De Allah van Molenbeek is geen vriend
De Allah van Molenbeek is geen vriend
'Marokkanen haten Belgen en willen niets met België te maken hebben', concludeert voormalig oorlogscorrespondent Arthur van Amerongen nadat hij een jaar ondergedoken leefde tussen de Brusselse moslimextremisten.
Nadat bekend werd dat de Belgische Muriel Degauque zich had proberen op te blazen in Irak in november 2005 en daarmee als de eerste Belgische kamikaze de geschiedenis inging, wilde Arthur van Amerongen (49) begrijpen wat haar dreef. Hij dompelde zich een jaar lang onder in de Brusselse kringen van 'new born muslims'. Voor de voormalige oorlogscorrespondent werd het ook een persoonlijke zoektocht naar zingeving na een leven van drank- en drugsverslaving en verbroken relaties. Een jaar lang onthield hij zich van allerlei geneugten van het leven, bad hij vijfmaal daags en bezocht de ene lezing na de andere in allerhande zaaltjes, moskeeën en islamitische centra in de hoofdstad.
Tijdens de aankondiging van het boek, zomer 2007, ontketende de schrijver een rel met zijn uitspraken op de Brusselse regionale zender. 'Marokkanen haten Belgen en willen niets met België te maken hebben. Het is een gevaarlijke gemeenschap, een tikkende tijdbom die elk moment kan ontploffen. Een terreuraanslag in Brussel komt er zeker en vast', klonk het toen. De antiracismebeweging MRAX diende dit najaar een klacht in tegen tvbrussel. Enkele maanden later blikt de journalist terug op zijn Brusselse periode.
Waarom heeft u zich ondergedompeld in het Brussels islamitisch milieu?
'Ik wilde nagaan wat de salafistische islam, waartoe veel jongeren zich de laatste tijd aangetrokken voelen, inhield. Academici en journalisten hebben het tot nu toe van buiten beschreven, maar ik wilde het aan den lijve ervaren. En ik wilde weten of ik er zelf ontvankelijk voor was. Ik heb zowat heel mijn leven in het Midden-Oosten gezeten, Arabisch en Islamkunde gestudeerd. Ik wilde zien hoe ver ik mee zou kunnen gaan in dat nieuwe verhaal. Ik heb in mijn leven een knop omgedraaid en ben met drinken en roken gestopt.'
'Het ging me niet om die harde cellen. Die vind je niet. Die vindt de Belgische geheime dienst ook niet. Dat is ook niet mijn werk. Het ging me om de kweekvijver waarin de extremisten vissen. Mensen die eigenlijk op een drempel staan, waarvan je weet dat ze mogelijk een grens kunnen overschrijden.'
'Het gaat om het circuit van opleidingen, lezingen en boekhandels. Die lui hangen de ganse dag rond. Dat begint met het klassieke ronselen van 'kom eens langs', maar ook via studiegroepen. De moskeeën zijn niet interessant, daar gebeurt niet veel. Binnen die studiegroepen bestaat een enorme sociale druk. Ik volgde een theologische opleiding aan de Khairya-academie in Anderlecht. In het begin was de helft van de twintig meisjes niet gesluierd. Een week later droegen ze allen een hoofddoek. Het is een star milieu, heel hoekig, bepaald geen humor. Je herkent ze meteen. Ook elders zie je ze, zoals bij de Hezbollah in Libanon, Hamas of Jihad in Algerije. Ze hanteren een strikte gedragscode. De jongeren die over enige kennis beschikken, hebben alle macht. Zodra iemand in de groep iets meer van de Koran weet, wordt hij tot leider gebombardeerd. De meeste weten nauwelijks iets van de Koran, de Hadith (uitspraken van de profeet) of islamitische theologie. Ze kunnen meestal ook geen Arabisch lezen. Alle kennis waarover ze beschikken, komt van het internet; uit slecht naar het Frans vertaalde teksten. Net dat is gevaarlijk.'
Hoewel de voorbeelden van de lezingen die je aanhaalt niet zo radicaal zijn, suggereert u alsnog het bestaan van een dreigend gevaar of een tijdbom in Brussel. Heeft u bewust beslist om dingen niet te tonen. Of loopt het niet zo'n vaart?
