Enkele post bekijken
  #2  
Oud 13th December 2007, 01:12
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post De toekomst van de sociale zekerheid

Verantwoordelijk en efficiënt - De toekomst van de sociale zekerheid


In het grote 'staatshervormingsdebat' is de sociale zekerheid een belangrijk thema. Zeven sociale wetenschappers hebben erover nagedacht. Hun conclusie? De sociale zekerheid niet splitsen, maar de deelstaten er wel een rol in geven en ze financieel verantwoordelijk maken.



Fundamentele wijzigingen in de inrichting van onze staat worden geïnspireerd door de overtuiging dat zij bijdragen tot een beter bestuur, tot meer welvaart en werkgelegenheid voor het hele land en dat zij onontbeerlijk zijn om het hoofd te bieden aan de belangrijke sociaal-economische uitdagingen van vandaag en morgen.

Het is echter niet duidelijk of de standpunten die door de actuele onderhandelingspartijen worden ingenomen tot de realisatie van deze lovenswaardige doelstellingen bijdragen.

Op een studiedag afgelopen weekeinde, gewijd aan het 'sociaal federalisme', werd gepoogd uit verschillende invalshoeken een aantal uitgangspunten en thema's van de 'grote' staatshervorming in een bredere context te plaatsen en ze te toetsen aan de criteria van efficiëntie en interpersonele solidariteit. Zo kan men zich afvragen of het regionaliseren van de loonvorming het meest efficiënte middel is om de concurrentievoorwaarden van de bedrijven in alle regio's te verstevigen en zo de landelijke werkgelegenheidsgraad op te krikken. Draagt het 'gefederaliseerde' van de verplichte ziekteverzekering bij tot een grotere efficiëntie van het stelsel zonder afbreuk te doen aan de bestaande interpersonele solidariteit, zowel aan de kant van zijn financiering als wat de toegang tot de zorgverstrekking betreft?

Deze zienswijze overstijgt het vaak verkrampte debat tussen voor- en tegenstanders van verdere stappen in de 'defederalisering'. Zij levert ook stof tot nadenken over de rol van de overheid in de economie en over het toekomstperspectief van onze sociale bescherming.


1. Over de wenselijkheid van loononderhandelingen per gewest

Dat de loonvorming in ons land te weinig rekening houdt met de verschillen in de arbeidsmarkten van de verschillende gewesten wordt vaak aangehaald als één van de belangrijke oorzaken van de lagere werkgelegenheidsgraad van Wallonië in vergelijking met Vlaanderen.

Het is echter zeer de vraag of het vervangen van het bedrijfstakniveau in de onderhandelingen, dat aan de loonakkoorden een landelijk en wettelijk karakter verleent, door een onderhandelingsplatform per gewest, de werkgelegenheid in alle regio's ten goede komt. Dat wil immers zeggen dat de loonvorming op ondernemingsvlak moet gebeuren. Dat biedt uit economisch oogpunt de beste waarborgen voor het afstemmen van loonkosten op de bedrijfsrealiteit. Maar in de Belgische context, gekenmerkt door overwegend per bedrijfstak georganiseerde vakbonden en werkgevers, is dit scenario weinig realistisch.

Van een regionalisering van het loonoverleg mag verwacht worden dat de loondruk in het gewest met de laagste werkloosheidsgraden zal toenemen. Als gevolg daarvan kan men verwachten dat de lonen in de andere gewesten de neiging zullen hebben om te stijgen. De regionalisering van het loonoverleg leidt dan per saldo tot een verzwakte concurrentiekracht van het land en tot een toename van de werkloosheid in Wallonië en Brussel.

Een alternatief voor de actuele situatie bestaat erin dat de loononderhandelingen per bedrijfstak slechts betrekking hebben op de barema's, inclusief het sectoraal minimumloon, daar waar het zwaartepunt van de onderhandelingen omtrent de loonstijgingen die deze barema's overtreffen, exclusief op ondernemingsniveau worden uitgevoerd. Het federaal interprofessioneel overleg blijft in deze situatie het vertrekpunt voor de onderhandelingen in de bedrijfstakken en de ondernemingen.


2. Responsabilisering van de gewesten in het tewerkstellingsbeleid

In de huidige situatie dragen de gewesten de kosten van de arbeidsbemiddeling en van de opleiding van werklozen. De rechtstreekse financiële baten van deze inspanningen, in de vorm van een besparing in de werkloosheidsuitkeringen, komen echter het federale niveau ten goede. Bovendien maken de gewesten gebruik van federale middelen voor het activeringsbeleid, zonder dat voor hun aanwending en resultaat verantwoording verschuldigd is.

