Demografische pyramide zet ons pensioenstelsel zwaar onder druk
In een mensenleven zijn er maar twee echte zekerheden: we moeten elk jaar belastingen betalen en we worden elke dag een dagje ouder. Beide factoren doorkruisen elkaar in een dossier dat over pensioensparen gaat. Die ontmoeting is zeker niet toevallig, zoals we later zullen zien. Reflecties over onze pensioenleeftijd en alles wat daarmee samenhangt, duwen we in de eerste helft van ons leven liever naar de achtergrond. De reden ligt voor de hand, namelijk de associatie met ouder worden. Naarmate de jaren verstrijken, rijzen er echter steeds meer vragen in verband met het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd. De belangrijkste vraag is ongetwijfeld die naar de levensstandaard in de après-pensioenperiode.
De meeste Belgen hebben een eerder romantisch beeld van het leven van een gepensioneerde. Dat beeld ziet er meestal als volgt uit: man en vrouw, al een dagje ouder maar nog niet té oud, liggen ergens aan een zonnig zuiders strand en schrijven enthousiaste kaartjes naar de (klein)kinderen. Uiteraard hoort daar een aperitiefje bij, want straks wacht een lekkere lunch in een gezellig restaurant. De buitenlandse vakantie zit er inmiddels bijna op, binnenkort vertrekt het echtpaar weer naar België. Geen erg, want het verblijf in het thuisland zal van korte duur zijn. De cruise voor deze herfst is immers al geboekt. In België zelf is van verveling geen sprake. Daguitstappen naar kust, Ardennen of de buurlanden worden afgewisseld met culturele en/of gastronomische weekendjes. Kortom, een droomleven.
Tussen droom en realiteit
Helaas wordt die droom vroeg of laat ooit doorprikt. We moeten inderdaad de (harde) waarheid onder ogen durven zien en nog een stapje verder gaan in de tijd. Man en/of vrouw hebben een heerlijke oude dag beleefd, maar lijden inmiddels toch aan een paar kwaaltjes die onlosmakelijk verbonden zijn met ouder worden. Vader is niet meer zo goed ter been, moeder ziet en hoort slecht. De kinderen snellen ter hulp, maar hun ingrijpen volstaat op een bepaald moment niet meer. Na rijp beraad valt de definitieve beslissing genomen: een seniorie, home of verzorgingstehuis moet soelaas brengen. Een drama is zo’n verhuis uiteraard niet, ook tussen leeftijdsgenoten kan je een gezellige oude dag beleven.
Aan bovengeschetste twee fases van het ouder worden is één grote ‘maar’ verbonden. Zo’n onbezorgde oude dag kan ja alleen genieten wanneer de financiële draagkracht voldoende groot is. Gepensioneerden die maximaal willen genieten van de herfst van hun leven moeten over voldoende middelen kunnen beschikken. Daar wringt dikwijls het schoentje, want niet iedereen heeft voldoende bewust naar zijn oude dag toegeleefd.
Jean de la Fontaine
Hier duikt de aloude fabel van de krekel en de mier op, door de 17de eeuwse Franse schrijver Jean de la Fontaine op papier gezet (‘La cigale et la fourmi’). De inhoud van deze fabel past perfect in het plaatje van het pensioensparen-verhaal. De krekel is eerder van het type ‘God-schept-de-dag-en-ik-vlieg-er-door’. Hij staat er nauwelijks bij stil dat na de zomer van het volwassen leven de herfst van de oude dag voor de deur staat. Potvertieren was zijn grote specialiteit, het geld was bij wijze van spreken al de deur uit voordat het was verdiend. Met de herfst/oude dag voor de deur komt de krekel tot de conclusie dat hij eigenlijk toch iets te royaal met zijn geld is omgesprongen. Akkoord, het pensioen zorgt voor een gegarandeerd basisinkomen. Het leven is echter duur geworden en in de praktijk blijkt het pensioengeld ontoereikend om echt voluit te blijven genieten. De eens zo vrolijke krekel wordt een kniezer. Hij is het immers nooit gewend geweest om elke euro tweemaal om te keren alvorens hem uit te geven. De mier is een heel ander type. Dit ijverige diertje heeft zijn zomer/leven lang hard gewerkt en een aardige spaarpot opgebouwd. Van de herfst/oude dag heeft de mier weinig te vrezen. Hij hoeft de eindjes niet aan elkaar te knopen, de beschikbare middelen volstaan om te doen wat en wanneer de mier zelf wil.
De moraal van het verhaal is duidelijk. Pensioen en goed inkomen zijn geen synoniemen van elkaar. Als uitgangspunt wordt dikwijls aangenomen dat driekwart van het laatste beroepsinkomen noodzakelijk is om een fatsoenlijk inkomen te genieten als gepensioneerde. Die driekwart zijn echter geenszins gegarandeerd, je moet er wel degelijk iets voor doen. Voor de meeste mensen, er zijn natuurlijk altijd de (gelukkige) uitzonderingen die de regel bevestigen, volstaat het pensioen niet om een voldoende hoog inkomen te raken en zo te mogen uitkijken naar een zorgeloze oude dag.
Niet panikeren, er is nog geen man overboord. Grijpen we terug naar het verhaal van de krekel en de mier. Mensen met eigenschappen van de mier krijgen wel degelijk voldoende kansen om een volwaardig pensioen uit te bouwen. Straks kijken we naar de vier pijlers waarop een pensioen kan opgebouwd worden, met bijzondere aandacht voor de pijler van het pensioensparen. Maar eerst laten we de regering nog een waarschuwende vinger opsteken.
