Junta Myanmar tevreden over zichzelf
BRUSSEL (AP, REUTERS, DS) - De junta wil buitenlandse diplomaten uitnodigen voor een georganiseerde tour. Dat zegt een medewerker van de Amerikaanse ambassade. Ondanks de internationale druk blijft de junta karig met zijn visums voor hulpverleners.
In het zwaar getroffen gebied Bogolay hokken de inwoners 's nachts samen. Om zeven uur 's avonds is het donker, en het licht verschijnt niet voor vijf uur 's morgens. De moessonregens zijn begonnen en de weinigen die nog een huisje hebben, blijven binnen. De meesten zoeken beschutting onder zelfgemaakte afdakjes van kapotte takken en oud ijzer. Aan het water ontmoet de journaliste van The Guardian een jonge man en een vrouw. Ze zijn de enige overlevenden van hun dorp, waar waarschijnlijk 10.000 mensen zijn omgekomen. Ze zitten op de resten van de houten vloer van wat ooit hun huis was. Soms drijft een lichaam voorbij, richting zee. De man vertelt dat hij op zeker moment 400 lijken had geteld. Sommige lagen in het water, andere hingen nog in de bomen. Overdag leven de mensen aan de rivier. Ze wassen er zich in en ze vissen naar voedsel.
Dat dorp was nog relatief gemakkelijk te bereiken voor de journaliste en de journaliste vraagt zich af hoe groot de ravage is in de gebieden die niet zo gemakkelijk toegankelijk zijn. Daar zal de hulp van de regering of van buitenlandse hulporganisaties binnendruppelen.
Verschillende mensen in het rampgebied zeggen dat voedsel en nooddaken alleen maar tegen betaling kunnen worden verkregen. De Financial Times schrijft dat de monniken in de Irrawaddy-delta de kloosters moeten verlaten, en naar de kampen van de junta moeten gaan. Er zouden zo'n 230 opvangkampen zijn.
Een man vertelt dat slachtoffers die in opvangkampen van de overheid zijn terechtgekomen, klagen over de kleine voedselrantsoenen en gedwongen arbeid. 'Ze moeten stenen breken op bouwplaatsen. Daarvoor krijgen ze minder dan 1 euro per dag maar ze krijgen geen eten.'
De getuigenissen en beschrijvingen van de ramp zijn opgetekend door enkele reporters, die stiekem in het land zijn gekomen en voorzichtig rondreizen. Veel berichten uit Myanmar zijn niet te controleren, omdat journalisten geen vrije toegang krijgen tot Myanmar.
Volgens een medewerker van de Amerikaanse ambassade in Yangon wil de militaire overheid een tour organiseren voor buitenlandse diplomaten door de zwaar getroffen Irrawaddy-delta. Naar verluidt is het ministerie van Buitenlandse Zaken de trip aan het plannen. Als de buitenlandse diplomaten worden meegenomen op de rondreis, dan is het de eerste keer dat de autoriteiten aan buitenlandse delegaties zullen tonen hoe de hulpverlening verloopt. Ze zijn er zelf nogal tevreden over, schijnt het.
Ook de Europese commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking, Louis Michel, had gevraagd of hij de Irrawaddy-delta mocht bezoeken, maar dat is niet gelukt (zie hiernaast).
De VN en internationale hulporganisaties blijven beklemtonen dat meer hulp nodig is, omdat maar een tiende van de behoeften worden gedekt. Organisaties zoals Unicef, het Rode Kruis of Artsen Zonder Grenzen ervaren weinig problemen om hun materiaal ter plaatse te krijgen. Blijkbaar geeft de junta groen licht voor de organisaties die al jarenlang in het land werken - en ter plekke vooral met lokale medewerkers werken.
De secretaris-generaal van de VN, Ban Ki-Moon, wil de coördinator van de humanitaire hulp, John Holmes, naar Myanmar sturen om er bij de junta nog maar eens op aan te dringen dat de buitenlandse hulpverleners vrije toegang moeten krijgen tot het rampgebied.
De Myanmarese staatstelevisie meldde vrijdag dat de cycloon Nargis 77.738 dodelijke slachtoffers heeft gemaakt. Er zijn 55.917 vermisten. Het aantal slachtoffers stijgt elke dag, een vorige balans sprak nog van 43.318 doden en 27.838 vermisten. De VN en hulporganisaties vrezen dat de dodentol zal oplopen tot meer dan 100.000 doden. (hco)
www.standaard.be/myanmar
DS, 17-05-2008 (hco)