'Ik heb geprobeerd om een bepaalde sfeer te beschrijven die ik heel beklemmend vond. Dat is ook mijn persoonlijk verhaal, dat ik een zekere weerzin kreeg tegen dat extreme milieu. Het is geen boek dat harde bewijzen aandraagt, maar ik heb geprobeerd aan te tonen dat als het zo doorgaat er steeds meer jongens bijkomen die potentieel gevaarlijk zijn. Die in staat zijn om geweld te gebruiken.' U verwijst geregeld naar de gelijkenissen met uw calvinistische verleden in het Nederlandse Veluwe.
'In Nederland heb je een 'bijbelgordel' die gaat van Staphorst over de Veluwe tot Zeeland. In de Brusselse islamitische kringen zag ik dezelfde dingen terugkeren. Mijn jeugd was even vervelend als mijn periode in Brussel. Sommigen denken dat het een lolletje is om als freelance moslim te werken. Het is vreselijk. Er valt niet te lachen. Er staat geen enkele grap in de Koran. In de Hadith heb je wel eens een leuke anekdote, maar voor de rest is er absoluut geen humor. Dat is ook kenmerkend voor mijn calvinistische verleden: de totale obsessie met de almacht van God en de alomtegenwoordige angst. Helemaal tegengesteld aan wat bij mystieke soefies of verlichte christenen bestaat: God als een soort vriend. De Allah van Molenbeek en de God van Staphorst waren dat zeker niet.'
'Ik was me niet bewust van die gelijkenissen. Ik had dat milieu nooit van binnenuit benaderd. Als je het van buiten beschrijft, zie je dat niet. Het blijft exotisch. Als je kijkt naar Hamas of Hezbollah zie je een goed geoliede organisatie, die gratis eten en onderwijs geven. Maar van binnenuit ervaar je ook de verstikkende terreur van alles wat niet mag. Ik heb discussies meegemaakt waarbij jongeren elkaar proberen de loef af te steken met allerhande verboden, halal en haram. Urenlange discussies over hoe je je broek moet dragen, welke Nikes, het gebruik van de shiwaak, de islamitische tandenstoker, wel of geen kohl in de ogen.'
Fundamentalisten of salafistische moslims die geen contact wensen met anderen doen denken aan sekten. Beschouw je ze per definitie als een gevaar?
'Het gevaar is subtiel. De multiculturele samenleving bestaat ook in België niet. Het gaat om totaal geïsoleerde werelden. Er is überhaupt geen contact tussen Marokkanen en Belgen. Er zijn geen gemengde huwelijken. Ze komen niet bij elkaar over de vloer. Ze kennen elkaar niet. Het ging me dus niet zozeer om het aantonen van wat gevaarlijk is, maar ook te wijzen op die gettovorming. Net daar schuilt volgens mij het gevaar. Dat loopt vroeg of laat echt fout. In Molenbeek worden meisjes gecontroleerd die in korte rok lopen en de laatste cafés worden er ook gesloten. Dat vind ik eigenlijk veel verontrustender dan die vier- of vijfhonderd gevaarlijke jongens.'
Kunnen jonge moslims die zich opnieuw tot het geloof richten geen deel uitmaken van de samenleving? Streng gereformeerden maken toch een onlosmakelijk deel uit van Nederland?
'Iemand zei me eens dat het verschil is dat christenen geen aanslagen plegen. Daar ben ik het zelf niet mee eens. Want in Libanon zijn door christelijke milities zelfmoordaanslagen gepleegd. Tamiltijgers doen het ook en dat zijn ook geen moslims. Ik denk dat de Amerikanen van de bible belt, die mensen in abortusklinieken vermoorden, ook in staat zijn om zich op te blazen.'
'Neen, het belangrijkste verschil met het strenge calvinisme van mijn jeugd en de jongeren in Brussel is dat ik uit een redelijk middenklasse milieu kom. Ik had geen televisie, maar wel duizend boeken. Ik kon naar school waar ik Nederlands geleerd heb. Mijn ellende was niet zo ernstig in vergelijking met de marginale jongeren in Molenbeek. En dan komt de islam op de proppen als enige andere identiteit. Ze zijn geen Nederlanders of Belgen. Tien jaar geleden zeiden Marokkanen: 'Ik ben Marokkaan of Nederlander, nu zeggen ze 'ik ben moslim'.
Arthur van Amerongen, Brussel: Eurabia, 175 blz., Atlas.
DS, 18-02-2008 (Meryem Kanmaz)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|