Vechten tegen Franstalige onwil en Vlaamse lamlendigheid
Vechten tegen Franstalige onwil en Vlaamse lamlendigheid - Marc Platel over veertig jaar 'overleven' als Vlamingin een faciliteitengemeente
Marc Platel, 'Brussel is ook van ons. Een Vlaamse Randbewoner getuigt', Davidsfonds, 2007.
Al bijna veertig jaar woont Marc Platel in Brussel en Kraainem. Als voormalig Wetstraatjournalist en medewerker van de studiedienst van de Volksunie volgde hij van dichtbij het moeizame zoeken naar een samenlevingsmodel voor Vlamingen en Franstaligen in en rond Brussel. Als strijdbare Vlaming beleeft hij nog elke dag aan den lijve de onherroepelijke verfransing van de faciliteitengemeenten. Over die ervaring schreef hij het boek Brussel is ook van Ons. Een Vlaamse Randbewoner getuigt.
Uw boek lijkt een kroniek van een bij voorbaat verloren strijd.
'Nee. Het is het getuigenis van een Vlaams paar uit Gent dat nu bijna veertig jaar in een faciliteitengemeente bij Brussel woont. In februari 1968 zijn mijn vrouw en ik naar Brussel verhuisd. We hebben eerst in Elsene gewoond, dat toen werd voorgesteld als l'oasis francophone in een verondersteld tweetalig Brussel. Daarna zijn we naar het Schaarbeek van burgemeester Nols verhuisd, waar in het gemeentehuis een apart loket voor de Nederlandstaligen was. En nu wonen we al vijfendertig jaar in Kraainem. Zonder het te beseffen hebben we er dus de moeilijkste gemeenten uitgekozen.'
'We waren niet met de Vlaamse leeuwenvlag voorop naar Brussel verhuisd. We hebben tot mijn pensioen zelfs nooit aan een Vlaamse betoging deelgenomen. Ik wilde gewoon dicht bij mijn werk, in het VRT-gebouw op het Flageyplein, wonen. Maar we hebben wel meegemaakt dat we uit het Anspach Shopping Centre werden gegooid omdat we Nederlands praatten, door Vlaamse verkopers dan nog. Zoiets doet pijn en tekent een mens. Vanuit die persoonlijke ervaring heb ik willen uitleggen waarom Brussel zo ingewikkeld is en hoe een Vlaming het leven in die Franstalige omgeving beleeft.'
Die anti-Vlaamse vijandigheid à la Nols is toch verdwenen? Bij de Franstaligen in Brussel neemt niet alleen de kennis van het Nederlands toe, maar ook de bereidheid om het te spreken.
'Klopt. De bedrijven hebben leren aanvaarden dat er ook Nederlandstaligen zijn in Brussel. De overheid ook. In deze brasserie kunnen we zonder problemen Nederlands praten. Twintig jaar geleden zou dat niet het geval geweest zijn. Mijn vrouw en ik zijn vijftien jaar lang niet naar het shoppingcentrum van Woluwe geweest, omdat ze daar weigerden ons in het Nederlands te bedienen. Nu is er ook daar geen probleem meer.'
'Maar er zijn wel veertig jaar overheen gegaan vooraleer die kentering er kwam. En het is maar gebeurd omdat de Vlamingen op hun strepen stonden, zonder arrogant te zijn. Wat ze trouwens moeten blijven doen. Het aantal Vlamingen in Brussel daalt. Maar Brussel is nog altijd de hoofdstad van België, en dus van twee volkeren en twee talen. Bovendien is Brussel de wettelijk erkende hoofdstad van Vlaanderen. Ik wil hier als Nederlandstalige Belg aanvaard worden. Ik wil dat ik aan een agent de weg kan vragen in het Nederlands, dat een ambtenaar me in het Nederlands te woord staat en dat ik in een ziekenhuis in het Nederlands terechtkan. Dat laatste blijft een probleem. De evolutie is dus positief, maar er blijven zich incidenten voordoen.'
Toch blijft u de Franstaligen voorstellen als onwillige, inhalige cultuurimperialisten.
'Omdat hun visie in de grond niet is veranderd. Als een Franstalige naar Kraainem komt, een gemeente in Vlaanderen met faciliteiten voor Franstaligen, dan vindt hij dat hij daar Frans moet kunnen spreken. Net zoals hij vindt dat hij Frans moet kunnen spreken in Gent of Knokke. Of zelfs in Londen of Amsterdam. Le droit de la personne om Frans te spreken, primeert. De andere moet zich maar aan hem aanpassen.'
