Enkele post bekijken
  #1  
Oud 9th March 2008, 12:22
Sofie Huybreckx Sofie Huybreckx is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Sep 2006
Locatie: Westerlo
Posts: 66
Te rijk voor CO2-reductie

Te rijk voor CO2-reductie

Klimaatbewuste burgers doen de auto de deur uit en stoppen met het eten van vlees. Wat ze niet beseffen, is dat ze ondertussen via hun internetaansluiting de planeet alsnog schade toebrengen.

Door Ed Croonenberg

Klimaatgoeroe Al Gore gebruikt twintig keer zoveel energie als de gemiddelde Amerikaan, zon onthulde een Amerikaanse lobbygroep een jaar geleden. Onmiddellijk kraaiden de klimaatsceptici van plezier: het stuk chagrijn met de opgeheven vinger bleek zelf geen haar beter! Het weerhield de Zweden er niet van hem de Nobelprijs te overhandigen.
Is Gore hypocriet? Misschien, misschien niet. Wat hij in ieder geval wel is: rijk. Niet zo rijk als Bill Gates, die zijn eigen Airforce One zou kunnen kopen en onderhouden als hij dat zou willen. Wel rijk genoeg om in een heel groot huis te wonen en zich voortdurend in tamelijk luxe over de wereld te verplaatsen.
Aanhangers zullen nu aanvoeren dat reizen noodzakelijk is voor Gore’s werk. Dat klopt, maar belangrijkheid en rijkdom gaan hand in hand. In de business class tref je managers en popsterren aan, zelden steuntrekkers of toiletjuffrouwen. Rijke mensen laten, om het in klimaatnewspeak te formuleren, een grotere CO2-voetafdruk achter dan arme mensen.
Nederland heeft zijn eigen Al Gore. Deze is een stuk prettiger om naar te kijken en heet Marianne Thieme. In het Nederlandse parlement leidt zij de eerste dierenpartij ter wereld. Alle wereldproblemen weet zij trefzeker terug te voeren op het Lijden der Dieren, dus ook het klimaatprobleem. In haar film Meat the Truth (door sommigen wel heel vrij vertaald als Ontmoet de Trut) voert zij aan dat het kweken van vlees in grote mate bijdraagt aan de productie van broeikasgassen. Mensen zouden beter soja eten om aan hun eiwitbehoefte te voldoen en vlees hoogstens als delicatesse voor speciale gelegenheden moeten beschouwen. (Want hoewel Marianne zelf vegetariër is, zegt zij de hardwerkende burger zijn/haar varkenshaasje niet te misgunnen.)
Uiteraard wist de vleeslobby fluks een rapportje te fabriceren waaruit zou blijken dat varkens even klimaatvriendelijk zijn als het voer dat ze eten. Onzin natuurlijk. Eenieder wiens hersenen niet zijn aangetast door Creutzfeld-Jacob begrijpt dat het gezonder voor iedereen is, niet in de laatste plaats voor het klimaat, om een eetbare plant zelf op te eten in plaats van aan een varken te voeren om daarna het varken op te eten. Varkens moet je hoogstens houden als je met afval blijft zitten dat mensen niet kunnen verteren maar varkens wel. Zo hou je, bijvoorbeeld, na het brouwen van bier bostel over. Dat is een naar beschimmeld karton stinkende massa waar varkens niettemin van smullen. Om nog een paar duiten aan deze smurrie te verdienden, hield vroeger iedere brouwerij een paar varkens achter de schutting. Hierdoor komt het dat varkensvlees traditioneel populair is in landen met een grote biertraditie, maar dit terzijde.
Ook de consumptie van blees heet met rijkdom te maken. Akkoord: in België en Nederland kunnen zelfs proletariërs zich een karbonade veroorloven, maar dit zijn dan ook echt hele rijke landen. Ik heb door Nepal getrokken, en ik trof daar ’s avonds geen yakbiefstuk op de borden van de sherpa’s aan. Op mijn eigen bord ook niet trouwens, al had ik dat als salonavonturier best kunnen betalen. Vlees is in de Himalaya zo exclusief dat het er gewoon niet is, ook niet voor klanten met rugzakken vol roepia’s. Rijst met waterige linzensaus is wat de pit schaft na een uitputtende tocht door het hooggebergte. Of aardappelen zonder jus. Dit is tevens de brandstof voor de dragers die de hooggelegen toeristenpensions bevoorraden met blikjes Pepsi en Carlsberg. Aan autorijden doen de sherpa’s niet omdat er geen wegen zijn. Ik denk dat de CO2-afdruk van de gemiddelde Nepalees gemakkelijk een keer of twintig kleiner is dan die van een Nederlander of een Belg.

