We moeten de heilige huisjes in de topsport slopen
We moeten de heilige huisjes in de topsport slopen
1. Onze atleten zijn verwende luxepaardjes
Ivan Sonck: 'Voor sommigen klopt dat. Ik ken voorbeelden genoeg van atleten die weinig bereidheid tonen om risco's te nemen. In Nederland zijn er meer atleten die alles op hun sport zetten - net zoals je daar ook meer avonturiers en ondernemers hebt - hier lopen veel atleten rond die hun veilige basis en hun kerktoren niet willen verlaten.'
Gaston Roelants: 'De tijden zijn veranderd. Toen ik in 1960 naar de Spelen ging, moest ik verlof zonder wedde nemen. Nu krijgen de atleten van overal ondersteuning: ze krijgen geld van de federatie, het Olympisch Comité... Ze hebben een profstatuut en worden door de staat betaald.'
Robert Van de Walle: 'Ik vraag me soms af of onze atleten nog bereid zijn een prijs te betalen om de top te halen. Ze wachten maar af tot anderen het voor hen doen. Er is voor topatleten veel meer mogelijk dan vroeger, maar dan moeten ze daar wel iets tegenover willen zetten.'
2. We hebben geen goede trainers
Ivan Sonck: 'Ik heb wel mijn twijfels bij sommige trainers. Uit vrees om hun atleet of hun macht te verliezen, durven ze geen hulp vragen als het nodig is.'
Robert Van de Walle: 'De trainers zijn niet competent genoeg. Er lopen te veel vrijwilligers rond in de sport. Bovendien kunnen de trainers hier hun wil niet opleggen. Ze kunnen geen eisen stellen. In Amerika vliegt een atleet de laan uit als hij of zij niet doet wat de trainer wil. Hier kan een trainer het zich niet veroorloven een atleet weg te sturen, want dan heeft hij geen werk meer. Er zijn immers zo weinig atleten.'
Ronald Gaastra: 'België is een heel klein land. De toestroom is te klein en er zijn niet genoeg toppers om op te leiden.'
3. Er zijn niet genoeg middelen voor topsport
Ronald Gaastra: 'Ze zijn er wel, maar ze worden te versnipperd aangewend.'
Gaston Roelants: 'In Nederland krijgen atleten nog minder, dus daaraan zal het niet liggen.'
Ivan Sonck: 'Het geld dat er is, moeten we beter besteden. Jonge atleten moet je niet te veel verwennen, die moeten op eigen kracht een bepaald niveau halen. Als ik nu zie wie bij Atletiek Vlaanderen allemaal wordt gesubsidieerd, dan heb ik daar vragen bij.'
Jean-Marie Dedecker: 'Centen zijn er genoeg, maar ze worden niet goed verdeeld. Een goede atleet kun je niet genoeg betalen. Maar je moet de haver geven aan de paarden die ze verdienen. Waaraan geven we nu geld? Aan een dameswielerteam dat nog nooit een prijs heeft gehaald.'
4. Het beleid is te versnipperd
Jean-Marie Dedecker: 'Dit werkt inderdaad niet. We hebben vijf bevoegde ministers, het BOIC, Bloso... Dat moet je structureren. In Peking loopt het vol met sportanalfabeten. Wie de beste slides en presentaties maakt, krijgt de hoogste functies.'
Ronald Gaastra: 'Als er één woord is dat niet bij topsport past, is het wel het woord compromis. In België moet je daarentegen doorlopend compromissen sluiten. Je ziet het in de regering, je ziet het al op school. Kijk naar het zwemmen: we hebben een Franstalige en een Nederlandstalige federatie. De Nederlandstalige heeft dankzij Bloso meer financiële mogelijkheden. Als wij dan willen investeren in onze jeugdzwemmers en als we hen zes maanden op stage willen sturen naar Australië, dan kunnen de Franstaligen dat niet betalen en wordt er een gedrocht van een compromis uitgewerkt. De splitsing van België zou een goede zaak zijn voor de topsport, want nu gaat er veel geld verloren. Er moet, zoals in Nederland, één topsporthuis komen dat los van ministeriële goedkeuringen en sportfederaties beslist. Maar dan moeten er heilige huisjes worden gesloopt.'
