Enkele post bekijken
  #1  
Oud 17th May 2008, 16:00
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Klimaatprobleem is in essentie een ethisch vraagstuk

Klimaatprobleem is in essentie een ethisch vraagstuk


In zijn stuk met de misleidende titel 'Koelt het klimaat weer af?' (DS, 13 mei) voegt de Nederlandse klimaatscepticus Salomon Kroonenberg een zoveelste episode toe aan het Grote Ontkenningsverhaal. Op wetenschappelijk vlak valt er heel wat in te brengen tegen Kroonenbergs verhaallijn. Maar we willen focussen op het ethische aspect.



Vanuit ethisch standpunt is het 'adaptatieplan' van Kroonenberg - 'laten we ons liever aanpassen aan de natuur, aan het klimaat dat voortdurend verandert, aan een zeespiegel die voortdurend stijgt en daalt', schrijft hij in zijn conclusie - beschamend. Zowel het IPCC als de ex-Wereldbankeconoom Nicholas Stern kwamen tot de conclusie dat de 'kost van niets doen' groter is dan de kostprijs van het noodzakelijke klimaatbeleid. Stern heeft aangetoond dat 'niets doen' een economische recessie zou teweegbrengen: een jaarlijks verlies van 5 tot 20 procent van het bruto mondiaal product (bmp). Hij stelt daarom voor om minstens 1 procent van het bmp te spenderen aan klimaatmaatregelen. Klimaatwetenschappers weten bovendien dat hoe langer men wacht om in te grijpen, hoe groter de gevolgen zullen zijn en hoe langer die zullen nawerken. Alleen door een drastische reductie van de uitstoot kan de mensheid er uiteindelijk in slagen om de broeikasgasconcentraties te stabiliseren, en dan nog zullen de effecten op de trage componenten van het klimaatsysteem (de ijskappen en het zeeniveau) eeuwen tot millennia voelbaar blijven. Kroonenberg gaat ook volledig voorbij aan de realiteit dat de menselijke samenleving de laatste eeuwen zeer kwetsbaar is geworden. Aanpassen is geen kwestie meer van houten hutten te verplaatsen of opnieuw te bouwen, nu honderden miljoenen mensen in megasteden in laaggelegen kustgebieden wonen. Kroonenberg negeert ook het feit dat de landen die de laatste 200 jaar voor de grootste uitstoot hebben gezorgd (de VS, Europa en Japan: ongeveer 60 procent van de historische koolstofuitstoot) niet de landen zijn waar vandaag en morgen de slachtoffers zullen vallen.

Het is inmiddels goed gedocumenteerd dat er drie bijzondere regio's zijn die uiterst gevoelig zullen zijn voor de toekomstige klimaatwijzigingen: de grote megadelta's (Azië, Egypte), zwart Afrika en de kleine (laaggelegen) eilanden. Zoals duidelijk is gebleken uit het Human Development Rapport 2007/2008 van het VN-ontwikkelingsprogramma spelen klimaateffecten ook vandaag al een belangrijke rol in de levens van de armste mensen ter wereld. Droogtes, overstromingen en stormen hebben een onmiddellijke impact, vooral voor die miljoenen mensen die in de kwetsbare zones leven. De globale opwarming heeft dan ook een nefaste invloed op hun toekomstige ontwikkelingskansen.

Klimaatwijzigingen verhogen de druk op verarmde samenlevingen, waardoor die in een negatieve spiraal van deprivatie terechtkomen. De kwetsbaarheid ten aanzien van extreme weerfenomenen - waarvan de frequentie toeneemt naarmate de planeet verder opwarmt - is zeer ongelijk verdeeld in deze wereld. In de periode 2000-2004 werden jaarlijks ongeveer 262 miljoen mensen geconfronteerd met klimaatrampen. 98 procent van de slachtoffers bevonden zich in de zogenaamde 'ontwikkelingslanden'. Rekening houdend met de bevolkingsgrootte is het risico ten aanzien van klimaatrampen 79 maal kleiner voor een inwoner uit een rijk Oeso-land vergeleken met iemand die de pech heeft geboren te zijn in een 'ontwikkelingsland'.

Zonder klimaatbeleid dat (ook) gericht is op een mondiale daling van de uitstoot zal deze schrijnende vorm van ongelijkheid nog verder toenemen. De kwetsbare regio's in de wereld beschikken niet over de middelen om zich aan te passen aan de stijging van de zeespiegel of aan de toekomstige droogte en de daarmee gepaard gaande voedselproblematiek. Een succesvol aanpassingsbeleid vereist financiële hulp van de rijke landen. Gebeurt dat niet, dan kan men inderdaad spreken van aanpassingsapartheid, een term die gelanceerd werd door Desmond Tutu, aartsbisschop van Zuid-Afrika.

De recente aandacht voor de VN-millenniumdoelstellingen moet gekoppeld worden aan het besef dat zonder stringente maatregelen tal van die doelstellingen gewoon niet kunnen worden gehaald. Integendeel. Een escalerende globale opwarming zou het proces van 'ontwikkeling' wel eens kunnen stopzetten en zelfs doen terugdraaien. Dit impliceert meer extreme armoede, honger, gezondheidsproblemen etc. Hoe de wereld zal omgaan met het klimaatvraagstuk zal een rechtstreeks effect hebben op de ontwikkelingskansen van miljoenen tot zelfs miljarden mensen in deze wereld. Als we falen dan zal volgens het VN-ontwikkelingsprogramma de armste 40 procent van de wereldbevolking veroordeeld worden tot een schimmig bestaan. Ongelijkheden binnen landen zullen vergroten.

Slotsom: aanpassen aan de klimaatwijzigingen zonder mitigatie (daling van de uitstoot van broeikasgassen), zoals Kroonenberg voorstelt, is als dweilen met de kraan open. De gevolgen zullen dan cumuleren tot op een punt dat ze gewis onbeheersbaar worden. Dit is kiezen voor een Mad Max-scenario waarin de armsten en de zwaksten het hardst zullen worden getroffen. Om de klimaatwijzigingen te lijf te gaan, is er behoefte aan een tweesporig beleid: aanpassing aan de klimaatgevolgen die door de traagheid in het systeem al onafwendbaar zijn én een beperking van de snelheid en de uiteindelijke schaal van de opwarming.

Peter Tom Jones is doctor in de Toegepaste Wetenschappen en post-doctoraal onderzoeker aan de KU Leuven. Philippe Huybrechts is hoogleraar in de klimatologie en de glaciologie VUB


DS, 17-05-2008
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden