Enkele post bekijken
  #1  
Oud 2nd November 2007, 13:48
dorien.claes dorien.claes is offline
Registered User
 
Geregistreerd op: Sep 2007
Locatie: Pulderbos
Posts: 71
Help Jongens/Meisjes

«Ons Lore, da's een echt meisje»

Greet (38): «Van onze Joost krijg ik grijze haren. We moeten altijd achter zijn veren zitten. Alsof hij niet weet dat hij ook wat moet doen als hij op school wat wil bereiken.
Bovendien weet hij het altijd wel beter. Had hij maar wat meer van ons Lore.
Zij is echt een voorbeeld. Daar hebben we nooit problemen mee. Ze weet dat ze moet werken voor school. Dat doet ze ook. Soms moeten we haar zelfs intomen. Maar haar werk is altijd af, proper en verzorgd. Je zou dat van onze Joost eens moeten zien. Op school horen we niets dan goeds over ons Lore.
Ze zou alleen wat meer uit haar schulp moeten komen, zegt haar leerkracht. Maar haar resultaten mogen best worden gezien, dus hoeven we ons geen zorgen te maken.
Dat kunnen we van onze Joost niet zeggen. Ik weet echt niet wat er van hem zal worden. We zijn zo bang dat hij gaat mislukken.»


Meisjes zijn meisjes

Jongens spelen met auto's, ze zijn ruw en trekken hun plan. Meisjes kiezen voor poppen, ze zijn voorzichtig en komen op de schoot zitten. Nog voor ze naar school gaan tonen kinderen gedrag dat typisch is voor hun geslacht. Vlug gaat men daarom van meisjes andere dingen verwachten dan van jongens. Ze krijgen een rol in de maatschappij en die moeten ze spelen. Zo moeten jongens zelfzeker en ambitieus zijn. Ze moeten blijkbaar domineren, agressief zijn en presteren. Meisjes zijn dan geduldiger, zorgzamer. Beter in het opvangen van allerlei signalen in de omgang met anderen.
Ouders willen dat hun kinderen opgroeien tot verantwoordelijke mensen die respect tonen voor zichzelf en de anderen. Jongens en meisjes moeten ook anders mogen zijn: onafhankelijke, zelfzekere meisjes, zorgzame en behulpzame jongens. Dat kunnen kinderen van hun ouders en leerkrachten leren. Zij zijn het eerste voorbeeld. Hoe staan ouders zelf als man of vrouw in het leven?

«Jongens vragen meer aandacht. Meisjes zijn vanzelf ijverig»

Onderzoek in Vlaanderen en Nederland toont aan dat meisjes zich in de klas meer op de achtergrond houden. Het zijn de jongens die het initiatief nemen. Vaak benadrukken leerkrachten deze rollen. Jongens worden meer uitgedaagd om problemen op te lossen. Ze krijgen vaker het woord en moeten meer waarom-vragen oplossen. Bovendien krijgen jongens meer uitleg van de leerkrachten als ze iets verkeerd aanpakken. Bij meisjes zeggen leerkrachten het juiste antwoord vlugger zelf voor. Daardoor kunnen jongens zich nog duidelijker manifesteren. Meisjes worden minder aangespoord het woord te nemen en op te komen voor zichzelf.
Opvoeders (ouders, leerkrachten, grootouders...) waarderen meisjes vooral als ze ijverig, netjes, vriendelijk, behulpzaam en sociaal zijn in de klas. Bij jongens wordt veeleer gelet op prestaties, durf en ambities. We doen dit voor een groot deel onbewust. Zo vergroten we zelf de verschillen tussen meisjes en jongens.

