Verlamd door angst
VERLAMD DOOR ANGST
De eerste socialisten in Nederland en daarbuiten waren niet kieskeurig in het uiten van hun afkeer van kerk en geloof. In hun streven naar vooruitgang en welvaart ondervonden ze harde tegenstand van de kerken. De pioniers van het socialisme kregen te maken met broodroof en geweld, dat niet zelden werd uitgelokt door donderpreken van pastoors en dominees. De vakbondsman Henri Polak werd bijna in elkaar geslagen en uitgemaakt voor antisemiet, omdat hij de apartheid tussen Joodse en christelijke diamantbewerkers openlijk kritiseerde.
Soortgelijke toestanden heersten in België. Louis Paul Boon beschrijft in zijn onvergetelijke boek Pieter Daens hoe socialisten, linkse liberalen en sociaal bewogen katholieken samen streden tegen de ongenaakbare katholieke kerk, die in de 19de eeuw een ijzeren greep had op de bevolking van de industriestad Aalst.
In de loop der tijden verdwenen de scherpe kantjes van de politieke strijd tussen confessionelen en socialisten. Maar nog in 1954 vaardigden de Nederlandse bisschoppen een mandement uit, dat de gelovigen verbood om lid te worden van de socialistische vakbond of te kijken naar de socialistische omroep. Priesters bezochten katholieke gezinnen en dreigden met banvloeken als het kinderaantal te wensen overliet.
Pas in de jaren zestig verminderde de greep van de kerken, dankzij opruiende programma's als Beeldreligie en de 'aanstootgevende' literatuur van Gerard Reve en Jan Wolkers. Vrouwen en homo's vochten voor hun emancipatie en waren daarbij niet benauwd om gelovigen te kwetsen.
Met de komst van Turkse en Marokkaanse gastarbeiders diende zich na 1970 een nieuwe religie aan in Europa, de islam. Je zou verwachten dat vrijzinnig en linkse mensen deze godsdienst net zo kritisch zouden benaderen als het christendom. Dat was ook hard nodig, want vanaf de jaren tachtig verschenen fundamentalistische imams ten tonele, die hun aanhang opriepen niet te integreren en de vloer aanveegden met de rechten van vrouwen en homo's.
Merkwaardig genoeg zweeg links hierover. Paus Johannes Paulus II werd in 1985 bespot en uitgejouwd tijdens een bezoek aan Nederland, maar wee degene die wat lelijks durfde te zeggen over de islam. Uit angst voor racisme, uit een soort koloniaal schuldgevoel en uit politiek opportunisme (de migranten waren welkom als kiezers) zweeg links over intolerante uitingen van moslims. In Nederland speelde daarbij ook de herinnering aan de jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. Was de massamoord in Auschwitz en Sobibor immers niet voorafgegaan door redeloos gescheld op 'de Joden'?
Het debat is jarenlang verlamd door de angst voor extreemrechts. Het is onder meer aan VVD-leider Frits Bolkestein en PvdA-intellectueel Paul Scheffer te danken dat de lucht in Nederland vrijer is geworden, en natuurlijk aan de vermoorde helden van het vrije woord, Pim Fortuyn en Theo van Gogh. Het is weer mogelijk kritiek te leveren op de sharia, de boerka of op conservatieve imams, die met geweld dreigen tegen 'kwetsende' kunstwerken in musea of korankritische films. Mensen met kritiek op de intolerante uitingen van de islam worden nog regelmatig weggezet als fascist of islamofoob, als mensen die haat zaaien door een verkeerde toon aan te slaan, maar ze kunnen zich in elk geval weer vrij uiten in Nederland.
Maar de heersende opinie is nog steeds politiek correct. Sommige Nederlandse intellectuelen houden vol dat het de eigen schuld van Theo van Gogh was dat hij vermoord werd door een moslimextremist. Gezaghebbende linkse columnisten als Jan Blokker en Hugo Brandt Corstius hebben volop meegedaan aan het belasteren en verdrijven van Ayaan Hirsi Ali. Dezelfde progressieve kringen zijn nu opeens verbaasd dat Franse linkse intellectuelen het wel opnemen voor de met de dood bedreigde Somalische Nederlandse.
Ik heb het gevoel dat de discussie in België nog meer op slot zit dan in Nederland. De groei van Vlaams Belang heeft het publieke debat gesmoord. Door het cordon sanitaire durfde bijna niemand openlijk stelling te nemen tegen intolerantie uit islamitische hoek.
Twee vooraanstaande schrijvers, Benno Barnard en Geert van Istendael, hebben het nu aangedurfd om het monsterverbond tussen weldenkend links en de fundamentalistische islam aan te klagen (DS 2 februari). Hun terechte pleidooi voor vrijzinnige seculiere waarden en voor de scheiding van kerk en staat, vergezeld van een aanval op de vrouwenonderdrukkende hoofddoek, heeft hen in de morele verdachtenbank gebracht. Het duo wordt uitgemaakt voor alles wat mooi en lelijk is: antisociaal, kleinburgerlijk, antidemocratisch en racistisch.
Barnard en Van Istendael zouden het Vlaams Belang in de kaart spelen; een verwijt dat doet denken aan vroegere waarschuwingen dat de klassenvijand zou profiteren van openlijke kritiek op de partijleiding. De aanklagers vergeten dat juist het zwijgen over alle misstanden rond de islam en de multiculturele samenleving de populisten en extremisten in de kaart heeft gespeeld.
Ik hoop dat de twee moedige schrijvers volhouden. Het moet ook in Vlaanderen mogelijk zijn zakelijke kritiek op de islam te leveren en op te komen voor vrijzinnige en democratische principes zonder te worden blootgesteld aan verdachtmakingen. Links moet zich losmaken uit de wurggreep van de religieuze intolerantie en net als vroeger opkomen voor tolerantie, vrouwenrechten en geestelijke vrijheid.
Carel Brendel is de auteur van 'Het verraad van links' (Uitgeverij Aspekt), dat handelt over de verhouding tussen godsdienst en socialisme in Nederland.
DS, 18-02-2008
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|