Het verantwoordelijk stellen van de gewesten voor de financiering van de totale werkloosheidsuitkeringen is vanuit een verzekeringsstandpunt gezien weinig zinvol omdat een deel van de werkloosheidsevolutie buiten hun controle valt. Denk maar aan de conjuncturele werkloosheid en het verlies van banen, te wijten aan de sluiting van ondernemingen door bijvoorbeeld hun delokalisatie. Anders is het gesteld met de structurele, langdurige werkloosheid, waarvoor de inspanningen van het gewest inzake begeleiding, bemiddeling en opleiding relevant zijn. Voor dit belangrijk segment van de werkloosheid (meer dan de helft van de werklozen) zouden financiële prikkels, eventueel een gedeelde verantwoordelijkheid, een doeltreffend middel kunnen zijn om de gewesten aan te sporen tot het opvoeren van hun employability. Hierbij moet nagedacht worden over de juiste keuze van indicatoren.

In dit verband is het eveneens aangewezen de huidige federale middelen voor het activeringsbeleid over te hevelen naar de gewesten en hen voor hun aanwending verantwoordelijk te stellen in een jaarlijkse evaluatieprocedure. Een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gewesten legt dan de modaliteiten vast voor de onderlinge coördinatie van het gedecentraliseerd activeringsbeleid.


3. Defederalisering van de gezondheidszorg is geen doel op zich

In de discussie over een federale versus een gedecentraliseerde verplichte ziekteverzekering staan de eventuele winst aan efficiëntie en het behoud van de interpersonele solidariteit centraal. Defederalisering van de financiering van het stelsel en van de zorgverstrekking bieden op zich geen garantie voor het realisering van deze doelen. Er is behoefte aan een meer fundamentele reflectie over de modernisering van de bestaande overlegstructuren en over de rol van de overheid en van de ziekenfondsen in de regulering van het systeem.

De vraag naar het betrekken van de deelgebieden in het stelsel, in het bijzonder omdat zij al bevoegd zijn voor een aantal aspecten van de gezondheidzorg, kan niet losgekoppeld worden van deze bredere en meer fundamentele discussie.

Het betrekken van de deelgebieden kan worden verzoend met het streven naar een grotere doelmatigheid, met het behoud van de centrale federale financiering, met een financiële responsabilisering van de deelgebieden inzake de gezondheidsuitgaven op grond van objectieve criteria. Indien er in de toepassing van deze criteria meeruitgaven worden vastgesteld, dan dienen zij ofwel uit de eigen middelen van het betreffende deelgebied, ofwel door hogere bijdragen van de verzekerden die er wonen, gefinancierd te worden. Besparingen verruimen daarentegen de beschikbare financiële ruimte.

Het principe van de financiële responsabilisering dient eveneens toegepast te worden in andere takken van de sociale zekerheid waar het beleid van een deelgebied hogere uitgaven voor het stelsel kan meebrengen: de brugpensioenen, het tijdskrediet en de toename van de wettelijke pensioenen van de overgedragen ambtenaren als gevolg van door een deelgebied toegestane salarisverhogingen.

De ondertekenaars van dit artikel wensen te beklemtonen dat de interpersonele solidariteit een fundamentele hoeksteen is van onze federale staatsstructuur. Door de ongelijke regionale verdeling van de sociale risico's geeft zij aanleiding tot transfers tussen de gewesten. De interregionale transfers in de sociale zekerheid vormen overigens het hoofdbestanddeel van de financiële stromen in de overheidssector tussen de gewesten. Deze overtuiging neemt niet weg dat het aanscherpen van de financiële verantwoordelijkheid van alle actoren die rechtstreeks of onrechtstreeks de sociale risico's beïnvloeden én het aanzwengelen van de efficiëntie van het stelsel, essentiële elementen moeten vormen in het debat over onze instellingen

Filip Abraham (KU Leuven), Bea Cantillon (Universiteit Antwerpen), Etienne de Callataÿ (Universitaire Faculteiten in Namen), Robert Deschamps (Universitaire Faculteiten Namen), Erik Schokkaert (KU Leuven), Bruno Van der Linden (UCL), Paul Van Rompuy (KU Leuven)

De teksten die door de ondertekenaars werden gepresenteerd op de studiedag 'Gedachten over Sociaal Federalisme' zijn terug te vinden op:


http://webhost.ua.ac.be/csb


DS, 29-10-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden