De dubbele pet van Demotte
De dubbele pet van Demotte
Het doembeeld van een vermenging van de beleidsniveaus is alvast geen overtuigend argument tegen samenvallende regionale en federale verkiezingen. Die vermenging laat zich in België heus niet hinderen door gescheiden verkiezingen. Zo leidde de federale verkiezingscampagne tot een wissel aan het hoofd van de Vlaamse regering (Leterme door Peeters - voor wie nog geen verschil had ontwaard), zorgde de federale verkiezingsuitslag voor een vervanging van de Waalse minister-president (Di Rupo door Demotte - al meer een stijlbreuk) en bracht de federale regeringsvorming een nieuwe 'numero uno' voor de Franse gemeenschap (Demotte in plaats van Arena - weinig verwarring mogelijk).
Die laatste switch is de belangrijkste institutionele vernieuwing die de woelige geboorte van de federale regering-Leterme met zich meebracht. De minister-president van het Waals gewest en van de Franse gemeenschap is met Rudy Demotte nu verenigd in één en dezelfde persoon. Demotte vertegenwoordigt nu zowel gewest als gemeenschap en daarmee vooral de versterkte band tussen de twee.
Die herorganisatie van het Franstalige politieke landschap doet het debat tussen Franstalige communautaristen en Waalse regionalisten weer oplaaien. De laatsten zien in de operatie-Demotte het spookbeeld van de fusie tussen gewest en gemeenschap weer opdoemen. De vijand is vandaag niet zozeer Vlaanderen of België, maar wel 'la communauté'. Die Franse gemeenschap staat synoniem met een ontkenning, zelfs een onderdrukking, van de Waalse realiteit. 'Nous en avons marre!': lang voor sommige Vlamingen schreeuwden wallinganten het al uit, over de beeldvorming van hun gewest in Franstalige media. Die media zijn meestal Brussels en zouden - jawel - een karikaturaal beeld van Wallonië propageren. Gesjoemel, verpaupering, enfin, u kent dat wel. Regionalisten willen dat cultuur en onderwijs van de Franse gemeenschap naar het Waals gewest worden overgedragen.
Het belang van het wallingantisme mag echter niet overschat worden, het gaat al jaren om dezelfde 'usual suspects'. Een partijpolitieke emanatie van enig belang is er al jaren niet meer. Vanaf de jaren tachtig werd de stroming vooral ingebed binnen de PS van Spitaels, veruitwendigd door het binnenhalen van ultieme regionalist José Happart. In de jaren negentig bekleden regionalisten Waalse uitvoerende functies, met als gevolg een zekere Waalse politiek van natievorming. Op een laag pitje weliswaar, want zonder bevoegdheid over culturele materies moest het Waalse gewest roeien met de riemen die het had, zoals de invoering bij decreet van een officieel Waals volkslied ('Nous sommes fiers de notre Wallonie. Le monde entier admire ses enfants. Au premier rang brille son industrie. Et dans les arts, on l'apprécie autant.'). Vanaf 1999 verandert de PS onder Di Rupo echter van koers. Regionalisten als Van Cau, Collignon, Dehousse of Happart verdwijnen naar de achtergrond of dimmen hun regionalisme.
Ondertussen heerst op politiek niveau een communautaire consensus. De Franstalige liberalen zijn al lang vragende partij voor een gezamenlijke Waals-Franstalige regering en parlement, zo niet een fusie, gesteund door het CDH. De PS, die lang tegenstribbelde, begeeft zich nu dus ook steeds verder op dat pad.
Kritische geluiden over de dubbele pet van Demotte komen niet enkel uit Wallonië, ook uit Brussel, waar sommigen het gevoel hebben uit de boot te vallen. In wat alsmaar vaker de regering van de 'communauté Wallonie-Bruxelles' wordt genoemd, zetelt geen enkel lid uit de Brusselse regering.
Bij sommige Brusselaars zit de misnoegdheid echter dieper. Door socio-demografische evoluties in het gewest groeide de voorbije jaren een taaloverschrijdende Brusselse vorm van regionalisme. Die stelt dat het oude bicommunautaire model, dat van België op Brussel werd overgeplant, vloekt met de meertalige en multiculturele realiteit. Er bestaat dan wel geen subnationaliteit in Brussel, maar inwoners worden op vlak van onderwijs, cultuur of stemgedrag regelmatig gedwongen een keuze te maken tussen een Vlaamse of Franstalige identiteit waarin ze zich steeds minder herkennen. Samengevat: een Brusselse gemeenschap bestaat in de feiten al, ze moet nu enkel nog officieel opgericht worden. Het is niet bepaald de traditionele Vlaamse of Franstalige politieke visie op Brussel. Maar terwijl Vlaanderen en Brussel elkaar in de feiten steeds verder loslaten, lijkt de Franstalige consensus over toenadering tussen Wallonië en Brussel juist groter te worden.
Hoewel ze vanuit heel andere premisses vertrekken, zijn nieuwe Brusselse en oude Waalse regionalisten dus objectieve bondgenoten. Of het groeiende Brusselse regionalisme daarmee ook de reddingsboei kan worden van zijn afkalvende Waalse pendant is echter zeer de vraag.
Dave Sinardet is politicoloog aan de Universiteit Antwerpen en gastprofessor aan de Facultés Universitaires Saint-Louis in Brussel.
DS, 09-04-2008
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|