'Je kunt voor of tegen de taalgrens en de taalgebieden zijn, maar ze bestaan en ze zijn democratisch tot stand gekomen. En dus moeten ze door iedereen gerespecteerd worden. De Franstaligen, daarentegen, gaan nog altijd uit van het hopeloos verouderde idee dat het gebruik van de talen in België vrij is.'
Deze krant ontmoette vorige week vooral ongeruste Franstaligen in de faciliteitengemeenten. Ze zijn bang om hun faciliteiten te verliezen en dat hun recht op een Franstalige bibliotheek, school of cultuur in de verdrukking komt.
'Dat is flauwekul. Laat om het even welke Franstalige mij maar eens tonen waar hij in Kraainem gediscrimineerd wordt. Dat gebeurt niet. Natuurlijk moeten ze Nederlands praten in de gemeenteraad. Het feit dat 80 procent van de bevolking van Kraainem Franstalig is, belet niet dat zij in een Nederlandstalige gemeente in Vlaanderen wonen. Maar dat wisten ze van tevoren.'
'Vergelijk het met de mensen die last hebben van de vliegtuigen van Zaventem. Ze bouwden nu eenmaal een nieuw huis net naast de luchthaven, zoals in Steenokkerzeel gebeurde. Wie naar Kraainem verhuist, weet dat hij in een gemeente in Vlaanderen komt wonen, die formeel Nederlandstalig is en waar in de gemeenteraad verplicht Nederlands wordt gesproken. Dat is de afspraak, laten we het zo houden. De Franstaligen aanvaarden het trouwens. In de gemeenteraad spreken ze daadwerkelijk Nederlands. Of toch iets wat erop lijkt.'
Moeten de faciliteiten worden afgeschaft?
'Ze mogen worden afgeschaft, maar voor mij hoeft dat niet per se. Wat zou het trouwens veranderen? Zullen de 18 Franstaligen in onze gemeenteraad dan plots Vlaming worden? De faciliteiten zijn er. Belangrijker is dat de overheid erop toeziet dat de Franstaligen de spelregels eerbiedigen.'
'Maar wij vragen niet dat de Franstalige bibliotheek verdwijnt. We staan er wel op dat als zij 7.500 euro subsidie krijgen van de gemeente, de Nederlandstalige bibliotheek hetzelfde bedrag krijgt. We hebben die Vlaamse bibliotheek enkele jaren geleden opnieuw opgericht. Ze draait goed, net als de Franstalige bibliotheek. Moeten we nu oorlog gaan voeren met onze Franstalige buren? Temeer omdat de Vlaamse overheid zelf altijd verzuimd heeft om Kraainem ertoe te verplichten - volgens het bibliotheekdecreet - een openbare bibliotheek op te richten. Om de lieve vrede op het dorp hou ik de situatie dan liever zoals ze nu is. Het is ons samenlevingsmodel in de faciliteitengemeenten. Ik weet dat sommige flaminganten mij die pragmatische cohabitation de fait verwijten. Maar liever dat dan dag in dag uit ruzie te maken in mijn gemeente. De vorige burgemeester volgde die logica. De huidige is meer gecrispeerd.'
Verwachten de Franstaligen dat u zich aanpast?
'Ja.'
Hoe dan? Concreet? U schrijft dat u 'overleeft' in faciliteitengemeente.
'Het is een sfeer. De burgemeester zal met mij nooit Frans spreken, maar hij voert wel campagne met de slogan Rattachement à Bruxelles. Toch heb ik het gevoel dat de politieke klasse meer bezig is met dat communautaire gestook dan de normale Franstalige burger in Kraainem. Die is gewoon blij dat hij in het Frans terechtkan op het gemeentehuis.'
Het communautaire gestook levert de politici wel stemmen op.
'Ja, en zeker als onze Vlaamse politici ook nog een provoceren. We zijn bij de gemeenteraadsverkiezingen in Kraainem opgekomen met een viertalige lijst, OPEN. Dat was een uniek experiment, waar veel niet-Vlamingen heel welwillend tegenover stonden. Tot Leterme zijn stommiteit beging om de Franstaligen te verwijten niet slim genoeg te zijn om Nederlands te leren. Ik ben er zeker van dat die uitspraak ons stemmen heeft gekost, en waarschijnlijk onze schepenzetel.'
