Een gevaarlijk man van klei
Een gevaarlijk man van klei
BRUSSEL - Profiel Radovan Karadzic, president Bosnische Serviers tijdens oorlog De Bosnisch-Servische politicus Radovan Karadzic, een van de meest gezochte mensen ter wereld, werd gisteren in Servië gearresteerd. De man die mee verantwoordelijk wordt geacht voor de massamoorden in Sarajevo in 1995, was een gevaarlijke megalomaan.
'Ik ben geboren om zonder graf te leven, dit menselijke lichaam zal nooit sterven. Het is niet alleen geboren om de bloemen te ruiken, maar ook om in brand te steken, te doden en alles tot stof te herleiden.'
Radovan Karadzic schreef deze woorden neer in 1971 in het gedicht 'Sarajevo'. Het glorieuze dichterschap was de grote ambitie van Karadzic. Geboren in het dorp Petnica in het Montenegrijnse gebergte op 19 juni 1945 was hij als vijftienjarige met zijn ouders naar Sarajevo gekomen, waar hij geneeskunde studeerde en zich in de psychiatrie specialiseerde.
Maar Karadzic, die een voorkeur had voor middeleeuwse Servische epische poëzie over het verzet tegen Ottomaanse bestuur, werd nooit echt ernstig genomen in de intellectuele kringen in Sarajevo. Een vriend van hem, Marko Vesovic, zei in 1995 dat Karadzic 'nooit goed genoeg was als dichter om een eigen stem te hebben. Zowel in zijn poëzie als in zijn leven was Karadzic een man zonder persoonlijkheid. Hij was als klei, zonder karakter, die gemodelleerd kon worden door wie dat maar wilde'.
Aan The Guardian verklaarde Karadzic' vrouw Liljana dat de geciteerde verzen niet gezien mochten worden als een voorafspiegeling van wat twintig jaar later zou gebeuren: ze waren geschreven in 'een ogenblik van depressie'. Maar volgens het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie (NIOD), dat op vraag van de Nederlandse regering de genocide in Srebrenica in 1995 onderzocht, 'valt met inzicht achteraf in de gedichten van Karadzic vanaf eind jaren zestig af te lezen hoe hij zich in zijn verbeelding vanuit een nachtmerrie opwerkte tot een god, tegelijk schepper en vernietiger'.
Volgens het NIOD had Karadzic wellicht mee door zijn afkomst een minderwaardigheidscomplex dat hij trachtte te compenseren met megalomane trekken. Maar wat Karadzic als dichter en psychiater niet lukte, kwam vanzelf als politicus. Tijdens een kort verblijf in Belgrado eind jaren tachtig was hij in contact gekomen met de auteur Dobrica Cosic, de 'culturele leider van het Servische nationalisme'. En zo stond Karadzic in 1990 mee aan de wieg van de Servische Democratische Partij (SDS), die in Kroatië werd opgericht door zijn mentor Jovan Raskovic, een psychiater die ook in de ban van het Servische nationalisme was geraakt. Kort daarna werd hij voorzitter van de SDS.
In een interview met De Standaard in 1995 verklaarde hij: 'Ik ben helemaal niet zo gek op politiek. Ik was een erg gelukkig man voor ik in de politiek kwam. Het waren mijn vrienden die mij in de politiek duwden. Voor de oorlog was ik nooit lid van een politieke organisatie. Tot een maand voor de oorlog was ik gewoon arts. Ik verdiende goed. Het staatsziekenhuis, mijn privépraktijk, psychiatrie, poëzie, mijn vrienden, mijn gezin... Ik ben helemaal niet wild over politiek...'
Aanvankelijk liet niets vermoeden dat Karadzic zou uitgroeien tot een regelrechte moslimhater. 'Veel meer dan tegen de moslims keerde zijn haat zich aanvankelijk tegen de communisten', aldus het NIOD. 'Maar die haat zou ertoe leiden dat hij ook de door hen onderdrukte geschiedenis zou oprakelen en daarmee zou helpen het multi-etnische kaartenhuis Bosnië onderuit te halen.' Sommige analisten legden later een link tussen de criminele politiek van Karadzic en het feit dat hij nooit echt geaccepteerd werd in Sarajevo.
