Gelijke kansen nivelleren niet
Gelijke kansen nivelleren niet
FRANK VANDENBROUCKE reageert op Jean-Marie Dedecker, die schrijft dat Vandenbrouckes 'tienkamp voor gelijke onderwijskansen' een olympische marathon is waarbij alle deelnemers samen tezelfdertijd over de meet moeten komen. Een foute vergelijking, zegt de minister.
'Gelijke kansen op middelmatigheid zijn geen gelijke kansen', is een van mijn onderwijsmantra's. Ik verzet me vaak uitdrukkelijk tegen de idee dat 'gelijke kansen' synoniem is van 'gelijke uitkomsten', waarover Dedecker het heeft, Vaak zeg ik ook uitdrukkelijk dat niét iedereen naar de universiteit moet. Precies daarom hecht ik in het kader van mijn tienkamp zoveel belang aan de uitbouw van Hoger Beroepsonderwijs, als een tussenniveau tussen secundair en hoger onderwijs: veel jongeren zullen op dat niveau best tot hun recht komen. Ik pleit voor gelijke kansen, niet omdat kinderen gelijk zijn, maar omdat ze verschillen. Sommige hebben talent te over, bij anderen is het talent moeilijker aan te boren. De ene leerling heeft aanleg voor taal, een andere voor technologie, nog een andere voor wiskunde. Nagaan waar kinderen goed in zijn en die talenten voluit helpen ontwikkelen, dàt moeten we doen. Mijn gelijkekansenbeleid nivelleert dus niet. Integendeel, het wil van verschil het beste maken, door van elk talent het beste te maken. In deze zin is het een elitaire ambitie, of beter, een ambitie waarin iets van de perfectionistische ethiek van Aristoteles weerklinkt.
Wat ik wèl zeg, is dat deze ambitie niet gedwarsboomd mag worden door sociaaleconomische achtergrondverschillen van kinderen. Helaas wegen die verschillen in ons onderwijsbestel zwaar door. Het is merkwaardig dat Dedecker dààr niets over zegt.
We zetten scholen aan om maximaal te werken aan gelijke kansen, onder meer door de nieuwe financiering van hun werkingsbudgetten: we hebben de lat gelijk gelegd tussen het gemeenschapsonderwijs en het gesubsidieerd onderwijs, we hebben de werkingsbudgetten fors verhoogd én we hebben scholen die veel kinderen hebben waarmee ze een grote kloof tussen de wereld thuis en de wereld van de school moeten overbruggen extra ondersteuning gegeven. Interessant om weten is dat Lijst Dedecker zich bij de stemming hierover in het Vlaamse halfrond… onthouden heeft. In een voor alle Vlaamse scholen cruciaal dossier - de lat gelijk leggen en hoe je dat doet - durfde LDD geen kleur te bekennen tussen enerzijds de democratische meerderheid (die unaniem voor was) en anderzijds het Vlaams Belang (dat consequent tégen stemde).
De insinuatie dat gelijkekansenbeleid zou leiden tot minder kwaliteit en een ontwaarding van diploma's is evenzeer uit de lucht gegrepen. Alsof ik dat zou toelaten. Het is de maatschappelijke opdracht van elke school en elke universiteit om hoge kwaliteit te garanderen voor elk kind en elke jongere. We maken van die mooie gedachte ook daadwerkelijk beleid, met - méér dan vroeger - klemtoon op resultaten. Via peilingen wordt in het leerplichtonderwijs regelmatig gecontroleerd of scholen de eindtermen halen. Zo kan ik zien of de lat hoog wordt gehouden, voor het geheel van ons onderwijsbestel. De inspectie controleert dit in elke school. Via het op til zijnde nieuwe decreet over de kwaliteit in het onderwijs wil ik dit systeem nog performanter maken: scholen die ondermaats presteren zal ik verplichten zich te laten begeleiden om het niveau op te krikken.
Hogescholen en universiteiten moeten worden geaccrediteerd door de NVAO (het Nederlands-Vlaams Accreditatieorgaan). Daarbij worden ze afgemeten aan de internationale kwaliteitsstandaarden vastgelegd in de Bologna-akkoorden. Instellingen die dus ten gevolge van het outputfinancieringssysteem zouden overwegen om puur voor het geld onbekwame studenten te laten slagen, zoals Dedecker insinueert, falen dus onvermijdelijk voor de internationale toets.
Liever dan me door Dedecker met de Russische politieke erfenis van het communisme te laten identificeren, citeer ik de Russische pedagoog Vygotsky. Hij was de vader van het begrip 'zone van de naaste ontwikkeling'. Dit is al decennia een belangrijk handvat voor kwaliteitsvol onderwijs. Leerkrachten moeten leerlingen uitdagen op een niveau dat nét iets hoger ligt dan wat ze aankunnen. Te hoog leidt tot frustratie, te laag tot verveling en onderpresteren. In de 'zone van de naaste ontwikkeling', precies dáár moet voor elke leerling telkens de lat worden gelegd, om hen te coachen naar optimale prestaties.
Frank Vandenbroucke is Vlaams minister van Onderwijs
DS, 11-09-2008
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|