Geen hulp a la Française, aub
Geen hulp a la Française, aub
De internationale gemeenschap kan meer doen dan hulp geven in Myanmar, zegt GIE GORIS. 'Ze zal haar actieve bijdrage moeten leveren tot het destabiliseren van de zittende junta. Alleen moet ze dat op een verstandige manier doen, niet à la Française.'
Het Myanmarese leger heeft geblunderd, dat is nu wel duidelijk. Het wist dat de cycloon eraan kwam - het leger weet in Myanmar alles, zelfs wat in de intimiteit van de nacht of in de boeddhistische kloosters gedaan en gedacht wordt - maar het deed niets om de bevolking te waarschuwen of te beschermen. De naderende natuurramp paste namelijk niet in het propagandaschema dat de militairen opgesteld hadden en dat nu zaterdag moest uitmonden in een massaal 'ja' tijdens de volksraadpleging over de nieuwe grondwet.
Dat referendum spreekt overigens boekdelen over de slagkracht van de Myanmarese strijdmacht. Toen de militairen in 1990 verkiezingen organiseerden om hun staatsgreep te verfraaien met een verkozen burgerregering, verloor hun marionettenpartij op eclatante wijze van de National League for Democarcy, de politieke partij rond Aung San Suu Kyi. Het verkozen parlement is nooit bijeengeroepen, omdat de junta plots bedacht dat er eerst een nieuwe grondwet geschreven moest worden. Achttien jaar lang werd een processie van Echternach georganiseerd en werd de politieke oppositie monddood gemaakt. En vaak was dat meer dan beeldspraak. De ontwerpgrondwet die na al die jaren geproduceerd werd, geeft het leger voor eeuwig en twee dagen greep op parlement en politiek in Myanmar. Om de kiezers te overtuigen, rolt al wekenlang een propagandatsunami over dorp en stad. Want als het erom gaat de eigen positie veilig te stellen, spaart het leger kosten noch troepen. De blik star gericht op de eigen navel, zag men natuurlijk de donkere wolken aan de hemel niet.
Als de cycloon van vorige zaterdag een algemeen gedeelde overtuiging definitief gevestigd en bewezen heeft, dan is het deze: het leger is op zijn best een dure en nutteloze instelling in Myanmar, en feitelijk is het schadelijk. Die overtuiging is niet nieuw. De vraag is of er in het verwoeste hart van Myanmar vandaag meer kans is om die wetenschap om te zetten in politieke verandering dan in september 2007, of in augustus 1988, toen een echt massale volksopstand het militaire regime een maandlang aan het wankelen bracht. Om die vraag positief te beantwoorden, zijn er verschillende voorwaarden waaraan tegelijk en in een goed evenwicht voldaan moeten worden.
Uiteraard moet er zo snel en zo massaal mogelijk hulp verleend worden aan de getroffen bevolking. De impact van de storm en de vloedgolf vraagt op de eerste plaats humanitaire bijstand: tenten, medische verzorging, voedselhulp, menselijke bijstand… Zowat alle donoren - van de Verenigde Naties over westerse regeringen tot ngo's - beseffen vanaf dag één dat ze voor een ongelooflijk moeilijke opdracht staan in Myanmar, onder andere omdat vrijheid van beweging niet bestaat in Myanmar. Dat betekent dat de bereidheid om slachtoffers te helpen al snel de verplichting inhoudt om samen te werken met een regime dat al decennialang verantwoordelijk is voor verdrukking en verpaupering van diezelfde mensen. De hulpverleners zullen dus heel voorzichtig en bewust moeten manoeuvreren om de mensen te helpen zonder 'geaccapareerd' te worden door het regime.
Een essentiële stap daarbij zou kunnen zijn om mensen niet alleen het noodzakelijke overlevingspakket te geven, maar ook te ondersteunen in het opzetten van zelforganisaties. Het argument kan zijn dat de ramp zo massaal is, dat geen enkele hulpverlening in staat is om alles in de plaats van de mensen te doen, en dat de meest efficiënte manier om de beschikbare hulp maximaal te laten renderen erin bestaat haar in handen te geven van dorps- en wijkcomités. Als dat nu gebeurt, wordt het zaad geplant voor een civiele samenleving die noodzakelijk is om een stevig democratiseringsproces te stimuleren.
Van de honderdduizenden daklozen, de nabestaanden van de 25.000 doden - of 100.000 zoals het er steeds meer naar uitziet - en de tienduizenden gewonden moet geen georganiseerde opstand verwacht worden. Al is de frustratie vandaag extra groot, natuurlijk. De anders alomtegenwoordige militairen schitteren door afwezigheid, maar tegelijk gingen de prijzen van allerlei noodzakelijke goederen wel steil de hoogte in. Die economische impact zorgt voor bijkomende ellende bij de zwaar getroffen bevolking. Men hoopt dat de komst van internationale noodhulp daaraan snel zal verhelpen, maar hier of daar zal de frustratie wel eens overkoken. In het blussen van dergelijke brandjes is het leger echter uitstekend getraind.
De internationale gemeenschap zal dus haar actieve bijdrage moeten leveren tot het destabiliseren van de zittende junta. Alleen moet ze dat op een verstandige manier doen, niet à la Française. De Franse minister van Buitenlandse Zaken, Bernard Kouchner, volkomen zijn humanitaire en interventionistische zelf, pleit voor niet minder dan een humanitaire invasie. Geen kannonnen, maar rijstzakken. Geen bezetting, maar bevrijding. Het klinkt te goed om waar te zijn, en dat is het wellicht ook. Als het de westerse regeringen echt menens is om ook een einde te maken aan een vreselijk regime, dan doen ze er goed aan om van de situatie gebruik te maken om de buurlanden van positie te doen veranderen. De generaals van Myanmar worden immers geïsoleerd van de internationale mensenrechtenkritiek door een cordon sanitaire van buurlanden die blijven pleiten voor constructief engagement: praten helpt meer dan boycotten.
Intussen doen China, India, Thailand, Maleisië en Indonesië veel meer dan praten met de generaals, ze handelen in olie, wapens, teak en andere grondstoffen en houden zo de economische motor van het regime draaiende, samen met een aantal onverbeterlijke westerse bedrijven zoals Total. De verwoesting van de Irrawaddy-delta biedt een unieke kans om de Aziatische buren het geweer van schouder te doen veranderen, zonder gezichtsverlies. Dat gaat echter niet lukken door hen te negeren en vanuit Parijs of Washington de humanitaire aanval in te zetten. Het gaat natuurlijk ook niet lukken zonder massale diplomatieke druk en overleg. Voor de Myanmarezen is het essentieel dat de buurlanden aan boord zijn van een internationale actie want als het tot een confrontatie komt, zullen zij voor de opvang moeten zorgen. Tenzij Frankrijk en de VS bereid zijn een paar miljoen Myanmarezen per luchtbrug te evacueren naar Florida en de Provence, indien nodig.
Gie Goris is hoofdredacteur MO*
DS, 09-05-2008
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|