Maar ook als politicus werd hij aanvankelijk niet ernstig genomen in Sarajevo: 'Veel inwoners deden niets liever dan er elkaar aan herinneren dat Karadzic niet een van hen was', schreven Laura Silber en Allan Little in hun boek The Death of Yugoslavia. 'Hij was niet eens een Bosniër. Hij was een versteedste boer uit Montenegro, de eerste in generaties in zijn familie die onderwijs had kunnen volgen. Mensen uit Sarajevo die hem als jongeman gekend hadden, schetsten het beeld van een wat lompe jongeling die niet vertrouwd was met het leven in de stad.'
De man die een tijdlang als dokter de multiculturele voetbalploeg Sarajevo had begeleid, waarschuwde begin 1992 dat de internationale gemeenschap er goed aan zou doen om in Bosnië 'vreedzame verplaatsingen van bevolkingsgroepen' te organiseren om 'chaos te vermijden'. Hij werd de grote pleitbezorger van de bouw van een Berlijnse Muur doorheen de stad om Serviërs te kunnen scheiden van moslims en Kroaten. Later, in zijn nieuwe hoofdkwartier in Pale, waar hij zich gevestigd had na zijn vertrek uit zijn suite in het Holiday Inn in Sarajevo, liet hij journalisten zelfs plannen zien met de loop van de muur.
Karadzic had ermee gedreigd om Bosnië te helpen begraven zodra het als een soevereine staat erkend werd door de internationale gemeenschap. Toen de Europese Unie toch op 6 april 1992 die stap zette, riep hij direct daarna de onafhankelijke Servische Republiek van Bosnië en Herzegovina uit, met zichzelf als president.
De grote droom van Karadzic bestond erin de Bosnische Serviërs een eigen staat te bezorgen, die eventueel kon opgaan in een Groot-Servië. Hij kon daarbij aanvankelijk rekenen op de steun van de Servische president Slobodan Milosevic, maar de relatie tussen de twee was nooit hartelijk. Al in 1993 kwam het tot een breuk.
Was de oorlog in Bosnië anders verlopen indien het Joegoslavië-tribunaal Radovan Karadzic en Ratko Mladic eerder had aangeklaagd? Karadzic werd pas op 25 juli 1995 in beschuldiging gesteld wegens het beleg van Sarajevo en het gebruik van VN-soldaten als gijzelaars. Dat was na de massamoord op de moslimbevolking van Srebrenica op 11 juli, die hem op 16 november 1995 nog eens een beschuldiging wegens volkerenmoord opleverde.
Karadzic begreep het niet. 'Hoe kunnen ze mij als een oorlogsmisdadiger etiketteren? Voor welke misdaad? Voor het beschermen van mijn volk? Voor het ten dienste staan van mijn volk? Wat is daar fout aan?', verklaarde hij in het interview met De Standaard. Hij beschuldigde het Westen en de Navo van partijdigheid tegen de Serviërs, die nochtans Europa poogden te beschermen tegen het oprukkende moslimfundamentalisme.
De aanklachten hadden wel als gevolg dat Karadzic persona non grata was op de onderhandelingen in Dayton, in het najaar van 1995, over een vredesakkoord voor Bosnië. Milosevic nam de honneurs waar namens de Bosnische Serviërs en stemde in met een akkoord waardoor de Servische Republiek een onderdeel bleef van Bosnië: precies datgene wat volgens Karadzic nooit zou gebeuren.
In een interview met de Los Angeles Times zei Vesovic in juli 1995: 'De leugenaar die hij in deze oorlog was, die kenden we voordien. Maar we dachten nooit dat zo'n wreedheid, zo'n moordenaar in hem bestond. Dat verraste ons.'
Blog DS, 22-07-2008 (Bart Beirlant)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|