Daar is het generatiepact weer
Generatiepact, langer werken, ontoereikende pensioenen… De overheid heeft de voorbije jaren een doorgedreven sensibiliseringscampagne naar de bevolking toe gevoerd. De eigenlijke boodschap, die misschien niet altijd even hardop wordt uitgesproken, klinkt ongeveer als volgt: mensen, denk eens aan later want uw wettelijk pensioen gaat niet volstaan om onbezorgd te kunnen leven. De mieren onder ons hebben de boodschap al lang begrepen en doen hun uiterste best om de oude dag veilig te stellen. Een vervelende eigenschap van het krekel-type is dat hij (of zij) soms hardhorig is. De boodschap moet er daarom op vrij hardhandige wijze ingehamerd worden. We zeggen het dus nogmaals luid en duidelijk: MENSEN, DENK AAN UW OUDE DAG. UW WETTELIJK PENSIOEN ZAL WAARSCHIJNLIJK NIET VOLSTAAN OM EEN ONBEZORGDE OUDE DAG TE BELEVEN.
Delta Lloyd Life voerde in 2005 een nationale enquête uit over deze pensioenproblematiek. Een andere bron is de Zwitserse verzekeraar Swiss Life. Die stak enkele maanden geleden een waarschuwende vinger op, gericht naar de Belgische overheid. Volgens de analisten van Swiss Life is ons pensioenstelsel niet langer meer houdbaar en zijn ingrepen van overheidswege dus noodzakelijk. Om het systeem te handhaven, zou tegen 2050 elke Belg tot zijn 75ste moeten blijven werken. Het is erg onwaarschijnlijk dat een metser van 75 nog elke dag zijn stelling opkruipt. Swiss Life ziet maar één andere oplossing: de doorsnee Belg zal zelf meer voor zijn eigen pensioen moeten instaan. Overigens geldt deze dreiging niet alleen voor ons land, het West-Europees welvaartsmodel wordt in zijn geheel bedreigd.
De hele discussie rond het Generatiepact heeft in dat verband veel ogen geopend. Het besef groeit dat onze demografische pyramide aan het kantelen is. Wat wil dat concreet zeggen? De gemiddelde leeftijd komt steeds hoger te liggen, met steeds minder actieven en steeds meer gepensioneerden. Het zijn de mensen zoals u en ik die dagelijks gaan werken die de pensioenen van onze ouders en/of grootouders helpen financieren. Dat wordt echter moeilijker en moeilijker wanneer het aantal ouden van dagen proportioneel toeneemt, terwijl tegelijkertijd het aantal werkenden slinkt. We hoeven er waarschijnlijk geen tekening bij te maken: zonder ingrijpende maatregelen komt er een dag dat de inbreng van de actieve bevolking niet meer volstaat om de niet-werkende bevolking een welvaartsvast pensioen te garanderen.
Niet aan doemdenken doen
Doemdenkers hebben (bijna) altijd ongelijk, dus aan zwartkijken willen we ons hier niet bezondigen. De kans dat ons stelsel volledig instort, is relatief klein. Het bewustzijn groeit namelijk dat er hoogdringend iets moet veranderen. Laat ons de pensioenproblematiek dus vanuit een positieve kant benaderen, ervan uitgaande dat we op onze oude dag nog wel degelijk een wettelijk pensioen gaan ontvangen. De generatie na ons (én die daarna) staat immers te popelen om op haar beurt aan de slag te gaan en zij zal in de mate van het mogelijke voor onze pensioenen instaan. Anderzijds heeft het geen zin om met het hoofd in de wolken te gaan lopen. Er zal inderdaad een wettelijk pensioen zijn, maar dat zal louter en alleen volstaan om aan onze basisbehoeften te voldoen. We zullen dus geld hebben voor eten, drinken en een (verwarmd) dak boven het hoofd, maar dat is het dan ook. De meeste mensen hebben zich echter een totaal ander beeld van hun pensioen gevormd. Waar zijn die zonovergoten stranden gebleven, om nog maar te zwijgen over die droomwagen en/of dat appartementje aan zee? Jammer maar helaas, ons basispensioen gaat niet volstaan om de oude dag van onze dromen te slijten.
Akkoord, de boodschap is begrepen. Ingrijpen is noodzakelijk, daar is iedereen het over eens. Rijst onmiddellijk de vraag wat we kunnen doen om ons pensioen welvaartsbestendig te maken/houden. Eén van de meest voor de hand liggende antwoorden op deze vraag is aan pensioensparen te doen. Dat is ook de mening van de regering, die kosten noch moeite spaart om de bevolking te overtuigen van het belang van deze extra bron van pensioeninkomsten. Het bewijs daarvan is dat het fiscaal voordeel de afgelopen jaren flink werd opgetrokken. De hele discussie rond het generatiepact is daar niet vreemd aan. Het maximum fiscaal aftrekbare bedrag bedraagt dit jaar 800 euro per (belastingplichtige) persoon, waar dat in 2005 nog maar 780 euro was. Hoe interessant is pensioensparen? Héél interessant en we gaan u hieronder uitleggen waarom. Maar eerst staan we even stil bij de vier pijlers waarop uw pensioen kan opgebouwd worden.
De Standaard
|