«Ze heeft vaak hoofdpijn»

Het is nu vanzelfsprekend geworden dat jongens én meisjes voortstuderen. Jonge koppels vinden het normaal dat beiden gaan werken en de gezinstaken worden gedeeld. Ouders motiveren hun dochter om goed te presteren op school, ze stimuleren en duwen haar tot het uiterste. De hoge verwachtingen voor schoolprestaties zijn vaak een bron van stress.
Wat meisjes van zichzelf denken, laten ze vaak afhangen van wat hun ouders of leerkrachten van hen denken. Ze zijn bang hun ouders en zichzelf te ontgoochelen. Twee keer zo veel meisjes lijdt aan faalangst. Ze kroppen hun problemen op en proberen ze in hun lichaam te verwerken. Hoofdpijn, nervositeit, duizeligheid, slapeloosheid en maagklachten komen opmerkelijk vaker voor bij meisjes tussen elf en zeventien jaar dan bij jongens. Onderzoek wijst uit dat 4 % van de Vlaamse kinderen tussen zes en twaalf jaar depressief is. Drie op vier daarvan zijn meisjes.
Wat ouders daar kunnen aan doen? Geen onredelijke dingen verwachten. Rekening houden met de sterke en zwakke kanten van het kind. En vooral van jongsaf aan aandacht besteden aan de sterke kanten. Zo worden kinderen zelfzeker. Wat ze waard zijn, laten ze dan niet alleen afhangen van wat anderen over hen denken. Ze geloven in zichzelf.

«Mislukken is erger voor een jongen»

«Meisjes zijn zorgzamer, kunnen beter om met kinderen en zijn dus bij uitstek geschikt om de zorgtaak van het gezin op zich te nemen.» Zo hebben ouders, leerkrachten en het PMS lang gedacht. Op school moesten meisjes niet echt presteren. Als het niet lukte, haakten ze vlugger af dan de jongens. Jongens konden wat langer blijven voortknoeien. Meisjes kozen voor «zwakkere» (vaak verzorgende) richtingen die later minder beroepsmogelijkheden boden. Mislukken was niet erg voor hen. Ze hadden later hun man en het gezin nog. Voor jongens lag dat anders. Voor hen was mislukken pas erg.
Kinderen zijn heel gevoelig voor voorbeelden. Hoe denken hun ouders en leerkrachten zelf over mannen en vrouwen? Zelfzekerheid, prestatiegerichtheid, ambitie en durf krijgen hoge waardering in onze maatschappij. Zorg, geduld, warmte veel minder. Ouders en leerkrachten kunnen ook meisjes uitdagen, aanzetten tot zelfstandig denken. Ze waarderen om hun durf, prestatie, ambitie en inzet. En jongens prijzen als ze zorg, hulp en warmte geven.

Meisjes uitgeteld

Meisjes hebben meer plezier in het studeren. Ze zijn ijveriger en meer gemotiveerd dan jongens. Dat blijkt uit onderzoek bij 1000 leerlingen in het secundair onderwijs in Vlaanderen. 72 % van de meisjes is hooggemotiveerd, tegenover 59 % bij de jongens. 63 % van de meisjes werkt thuis meer dan anderhalf uur per dag voor de school. Bij de jongens is dat 44 %. Meisjes presteren ook beter. In het secundair onderwijs zit slechts 6 % van de meisjes hun jaar over. Dat is de helft van het aantal jongens: 12 %. Dit verschil geldt voor alle jaren en onderwijsvormen. Of meisjes andere motieven hebben om goed te werken voor school? Niks van. Net als de jongens willen meisjes slagen, een goed diploma halen voor een tof beroep. Maar ze willen ook hun ouders niet ontgoochelen. Hoe meisjes over zichzelf denken, laten ze immers vaak afhangen van hoe leerkrachten en ouders over hen denken. En dat ligt bij jongens soms heel anders.

Er tegenaan

Opvoeders moeten weten dat zij de ongelijke kansen van jongens en meisjes vaak versterken. Daar kunnen ze in de praktijk iets aan doen. Vooroordelen, verwachtingspatronen en vastgeroeste ideeën leven zowel bij ouders, leerkrachten als de kinderen zelf. Daarom besteden ook Klasse voor Leerkrachten en Klasse voor Jongeren daar deze maand extra aandacht aan. Gaan we er samen tegenaan?

http://www.klasse.be/ouders/help.php?id=35
Met citaat antwoorden