U vond dat een stommiteit.
'Ja. Ten eerste omdat het niet waar meer is. In de Vlaamse crèche van Kraainem zitten tientallen kinderen van wie de vader en/of moeder Nederlands leert. Bovendien is het niet aan Leterme om zoiets te zeggen, want hij weet amper waar Kraainem ligt. En wij betalen er de prijs voor.'
U wilt niet dat men van buitenaf stokebrand speelt in de faciliteitengemeenten, maar u wilt wel de splitsing van B-H-V. Niets polariseert toch meer in de Rand dan B-H-V?
'B-H-V overstijgt het samenleven in Kraainem. Het is te belangrijk om dat niet te minimaliseren. Ik vergelijk de splitsing met Leuven Vlaams. B-H-V is het laatste eiland op Vlaamse grondgebied waar we de Franstaligen bij wijze van spreken aan de deur zetten. In die zin begrijp ik hun 'non'. B-H-V is een electoraal wingewest voor MR en CDH. Louis Michel haalt in B-H-V 42.000 stemmen. Joëlle Milquet komt persoonlijk naar Kraainem om de CDH-kandidaten te bepalen. Dat willen ze niet kwijt. Temeer omdat als de Franstaligen een echte splitsing van B-H-V aanvaarden, en niet een of ander compromis dat men nu aan het bricoleren is, dat het definitieve einde van het België van 1830 betekent. Het is de ultieme stap in die lange evolutie van scheiding van twee taalgebieden. U kunt lang discussiëren over de vraag of dat zinvol, verantwoord of modern is. Maar het is de afspraak, democratisch bekrachtigd door het parlement van alle Belgen.'
Woont u graag in Kraainem?
'Wij zijn Gentenaars. Ik zou liegen als ik zei dat ik niet naar Gent wil terugkeren. Maar dat heeft niets te maken met de communautaire problemen. Intussen wonen we al zo lang in Kraainem: we hebben er ons huis, we zijn hier in het dorp geëngageerd. Van terugkeren naar Gent is geen sprake meer. En ondanks alles woon ik graag in Kraainem, ja.'
Had de verfransing van de Rand vermeden kunnen worden?
'Nee. In 1976 was het schepencollege van Kraainem al Franstalig. De verfransing van de gemeente begon door het gemeentelijk beleid begin vorige eeuw. Hoogstens had men de verfransing kunnen afremmen als men bij het invoeren van de faciliteiten tegelijk de omzendbrieven Peeters had afgekondigd.'
'Of we het nu graag horen of niet, Brussel is een verfransende machine. En vandaag is het een internationaliserende machine. Wie nu naar Kraainem verhuist, is Chinees of Japans of zelfs van de Fiji-eilanden. En is nog kapitaalkrachtiger dan de Franstalige burgerij die hem voorafging. Van de 13.000 inwoners van Kraainem zijn er 3.500 niet-Belg. Er leven meer dan tachtig verschillende nationaliteiten in Kraainem. Dat proces kun je niet meer tegenhouden.'
Wat is dan nog het bezwaar tegen een aansluiting van die 'internationale' faciliteitengemeenten bij het internationale Brussel, zoals ook sommige Vlaamse Brusselaars suggereren, om uit de impasse te raken? Brussel zou meer ademruimte krijgen en de Vlamingen zouden meteen de splitsing van B-H-V en een nieuwe staatshervorming krijgen.
'Omdat er voor de splitsing van B-H-V geen prijs betaald moet worden. De splitsing is de uitvoering van een afspraak van vijfenveertig jaar geleden. Ik lees inderdaad dat Vlamingen zoals Walter Zinzen of Brigitte Raskin bereid zijn twee of vier of zelfs zes faciliteitengemeenten aan Brussel te geven. Dat zou dan de laatste, definitieve regeling moeten zijn. Maar waarom dan niet ook Tervuren bij Brussel voegen, of Kortenberg, waar de invasie van Franstaligen ook almaar groter wordt? Ik kan niet begrijpen dan intelligente mensen zo luchtig doen over het afstaan van grondgebied. Of zomaar over die hele Vlaamse geschiedenis heen stappen.'
Vroeger nam de intellectuele en artistieke elite het voortouw in de Vlaamse strijd. Nu tekent ze petities voor het behoud van België en de solidariteit. Wat is er veranderd?