5. De top van het BOIC is aan vervanging toe
Ronald Gaastra: 'Neen, dat zal geen structureel verschil maken. Philippe Rogge kan er ook niets aan doen dat Kim Gevaert een blessure aan de achillespees heeft. Het BOIC moet zich wel aanpassen aan de structuren van ons land, aan het Vlaamse en Waalse beleid.'
Gaston Roelants: 'Het BOIC heeft een jarenlange ervaring, ze weten goed waarmee ze bezig zijn.'
Ivan Sonck: 'Ik weet niet of het BOIC verantwoordelijk is voor onze belabberde prestaties.'
Jean-Marie Dedecker: 'De top vijf van het BOIC zit er al dertig jaar. Hoe kunnen zij nog zien wat de sport morgen nodig heeft? Er zijn mensen bij het BOIC die ik waardeer, maar de top is aan sportieve euthanasie toe. Philippe Rogge leidt de Olympische atleten. Waarom? Omdat zijn vader de IOC-baas is en omdat hij de pr voor Belgacom heeft gedaan. Dat zijn al jaren de maatstaven.'
6. Wij Belgen leggen de lat niet hoog genoeg
Gaston Roelants: 'Dat klopt. In Nederland halen ze meer medailles met minder middelen. Dan moet je jezelf toch vragen stellen als atleet. Ik ging nog werken en haalde goud in 1964. De Belgische atleten moeten de lat veel hoger leggen.'
Jean-Marie Dedecker: 'De jongeren zijn wel gemotiveerd, maar de top legt de lat niet hoog genoeg. Ze gaan zich nu verschuilen achter het feit dat de voetballers minstens vierde gaan worden. Ik ben ooit teruggekomen met vier vierde plaatsen en ik heb meteen mea culpa geslagen. Ik was razend en vier jaar later haalden we vier medailles. Als ik nu zie hoe Nederland vijf medailles haalt in het judo en België niets, dan bloedt mijn hart.'
Ivan Sonck: In elke uitgebreide delegatie lopen atleten rond die al lang blij zijn dat ze geselecteerd zijn. Maar dan begint het pas. De Zweden zijn daar een goed voorbeeld van. Bij elke prestatie zetten zij een persoonlijk record neer. Bij elke prestatie doen ze beter dan ooit. Dat zie je bij onze Belgische atleten te weinig. Wat Kevin Borlée gisteren deed (een Belgisch record lopen) is zeer uitzonderlijk voor een Belg. Er zijn te veel atleten die niet bereid zijn om dingen te laten voor hun sport. Erbij horen vinden ze goed genoeg, terwijl het natuurlijk niet goed genoeg is.'
Ronald Gaastra: 'Onze atleten leggen de lat wel hoog genoeg, maar de publieke opinie legt ze te hoog. Jullie moeten veel meer respect hebben voor jullie atleten. Jullie zijn te veel gericht op medailles. Als iemand maar vijftiende of zestiende wordt, wordt hij afgeschoten. Maar dat is heel vaak niet terecht. Die atleet behoort dan tot het kruim onder de sporters en voldoet aan de internationale norm.'
'Anderzijds plaatsen jullie atleten ook te snel op een voetstuk. Als mijn zwemster Elise Matthysen terugkomt uit Peking, zal iedereen haar bejubelen. Maar eigenlijk begint het nu pas voor haar. Ik zal haar met beide voeten op de grond moeten houden. Meer nog: ik zal haar voeten dertig centimeter onder de grond stoppen.'
7. Onze kinderen zijn niet sportief genoeg
Ronald Gaastra: 'De tijden zijn veranderd: kinderen spelen computerspelletjes. Maar dat is in de VS net zo en daar hebben ze wel topsporters. Alleen begint het al vroeg hier. In Nederland gaat iedereen naar school met de fiets. Hier wordt elke kleuter met de auto naar school gebracht. Wat ik overigens begrijp, de fietspaden zijn hier absoluut niet zo veilig als in Nederland.'
Ivan Sonck: 'Daar ben ik 100 procent van overtuigd. Onze jongeren worden altijd maar minder actief en het schoolsysteem draagt daartoe bij. De basissporten lopen, zwemmen en turnen worden schromelijk verwaarloosd. Het is een maatschappelijk probleem. Jongeren gaan liever in een verwarmde sportzaal basketten met een pintje achteraf dan dat ze dezelfde ochtend in de vrieskou een duurloop doen.'
DS, 20-08-2008
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|