Stemmen ronselen tussen de maïs
KALONA - De kans is groot dat een of meer Amerikaanse presidentskandidaten vanavond al aankondigen dat ze ermee ophouden. De kiezers van Iowa hebben hen gewikt, gewogen en te licht bevonden. Zo veel macht hebben ze daar in Iowa, al is de staat verre van een staalkaart van de VS.
Iowa, dat is de grote leegte in het hart van het immense Amerikaanse binnenland. Maïsvelden glooien er tot ver voorbij de einder. In dorpjes als Kalona houden de Amish halsstarrig vast aan de levensstijl die hun voorvaderen in de achttiende eeuw meebrachten van het oude continent. Rubberbanden voor hun paardenkoetsjes zijn verwerpelijk modern, telefoons verboden, elektriciteit goddeloos, muziek des duivels, foto's verfoeilijk, baarden een teken van vrede en snorren herinneren aan militairen en zijn voor de pacifistische Amish dus uit den boze.
De wereld lijkt hier heel ver weg. Of toch niet? 'Is het waar dat België uiteen gaat vallen', vraagt Marcus Miller als zijn vader Ed ons aan elkaar voorstelt. De familie Miller zijn Mennonieten, een minder wereldvreemde afscheuring van de Amish.
De Amish bewerken hun land nog op traditionele wijze. Allicht daarom zien hun kleine boerderijtjes er niet echt welvarend uit. Elders in de staat wordt er dezer dagen wel goed geboerd. Door de enorme vraag naar maïs en soja voor biobrandstoffen doen de landbouwers gouden zaken (DS 30oktober). De ethanol dreef vorig jaar de waarde van de maïsoogst op met 910 miljoen dollar. De raffinaderijen creëerden al meer dan vijfduizend extra jobs.
Helen, die als taxichauffeur werkt in Iowa City, wil hier weg. 'Het wordt me te druk in Iowa', zegt ze. Ze wil naar Wyoming, de laatste frontier. Haar uitspraak herinnert aan de relativiteit der dingen. Op een oppervlakte van bijna vijf keer België wonen bijna vier keer minder mensen.
Helen is geboren en getogen in Iowa. Wijlen haar vader was directeur van het Herbert Hoover Museum in West Branch, vertelt ze. Als kind heeft ze nog gespeeld met Hoovers kleinkinderen als die met hun ouders hun jaarlijkse bezoek aan het graf van de president brachten.
België heeft een speciaal boontje voor Hoover, die man het land na elke wereldoorlog van de hongersnood redde, of zoals een opschrift in het museum het stelt, de man was die 'de Belgen die vonden dat maïs beestenvoer was, cornbread leerde eten'. Zelfs zakken waarin die bloem werd geleverd, werden door Belgische huismoeders ten nutte gemaakt. Ze werden handig omgetoverd tot allerlei gebruiksvoorwerpen. Sommige werden sierlijk geborduurd en teruggestuurd naar hun weldoener. Het museum bezit er een ruime collectie van. Een bijzonder fraai exemplaar luidt: 'Ze zullen hem niet temmen, zoolang een Vlaming leeft.'
Hoover was een Quaker, net als de Amish een godsdienstige denominatie die in de achttiende eeuw veiliger oorden opzocht in de Nieuwe Wereld. Quakers zijn felle individualisten, die vinden dat ieder mens de plicht heeft om voor zichzelf en zijn gezin te zorgen. Quakers steunen niet op de overheid. Die waarden doordesemden Hoovers reactie op de Grote Depressie. Zo bereidde hij de weg voor de Democratische greep op de macht die meer dan dertig jaar zou duren. Ze tekenden zijn partijgenoten, tot in de jaren tachtig de christelijk conservatieven ook in Iowa de Republikeinse partij in hun greep kregen.
Iowa is verre van een doorsnede van de Verenigde Staten. Op acht procent na zijn de inwoners allemaal blanken, hoofdzakelijk van Duitse en Ierse origine, hoewel meer en meer Spaanstalige immigranten hun weg naar de landelijke Midwest vinden.
Stemmen ronselen in Iowa is in de verste verte niet te vergelijken met campagne voeren in grotere staten (DS 3december). In Iowa willen de kiezers persoonlijk te woord worden gestaan. Dat geeft kandidaten met minder geld om peperdure advertenties te betalen, ook een kans om hun visie aan de man of de vrouw te brengen. 'Wij wikken en wegen de kandidaten voor de rest van het land', zegt professor David Redlawsk van de University of Iowa in Iowa City. De geschiedenis leert dat Iowans kandidaten maken en breken. Jimmy Carter, Bill Clinton en John Kerry hebben veel te danken aan de kiezers van Iowa.
Of zoals senator Howard Baker het ooit uitdrukte: 'Iowa dunt het deelnemersveld uit voor de rest van het land.' Hij kan het weten. Hij gaf in 1980 op nadat hij in Iowa had verloren van George Bush senior. De kans is dus groot dat nog voor het weekeinde een of meer kandidaten de handdoek in de ring gooien.
Maar het is eveneens goed mogelijk dat de favoriet van de christelijk conservatieve Republikeinen van Iowa er niet in slaagt om een slaatje te slaan uit zijn overwinning. Want over een maand houden meer dan twintig staten voorverkiezingen, en om dat aan te kunnen, is heel veel geld en een perfecte organisatie nodig. De caucus legt Iowa alvast geen windeieren. De kandidaten zullen naar schatting vijftig miljoen dollar uitgeven in Iowa.
www.standaard.be/VS2008
DS, 03-01-2008 (Evita Neefs)