Enkele post bekijken
  #1  
Oud 12th April 2008, 11:04
ellenvvl ellenvvl is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Sep 2006
Locatie: emblem
Posts: 84
Tussen Vlaanderen en Wallonië gaapt een armoedekloof

Terwijl in Vlaanderen 11,4 procent van de bevolking onder de armoedegrens leeft, is dat in Wallonië ruim 17 procent. Het gemiddelde van 14,7 procent Belgen dat onder de armoedegrens leeft, blijft stabiel.

De verschillen op de arbeidsmarkt zijn de voornaamste verklaring voor de kloof. Maar ook de lonen liggen in Wallonië lager dan in Vlaanderen en de gezinssituatie vertoont ook verschillen.

De cijfers komen uit Kerncijfers, het jaarlijkse rapport van de dienst statistiek van de Federale Overheidsdienst Economie.

Kloof
Uit de cijfers blijkt ook de opmerkelijke armoedekloof tussen Vlaanderen en Wallonië, die ruim 6 procent bedraagt. Terwijl in Vlaanderen 11,4 procent van de bevolking minder verdient dan de Europees vastgelegde minimumgrens, is dat in Wallonië 17 procent. Die grens bedraagt 10.316 euro per jaar voor alleenstaanden, en 21.665 voor ouders en tweeverdieners. Het leefloon ligt lager dan die armoedegrens.

Werkloosheidsgraad
Volgens het Steunpunt tot bestrijding van armoede is dat verschil vooral te wijten aan het feit dat dat de werkloosheidsgraad in Wallonië hoger ligt dan in Vlaanderen. "Er zijn minder jobs en er zijn meer langdurig werklozen. Het feit dat de werkloosheidsuitkeringen na verloop van tijd dalen, zorgt er voor dat die langdurig werklozen sneller in armoede vervallen", legt Henk Termote van het Steunpunt uit.

"Daarbij zijn er in Wallonië meer huishoudens waarbij niemand een vast inkomen heeft. Wie zijn job verliest en geen partner met een inkomen heeft, wordt sneller arm."

Lage lonen = lage uitkeringen
"De lonen liggen ook relatief lager", vult Bea Cantillon, directeur van het centrum voor Sociaal beleid (Universiteit Antwerpen) aan. Daardoor zijn ook de uitkeringen, die worden berekend op basis van het laatste loon, lager.

"Bovendien telt ook de gezinssituatie: Wallonië telt meer alleenstaande ouders, en die hebben traditioneel meer kans om in armoede te vervallen. En er zijn ook minder gezinnen met twee inkomens." Ten slotte wijst Cantillon er op dat in het zuidelijke landgedeelte meer invaliden en zieken leven, en dat het opleidingsniveau er lager ligt.

Wat met Brussel?

Hoewel er geen betrouwbare cijfers bestaan, wordt vermoed dat de situatie in Brussel nog erger is. "De werkloosheid is er hoger en de mensen krijgen er af te rekenen met hogere huurprijzen. Geschat wordt dat 25 procent onder de armoedegrens leeft", meent Termote.

Hoewel het Belgische cijfer (14,7 procent armen) de laatste jaren stabiel blijft, vraagt Termote zich af op dat cijfer de volledige realiteit weergeeft. "Organisaties op het terrein laten verstaan dat de armoede zeker niet daalt. Dat merken ze bijvoorbeeld aan het aantal voedselpakketten dat uitgedeeld wordt en het aantal OCMW-dossiers waarbij mensen hulp vragen bij de afbetaling van hun schulden. Er zijn ook indicaties dat de mensen die zich net boven de armoedegrens bevindt, het moeilijker krijgt. En dan is er ook de toenemende inkomensongelijkheid en bestaansonzekerheid."

Volgens Termote speelt de evolutie op de arbeidsmarkt daarin een rol. "Er wordt steeds vaker gewerkt met flexibele, tijdelijke of deeltijdse contracten, wat niet helpt." Termote verwijst ook naar de stijgende huur- en energieprijzen.

De oplossing voor de kloof ligt voornamelijk in jobcreatie, aangezien werkloosheid de verklaring bij uitstek is voor armoede. "Er is nood aan innovatie en er moeten dringend nieuwe sectoren worden aangeboord," besluit Cantillon. Termote wijst er op dat de nieuwe jobs kwalitatief moeten zijn, goed betaald dus. "Anders zijn er gewoon meer armen die werken."

bron: www.demorgen.be
Met citaat antwoorden