Dertien en moeder
'Mijn eigen kind doden: dat kon ik niet'
Dertien en moeder: het bestaat. 'Het ene moment staan ze te giechelen als bakvissen, het volgende moment geven ze hun baby de borst.' Tienermama's in Vlaanderen.
Kim raakte voor het eerst zwanger toen ze twaalf was - een ongelukje. Haar tweede zwangerschap, op haar veertiende, was wél gepland. Net als veel tienermoeders is ze faliekant tegen abortus en wil ze het liefst een groot gezin. Het aantal tieners met een baby is sinds de legalisatie van abortus sterk afgenomen in Vlaanderen, en zwangere meisjes die toch besluiten hun kind te houden hoeven niet op veel sympathie te rekenen: 'Ze had maar beter moeten weten.'
Kim: 'Het liefste wat ik doe'
Kim (16) zit aan de keukentafel en geeft fruitpap aan haar dochtertjes Isalie en Ilona. Isalie is drie jaar oud en Ilona heeft pas haar eerste verjaardag gevierd. 'De meeste meisjes van mijn leeftijd gaan gezellig shoppen en naar de dancing, maar ik ben niet jaloers,' zegt Kim.
KIM « Ik had die jongen leren kennen via het internet. Een knappe gast van bijna zeventien, en ik zag het wel zitten om een relatie met hem te beginnen. We waren pas vier maanden een koppeltje, toen ik doorkreeg dat hij me bedroog.
» Als jij geen seks wilt, moet ik wel elders aan mijn gerief komen,' zei hij, en daar moest ik het mee doen. Ik wou inderdaad nog geen seks, want op je twaalfde ben je daar nog niet klaar voor. Maar hij had geen geduld en heeft toen toch een paar keer met me gevreeën - tegen mijn zin, maar hij was zo sterk dat ik hem niet van me af kon duwen. Eigenlijk wist ik meteen dat ik zwanger was, maar ik weigerde het te geloven. Mijn maandstonden bleven uit en ik voelde me misselijk, maar ik kon toch niet écht zwanger zijn? Dat overkwam toch alleen maar oudere meisjes?
»'Kim,' vroeg mijn mama, 'je hebt je maandstonden nog niet - je verwacht toch geen baby?' Ze nam me mee naar de huisdokter en die deed een zwangerschapstest - positief. 'Je bent nog zo jong,' zei de dokter, 'je buik is niet klaar, je kunt geen kind ter wereld brengen.' Ik zweeg, want een dokter heeft altijd gelijk, maar toen ik thuiskwam, begon het tot me door te dringen dat ik écht zwanger was. Een abortus leek me vreselijk, want ik had twee zwaar motorisch en mentaal gehandicapte boertjes en één zusje verloren. Ik had hen zien sterven en dat wilde ik nooit meer meemaken. Mijn eigen kind doden? Néé, dat kon ik niet.
» In de abortuskliniek maakte een verpleegster me zwijgend klaar voor de ingreep, maar net voor ik naar binnen gereden zou worden, sprak een andere verpleegster me aan. 'Ben je overtuigd dat dit de beste keuze is?' vroeg ze me. 'Dit is jouw kindje, jij mag beslissen.' Dat was een openbaring en eindelijk durfde ik te praten. Ik vond abortus iets vreselijks, want je doodt je eigen kind, jouw vlees en bloed - en dat zou ik mezelf nooit kunnen vergeven.
»Ik was wel bang dat de jeugdrechter de baby zou afnemen, want ik had al in een instelling gezeten. De verpleegster wist me gerust te stellen en ik besloot mijn kind te houden. Mama begreep me en ze stond achter mijn keuze. Ik sprak er ook met mijn vriend over, maar hij stelde me voor een dilemma: ik moest kiezen tussen hem en de baby. Niet zo moeilijk - een lief kun je altijd wel vinden, maar je eigen kind is onvervangbaar.»
HUMO 31/12/07
|