'Ze komen voor dat soort petities ook altijd bij dezelfden terecht. Mij hebben ze in elk geval nog nooit gevraagd om te tekenen.'
Wat is uw probleem met de zogeheten 'Dansaert-Vlamingen'?
'Zij zijn een heel kleine groep van welgestelde, intellectuele mensen, die met goed recht genieten van het vele wat Brussel te bieden heeft. Maar hun hoogdravende discussies over een nieuw Brussels model of hun lyrische uitlatingen over het kosmopolitische Brussel staat heel ver af van hoe de kleine Vlaming in Brussel, die niet naar Bozar of het Kaaitheater gaat, de stad ervaart. Brussel is geen prettige stad. Het is hoogstens een boeiende stad. Het is ook geen wereldstad. Het is een provinciestad.'
Die Dansaert-Vlaming staat wel voor een nieuw soort Vlaams bewustzijn in Brussel, dat tegelijk stedelijk en kosmopolitisch is.
'Er is inderdaad een vorm van Brusselse identiteit gegroeid. Wij waren Vlamingen in Brussel. Dat werden na verloop van tijd Brusselse Vlamingen, vervolgens Vlaamse Brusselaars, en nu zijn het Brusselaars. Maar ik blijf wantrouwig. Dat paraderen met die multiculturele globalisering staat ver van wat de kleine Brusselaar ervaart. Het is zo simpel om te doen alsof er geen geschiedenis was, alsof er geen problemen zijn.'
Meer autonomie voor Brussel zou een begin van antwoord kunnen zijn op die problemen, zegt onder meer het Brussels Manifest, dat ook door veel Vlaamse Brusselaars is ondertekend.
'Laat ik verwijzen naar Louis Tobback. De Brusselaars kunnen nog geen negentien gemeenten ordentelijk besturen. Wat zouden we ze nog gemeenten bij geven? Of meer geld? Of meer bevoegdheden? Straks vieren we twintig jaar Brussels Gewest. Maar ik zie geen zichtbare verbetering in het Brussels onderwijs, in de netheid van de stad of op de woonmarkt. En de dualisering tussen het arme, islamitische zuiden van de stad en het rijke, internationale noorden neemt alleen maar toe.'
'Los daarvan: ik vind het gebrek aan visie op Brussel in Vlaanderen minstens even erg. Vlamingen houden niet van Brussel. Als ik in Veurne of Lanaken ga vertellen dat Brussel ook van ons is, reageren mijn luisteraars alsof ik het over Swaziland heb. Als Brussel ook van ons is, moeten we er ook iets voor willen doen.'
U zoekt al dertig jaar naar het ideale samenlevingsmodel tussen Vlamingen en Franstaligen schrijft u. Wat is dat? Twee aparte staten?
'Ik denk dat het zo ver is. In 1993 dacht ik dat het Sint-Michielsakkoord het definitieve model was. Vandaag geloof ik niet meer in de mogelijkheid om tot een zinvol nieuw model te komen. De Franstaligen beseffen dat de splitsing van B-H-V de ultieme stap is. Ze zullen dat niet aanvaarden. En de Vlamingen zullen deze keer geen toegevingen doen. Ik zie niet hoe ze tot een compromis kunnen komen.'
In die logica stoot u opnieuw op Brussel, dat 'ook van ons is'.
'U hebt gelijk. Mijn boodschap aan de Vlamingen is dat ze ofwel Brussel laten vallen, maar dan moeten ze dat ook duidelijk zeggen. Ik zou dat een domme beslissing vinden, maar de discussie zou alvast gesloten zijn. Ofwel moet Vlaanderen veel meer inspanningen doen voor Brussel, in plaats van zijn hoofdstad als een blok aan het been te beschouwen. Ik ken geen enkel land dat zijn hoofdstad heeft opgegeven.'
Conclusie is dat de Vlamingen wel tot een akkoord zullen moeten komen met de Franstaligen.
'De Franstaligen zullen tot een akkoord moeten komen met de Vlamingen.'
Ik bespeur een bittere toon in uw boek. Bent u verbitterd?
'Als Vlaming opkomen voor Brussel en de Rand is moeilijk. Keer op keer bots je op Franstalige onwil. Maar evenzeer bots je op Vlaamse lamlendigheid ten aanzien van Brussel of de faciliteitengemeenten. Dat laat soms een bittere smaak na.'
DS, 29-09-2007 (Lieven Sioen, foto Ivan Put)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|