Hoe Silicon Valley in Europa bouwen
Hoe Silicon Valley in Europa bouwen
Europa staat op het punt 308 biljoen euro uit te geven aan kennisinfrastructuur. Negen zwaargewichten uit de academische, industriële en politieke wereld pleiten ervoor dat geld slechts naar enkele 'speciale innovatiezones' te laten gaan. 'Want als Europa zijn capaciteit om te innoveren niet verbetert, zal het zijn kans op leiderschap laten schieten.'
Te veel initiatieven in de Europese Unie verliezen hun kracht door een gebrek aan duidelijkheid. Men tracht iedereen tevreden te stellen en uiteindelijk is niemand tevreden. Momenteel staat de EU op het punt een initiatief te beginnen waarvoor duidelijkheid en concentratie vereist zijn. Het onderwerp in kwestie is het 'clusterbeleid' of hoe bouw je een Silicon Valley in Europa? Na maanden van onderzoek moet de Europese Commissie nog deze maand haar eerste formele antwoord op die vraag uitbrengen. Ze zal dat doen met een politieke verklaring waarin de EU-leden tot actie aangemaand worden.
Het staat buiten kijf dat clusters van dynamische bedrijven rond eersteklasuniversiteiten van vitaal belang zijn voor economisch succes. Cambridge, Oxford, München, Grenoble, Leuven en Lund zouden stuk voor stuk steden kunnen zijn die bruisen van wetenschappelijk onderzoek, technologische innovaties en werkgelegenheid. Maar ze zijn dat geheel niet. Slechts één Amerikaanse onderzoeksinstelling, de universiteit van Californië-San Francisco in de Silicon Valley-cluster, heeft beursgenoteerde ondernemingen voortgebracht met een gecombineerde marktwaarde van 90 biljoen dollar of drie keer de waarde van de volledige Europese biosector. China heeft zijn middelen en investeringssteun volledig gericht op drie enorm grote centra voor technologische ontwikkeling. Al die clusters, ongeacht of de markt ze oplegt dan wel of de regering ze goedkeurt, zijn groot, doortastend en geconcentreerd.
De Europese aanpak daarentegen is klein, bedeesd en diffuus. De EU telt ongeveer 2.000 clusters en honderden regionale programma's. Maar nu heeft ze de kans om dat te veranderen. Tussen 2007 en 2013 heeft de Europese Unie een budget van 308 biljoen euro ter beschikking voor structurele investeringen, een soort 'inhaalfonds' voor regionale ontwikkeling dat evenzeer voor kennisinfrastructuur als weginfrastructuur gebruikt kan worden. De verwachte verklaring van de EU over het clusterbeleid kan ervoor zorgen dat dat budget verstandig uitgegeven wordt. Wij dringen erop aan dat het de volgende beginselen omvat:
1. Bouw voort op de bestaande sterke punten. Clusters kunnen niet op de barre grond geplant worden waar een politicus dat maar wil. Ze kunnen alleen gevormd worden op plaatsen die al bewezen hebben over kennis, vaardigheden en groeikracht te beschikken.
2. Concentreer de middelen. Strooi het geld niet zomaar rond. Kies enkele van de meest veelbelovende regio's en sectoren, biedt hen de nodige steun en creëer een gezinsvriendelijke, veelzijdige en goedbetaalde omgeving die de meest intelligente mensen aantrekt.
3. Wees oprecht. Moedig de beste mensen, waar ook ter wereld, aan om in Europese clusters te komen werken. Stimuleer een open competitie voor fondsen in universiteiten, bedrijven en regio's. Stimuleer de grensoverschrijding: van mensen, ideeën, wetenschappelijke disciplines en industriële ondernemingen.
4. Vergelijk, controleer en wees transparant. Baseer fondsen en regelgeving niet op de botsing van politieke belangen, maar op empirische analyses van wat goed werkt en op een open communicatie.
5. Moedig risicovol, grensoverschrijdend werk, doortastende innovaties en experimenten aan.
Dit zijn slechts enkele algemene beginselen. Een praktisch idee dat zeker uitgevoerd moet worden, is de oprichting van Speciale InnovatieZones in Europa (SIZE).
Wij verzoeken de EU om enkele - en daarmee bedoelen we echt slechts enkele - bestaande clusters te selecteren en ze de wettelijke status van speciale innovatiezone te geven. Met het extra geld uit het structurele budget van 308 biljoen zouden ze kunnen investeren in scholen, infrastructuur en culturele voorzieningen om geleerden en intellectuelen aan te trekken die tot de echte wereldtop behoren (en zo de 'braindrain' om te keren), en zouden ze universitair onderzoek, opleidingen en de oprichting van spin-outondernemingen kunnen stimuleren. Zij zouden dan tijdelijk een speciale vrijstelling kunnen genieten van regels die het vrije verkeer van mensen en ideeën belemmeren, zoals beleidslijnen rond immigratie en arbeid die het kleine ondernemingen bemoeilijken om werknemers aan te nemen en te ontslaan. Zij zouden van de EU financiële steun krijgen, die door ervaren investeerders zou beheerd worden. Tot slot zouden ze als jonge, innovatieve ondernemingen lagere belastingverplichtingen hebben, en goedkope, maar kwaliteitsvolle kantoorruimtes en ondersteunende diensten ter beschikking krijgen.
Hoe moet de EU die excellentiecentra kiezen? Via een transparante, internationale, feitelijke competitie in plaats van via een afgesloten, regionale politiek. Richt een raad van niet-EU-experts in technologie, ontwikkeling en onderwijs op die de inschrijvingen van de regio's met elkaar vergelijkt op basis van hun prestaties - in harde cijfers, per uitgegeven euro, voor aanzienlijke uitvindingen, publicaties, spin-outs, licenties, beursnoteringen, postdoctorale assistenten en werkgelegenheid, en een eenvoudige analyse van het beleid, de infrastructuur, levenskwaliteit en vooruitzichten.
Europa heeft niet veel tijd meer. De Amerikaanse kapitaalmarkten - hoe verraderlijk ze ook mogen zijn - storten enorme bedragen in de technologiecentra van de natie. In Zuid-Korea heeft een investering van de regering van 11 biljoen dollar in de Incheon Free Economic Zone een buitenlandse investering van 49 biljoen dollar aangetrokken. Als Europa zijn capaciteit om te innoveren niet verbetert, zal het zijn kans op leiderschap en succes laten schieten.
Esko Aho (voorzitter Fins innovatiefonds Sitra), Frank Brown (decaan Insead), Jean-Philippe Courtois (voorzitter Microsoft International), Pat Cox (voorzitter Europese Beweging), Roch Doliveux (ceo en voorzitter UCB), Denis Payre (ceo Kiala), Philippe Pouletty (algemeen vennoot Truffle Capital), Alfons Sauquet (decaan Esade Business School), Helmut Schühsler (vennoot TVM Capital)
DS, 18-07-2008
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|