Corrumperende aflaten
Klimaatbewuste westerlingen doen de auto de deur uit en stoppen met het eten van dieren. Dat helpt, maar toch blijft de rijkdom hen parten spelen. Want wie kan het opbrengen om, net als de Nepalezen, niet meer te douchen? Of om de verwarming ’s avonds helemaal af te zetten, ook als het winter is? En: wie doet zijn computer de deur uit?
In de jaren negentig ging Al Gore er prat op dat hij zo’n cruciale rol had in de stimulering van het internet (“Al Gore, u weet wel, die man die het internet heeft uitgevonden,” zo mag George W. Bush nog altijd graag sneren). Dat had hij misschien beter niet kunnen doen. Weinigen staan erbij stil: maar het internet, die inmiddels onmisbare verworvenheid van de westerse mens, vormt een steeds grotere bedreiging voor het klimaat. Het is namelijk een wereldwijde kachel. In anonieme bunkers pompen enorme datacentra dag en nacht plaatjes, filmpjes en chatsessies naar de pc’s van de informatieminnende mens. In die datacentra staan servers, grote computers die op hun beurt vol zitten met processoren. Dat zijn krachtige chips die veel elektriciteit consumeren en daarbij erg heet worden.Die hitte moet worden afgevoerd, anders brandt het zaakje door. Meestal verdwijnt deze energie zomaar naar de buitenlucht, de atmosfeer in, foetsie. De site Lowtechmagazine.be schatte vorig voorjaar op basis van cijfers van Gartner en IDC dat het internet wereldwijd al minstens twee keer zoveel elektriciteit verbruikt als het complete stroomverbruik van België (en dat is qua energieverbruik zeker geen klein land). Let wel: dat is zonder pc’s, beeldschermen, modems en routers bij de bedrijven en consumenten thuis. De site meldt verder dat als het huidige groeitempo aanhoudt, het internet reeds in 2010 alle elektriciteit ter wereld zal opslokken.
Nepalezen hebben geen internet. Wij dus wel. Het is maar een voorbeeld dat het zelfs voor de meest milieubewuste inwoner van een rijk land heel moeilijk is zich een kleinere klimaatschoenmaat aan te meten, simpelweg omdat hij deelnemer is aan een zeer klimaatonvriendelijk sociaal-economisch systeem.
Al Gore heeft toegegeven dat hij jaarlijks een miljoen kilometers in het vliegtuig zit, maar dat hij dat compenseert door bomer te planten.Steeds meer politieke reislustigen kakelen hem dit tegenwoordig na. Je kon er dus op wachten: begin februari onthulde de Volkskrant dat een groot deel van de bedrijfjes die zulks regelen flessen. Er worden zogenaamd bossen aangeplant die allang blijken te bestaan. In de late middeleeuwen leidde de handel in aflaten tot grootschalige corruptie binnen de katholieke geestelijkheid. Tegenwoordig maakt da handel in klimaataflaten, waaronder je ook de emissierechten zou kunnen scharen, ook het slechtste in mensen en bedrijven los.
Maar ook in technologische zin is het zeer dubieuze handel. Zeker: een boom slaat tijden het groeien CO2 op. Maar daarna wordt hij gekapt en tot eettafel verwerkt of tot krant. Uiteindelijk belandt hij in een verbrandingsoven en zit de CO2 weer in de lucht. Je mag zo’n klimaatbos dus nooit kappen, tenzij je de boomstammen omzaagt en afstort in een lege mijnschacht. Daar kan de CO2 dan in de loop van miljoenen jaren verduurzamen tot steenkool, terwijl vers aangeplante bomen meer broeikasgas vastleggen. Die kap je ook, stort je af, et cetera. Omgekeerde winning van fossiele brandstoffen dus. Dit klimatologisch uiteraard geen enkel nut heeft zolang elders kolen uit de grond worden gehaald.
Dat laatste gebeurt massaal in China, waar de behoefte aan elektriciteit even explosief groeit als de economie. De Aziaten laten zich hun nieuwverworven rijkdom niet van hun brood eten, en waarom zoude ze ook. Maar met CO2-reductie wordt het zo natuurlijk niks. De Deense klimaatrealist Bjorn Lomborg roept al een paar jaar dat we ons goede geld daarom maar beter kunnen besteden aan het bestrijden van malaria, of het bouwen van dijken rond Bangladesh. Gelijk heeft hij. Net als Marianne Thieme, overigens.

Bron: Scientific American: nr 2 – 2008 – Nederlandstalige editie

Mijn commentaar:
Ik vond dit een zeer boeiend artikel, maar langs de andere kant heb ik er toch ook een aantal bedenkingen bij. Er wordt gezegd dat wij te rijk zijn om het CO2-gehalte te laten dalen, dit klopt niet volgens mij. We moeten juist ons best doen om dit te proberen en ik ben ervan overtuigd dat alle beetjes helpen. Natuurlijk kunnen we er niet voor zorgen dat we geen CO2 meer uitstoten, maar we kunnen het zeker verminderen. Daarom vind ik het artikel niet zo goed, het geeft volgens mij een verkeerd beeld. Het lijkt of we niets aan de CO2 uitstoot kunnen doen en dat we dus maar beter verder doen zoals we bezig zijn. Als je mensen het gevoel geeft dat hun inspanningen weinig tot niets opleveren dan zien ze het nut van hun inspanningen niet in. Volgens mij hebben ook kleine inspanningen hun nut en daarom vind ik het spijtig dat dit niet benadrukt wordt. Het had meer benadrukt moeten worden dat we er wel iets aan kunnen doen, want volgens mij is het nog niet te laat.
Ik vind het ook raar dat ik dit artikel ga posten via het internet, terwijl in het artikel staat dat internet net zorgt voor heel veel CO2-uitstoot... Maar zoals je kan zien heb ik het toch gepost, want ik vind het zeker de moeite waard om te lezen.
Met citaat antwoorden