De prijs voor ruwe olie zet op de internationale markten zijn recordkoers verder tot bijna 120 dollar per vat. De stijgingen zijn het gevolg van aanhoudende spanningen in Nigeria, de grootste olieproducent van Afrika, en van de staking bij een olieraffinaderij in Schotland.

Een structurele daling van de olieprijs is niet meteen in zicht. Meer nog, Algerijns energieminister Chakib Khelil, voorzitter van het oliekartel OPEC, sloot in een interview met een Algerijnse krant niet uit dat de prijs verder blijft stijgen tot 200 dollar per vat.

De OPEC, de organisatie van dertien olie exporterende landen, wijst de stijgende vraag vanuit China en Azië, de zwakke dollar en de politieke instabiliteit in sommige olielanden aan als de belangrijkste oorzaken van de prijsstijgingen. Volgens het exportblok is er aan de aanbodzijde geen probleem en is er dus geen nood aan productieverhogingen.

De OPEC-landen zijn zonder twijfel een van de grootste winnaars van de huidige oliehausse. Ze mogen samen rekenen op een astronomische jaarwinst uit de olie-export van ongeveer 1.000 miljard dollar. Dat is ongeveer drie keer zoveel als het hele Belgische bruto binnenlands product.

Ook de grote oliemultinationals profiteren fors van de torenhoge olieprijzen. Zowel Exxon Mobil, Shell als BP komt eerstdaags met kwartaalcijfers naar buiten. Analisten verwachten voor elk van de drie recordwinsten. (Emmanuel Vanbrussel)


De Morgen 29-04