Day After Tomorrow' van Roland Emmerich.'' Deze film, waarin Amerika er ouderwets van langs krijgt, gaat over de gevolgen van de opwarming van de aarde. De poolkappen smelten, golfstromen veranderen van richting, warmtetransporten komen tot stilstand, een nieuwe ijstijd breekt aan. En wel onmiddellijk nadat New York is overspoeld door een dertig meter hoge vloedgolf.
Keulartz: ,,Greenpeace vond dat de natuurwetten een beetje waren opgerekt maar dat de film verder een 'ijzingwekkend realistisch beeld' schetste van de gevolgen van de Amerikaanse klimaatpolitiek. Ze weten dat zo'n film een idioot beeld schetst en toch gaan ze erin mee, toch grijpen ze zo'n film aan om weer een doemscenario te presenteren. En daar heeft het publiek er al veel van om de oren gekregen. Over de grondstoffen die in 2000 uitgeput zouden zijn, over de zure regen, over de kwaliteit van het sperma dat zo hard achteruit holt dat zelfs de mens zich binnenkort niet meer voortplant. Al die doemscenario's zijn niet uitgekomen. Maar het gevolg is wel dat het publiek is murw geslagen en het milieubewustzijn verschrompeld is.''
Om opnieuw geloofwaardig te worden, moeten de milieubewegingen zich volgens Keulartz bevrijden van hun hang naar een overkoepelende filosofie. ,,Ze moeten van het metafysisch beeld af dat de mensheid als geheel ergens naartoe op weg is. De holistische beelden dienen vervangen te worden door pluriforme beelden.''
Wanneer geaccepteerd wordt dat er nu eenmaal sprake is van een grote veelheid en verscheidenheid van ethische visies en morele vocabulaires, dan ontstaat er een nieuwe taak voor de milieubeweging: het bevorderen van overleg en samenwerking tussen groepen en gemeenschappen met overtuigingen en opvattingen die niet altijd stroken en soms botsen.
Op dit punt biedt het Kyoto Protocol goede aanknopingspunten, in de vorm van de zogenaamde 'flexibele mechanismen' die niet voor niets ook wel 'coöperatieve instrumenten' genoemd worden. Dit zijn marktmechanismen - dat alleen al is opmerkelijk, omdat milieuverdragen tot nu toe de vrije markt eerder belemmerden dan stimuleerden. Maar deze mechanismen stellen industrielanden in staat een deel van hun reductieverplichtingen via maatregelen in het buitenland na te komen.
,,Als Nederland er niet in slaagt om de CO2-uitstoot hier te verminderen, kunnen wij onze verplichtingen afkopen door in een buitenland duurzame projecten te ontwikkelen, die de uitstoot dáár te verminderen. Het biedt landen die meer emissies reduceren dan waartoe ze verplicht zijn ook de mogelijkheid dit overschot te verkopen aan landen met een tekort. Deze emissiehandel leidt ertoe dat de uitstoot van broeikasgassen daar wordt teruggedrongen waar dat het goedkoopst is.''
Een van de meest veelbelovende flexibele mechanismen is het Clean Development Mechanism (CDM). Dit is het enige mechanisme onder het Kyoto Protocol waarin de ontwikkelingslanden betrokken zijn. CDM-projecten dienen een tweeledig doel: ze moeten niet alleen donorlanden in staat stellen om de 'carbon credits' te verwerven waarmee zij zo goedkoop mogelijk aan hun reductieverplichting kunnen voldoen, maar ze dienen ook tegemoet te komen aan de behoeften op het gebied van duurzame ontwikkeling van het gastland.
Nederland gaat dit ook daadwerkelijk doen door methaangas op te vangen uit twee vuilstortplaatsen in de buurt van de Braziliaanse stad Nova Iguacú. ,,Een prachtig project. Het gas zal niet alleen worden opgevangen, het zal ook nog worden omgezet in energie voor het elektriciteitsnet. Van dit project profiteren de bewoners uit de omgeving van de vuilstortplaatsen, drie bedrijven, en de Nederlandse overheid, die zo een deel van haar emissieverplichtingen kan inlossen. Je zou zo'n project ook een voorbeeld kunnen noemen van filosofisch polderen. En dat is zinniger dan utopisch doormodderen.''
Op vrijdag 18 februari om 15.45 uur houdt Jozef Keulartz zijn oratie als bijzonder hoogleraar Duurzaamheid en Levensbeschouwing in de aula van de Radboud Universiteit in Nijmegen.
Trouw, Peter Henk Steenhuis, 16-02-2005
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|