CM-studie bij 4,5 miljoen leden bewijst het: verschillen tussen arm en rijk veel erger dan gedacht
De verschillen in de gezondheid tussen armeren en rijkeren in ons land zijn veel groter dan gedacht. Ze zijn zelfs een schande, concludeert het christelijke ziekenfonds CM na een grootschalige studie, want er zijn vergelijkbare landen waar de verschillen veel kleiner zijn.
De verschillen zijn groter dan we gedacht hadden, erkent Jean Hermesse, een van de toplui van het christelijke ziekenfonds CM. Hij baseert zich op een onderzoek waarin gegevens van alle 4,5 miljoen CM-leden verwerkt zijn. Volgens Hermesse zijn er landen met een gelijk ontwikkelingsniveau waar de gezondheidsverschillen tussen armer en rijker veel kleiner zijn. Om die reden noemt CM-voorzitter Marc Justaert de vastgestelde verschillen 'een schande'. Ze konden kleiner zijn als een ander beleid was gevoerd, zegt hij.
Wetenschappers, de Wereldgezondheidsorganisatie en de Koning Boudewijnstichting wijzen al enige tijd op die verschillen in de gezondheid van de diverse bevolkingsgroepen. Tot dusver had dat weinig effect op het beleid van de overheid. Dat kan misschien veranderen, nu een van de grote spelers in de Belgische gezondheidszorg dit via een uitvoerig onderzoek vaststelt bij de eigen leden.
Want de verschillen tussen armer en rijker zijn groot. Zeer groot.
Mannen die hoog opgeleid zijn, leven gemiddeld vijf jaar langer dan mannen die maar weinig opleiding genoten hebben. Voor vrouwen is dat verschil iets kleiner.
Hoog opgeleide mannen hebben gemiddeld achttien 'gezonde levensjaren' meer dan laag opgeleide mannen. Voor vrouwen is dat verschil nog groter.
Inwoners van wijken met een laag inkomen hebben 45procent meer kans op een vroegtijdig overlijden dan inwoners van rijke wijken.
De armeren hebben 16 procent meer kans op hart- en vaatziekten en 26 procent meer kans op longaandoeningen.
Armeren hebben elk jaar 20 procent meer kans om in een ziekenhuis te belanden en ze komen dubbel zo vaak (119 procent meer) terecht in een psychiatrisch ziekenhuis.
Inwoners van arme wijken hebben 66 procent meer kans om invalide te worden dan inwoners van de rijkste wijken.
Die verschillen zijn volgens de CM 'groter dan gedacht'. In de psychiatrie zijn ze zelfs 'ijzingwekkend'.
Het is frappant hoe de gezondheidstoestand netjes de inkomensschalen volgt: hoe rijker of hoe hoger geschoold, hoe beter de gezondheid, zo blijkt ook uit de grafieken.
Paradoxaal lijkt te zijn dat de inwoners van arme wijken veel minder dan die van rijke wijken gebruik maken van preventie. Ze laten zich 7 procent minder inenten tegen de griep. Ze maken 17 procent minder gebruik van de borstkankeropsporing en 21 procent minder van de opsporing van baarmoederhalskanker. Ook maken ze 36 procent minder gebruik van de preventieve tandzorg.
Volgens Raf Mertens van de CM verslechtert de toestand zelfs. Dat is voor ons land tot dusver niet echt aantoonbaar. Dat kan veranderen omdat de CM dit onderzoek elk jaar wil herhalen.
De CM-leiding erkent dat de gezondheidszorg zelf wel iets kan doen aan deze toestand, maar lang niet alles. De toegankelijkheid van de gezondheidszorg in ons land is immers goed, al kan ook dit nog beter.
De oorzaken voor de verschillen zitten vooral in de levensstijl, de leef -en werkomgeving, de huisvesting. En dat vraagt meer dan alleen maar maatregelen in de ziekteverzekering.
Het is de eerste keer dat in ons land zo'n grootschalig onderzoek gebeurt naar de ongelijkheid in de gezondheidstoestand van de bevolking. De gegevens van alle CM-leden - meer dan 40 procent van de bevolking - zijn erin verwerkt. Het is ook het eerste onderzoek dat met 'objectieve' administratieve gegevens werkt. Wellicht is dit CM-onderzoek uniek in Europa.
Bron:
http://www.nieuwsblad.be/Article/De...icleID=JC21A9IH