Onderwerp: Ons Pensioen
Enkele post bekijken
  #10  
Oud 2nd May 2008, 11:34
Tuur Tuur is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Oct 2006
Locatie: Minderhout
Posts: 133
Welke zijn de vier pijlers van ons pensioen?

In het verleden werd vaak over de 3 fiscale pijlers gesproken waaruit ons pensioen in België is opgebouwd. Maar dan vergeet men de vierde pijler, die in de toekomst misschien wel de belangrijkste wordt. Met die pijler doen we zelf inspanningen om vermogen op te bouwen.

We onderscheiden dus:

* 1e Pijler: het wettelijk stelsel
* 2e Pijler: het extralegaal pensioen
* 3e Pijler: het individuele stelsel
* 4e Pijler: het niet-fiscale stelsel: zelf vermogen opbouwen

1e pijler: het wettelijk stelsel

Ons rustpensioen of minimumoverlevingspensioen is het pensioenrecht gebaseerd op het inkomen, de loopbaan en het statuut van de werknemer, zelfstandige of ambtenaar. De financiering van die pensioenmassa blijft een moeilijke materie door de vergrijzing. Ondanks het Zilverfonds en andere maatregelen blijft de financierbaarheid voor de overheid een hekel punt. De overheid stimuleert eigen initiatief (zie tweede en derde pijler).

2e pijler: het extralegaal pensioen

Onder het extralegaal pensioen vallen de groepsverzekeringen, Vrij Aanvullende Pensioen (VAP) of Vrij Aanvullende Pensioenregelingen Zelfstandigen (VAPZ) en individuele pensioentoezeggingen, intern of extern gefinancierd.

De werkgever sluit hierbij een contract waarbij elk jaar aanvullende pensioenregelingen worden voorzien voor de werknemers. De toelage die de werkgever betaalt, kan worden aangevuld door een bijdrage van de werknemer om zo een aanvullend vermogen op te bouwen. Een langetermijnvisie is nodig omdat de pensioenleeftijd van 65 jaar voor velen nog veel te ver af is.

3e pijler: het individuele stelsel

Als de tweede pijler volledig benut is of slechts beperkt mogelijk, dan kunt u zelf uw appeltje voor de dorst fiscaal benutten. De derde pijler is het in de volksmond bekende pensioensparen. We onderscheiden de individuele levensverzekering, de pensioenspaarverzekering en het pensioenspaarfonds.

In fiscale zin bestaat er tussen spaarverzekering en pensioenspaarfonds geen onderscheid. In de belastingbrief mag u een bedrag invullen als storting in een dergelijk contract. De personenbelasting die u moet betalen, wordt daardoor verlaagd. De fiscus spaart mee. Voor 2007 bedroeg het aftrekbare bedrag maximaal 810 euro.

Het langetermijnsparen kent een fiscale aftrek van 1.950 euro per jaar. Net zoals bij pensioensparen is het bedrag geïndexeerd. In datzelfde vak komt ook de kapitaalaftrek voor de eerste en enige woning terecht. U kunt langetermijnsparen en kapitaalsaftrek niet cumuleren. Het vak kan maar één keer gebruikt worden.

4e pijler: het niet-fiscale stelsel: zelf vermogen opbouwen

Onder het niet-fiscale stelsel vallen alle inspanningen die u zelf doet om uw vermogen op te bouwen om later te kunnen rentenieren. Denk aan eigen woning en financiering, tweede woningen, verhuurde opbrengsteigendommen, waarde van eigen ondernemingen, aandelenoptieplannen bij internationale bedrijven, spaarrekeningen, effectenportefeuilles met aandelen en obligaties, enzovoort. Dit is het sluitstuk van uw totale pensioenplanning of misschien wel het belangrijkste onderdeel. Voor de zelfstandige is de onderneming vaak de belangrijkste pensioenvoorziening. Een tweede woning die verkocht kan worden op het moment van uw pensioen is dat ook. Maar let op. De prijzen van onroerend goed en de waarde van uw onderneming zijn afhankelijk van de economie en kunnen sterk evolueren. Daardoor kan het kapitaal dat men hoopte te ontvangen, lager uitvallen dan verwacht. Zorg voor een juiste balans van al de verschillende vermogensbestanddelen die u bezit!

Hoe uw pensioen berekenen? Een voorbeeld

De cases die beschreven zijn, gaan over gezinnen. De betrokken personen hebben de leeftijd bereikt waarop ze voor een belangrijke beslissing staan, die de volgende fase in hun leven zal domineren: al dan niet stoppen met werken.

Om het geheel overzichtelijk te houden, bekijken we de eerste pijler, het wettelijk pensioenrecht, in drie gezinnen. De personen waarmee we kennismaken, kozen er allemaal voor op hun zestigste met pensioen te gaan. Ze werkten allemaal op zijn minst twee derde van hun loopbaan, namelijk 35 jaar (een volledige loopbaan is 45 jaar lang).

U vindt het verhaal van Marc Vande Plas, die heel zijn carrière als zelfstandige werkte en een thuiswerkende echtgenote heeft. Dat van Alfons Van Oosterwijck - die zijn hele loopbaan in het onderwijs stond en gehuwd was met een pensioengerechtigde echtgenote - staat in schril contrast met het verhaal de zelfstandige.

Cathérine - die als werknemer werkte, maar al snel op invaliditeit stond - mag dan weer van geluk spreken dat ze gehuwd is met een partner die een pensioen kan genieten.

Als we kijken naar de pensioeninkomsten van zelfstandigen, ambtenaren en werknemers zien we grote verschillen. Nochtans hebben deze mensen allemaal een even grote inzet getoond tijdens hun carrière. Hun studieniveau was in de jaren zestig ongeveer van hetzelfde niveau. Het statuut van ambtenaar is echter steeds een meer beschermd statuut geweest, gevolgd door dat van de werknemer en - een heel eind achterop - dat van de zelfstandige. Uiteraard hebben we het hier enkel over de pensioencomponent.

De pensioenuitkeringen spreken voor zich: Alfons ontvangt 2.266 euro per maand, Cathérine 883,74 euro en Marc 695,63 euro.


De Tijd 03-10-2007
Met citaat antwoorden