De terugkeer van de oude zeden
De terugkeer van de oude zeden - De Vlaamse regering bemoeit zich te veel met benoemingen
De Vlaamse regering, dat was toch die regering van 'wat we zelf doen, doen we beter', van het goed en krachtig bestuur? Blijkbaar zijn sommige oude gewoonten moeilijk uit te roeien.
'We investeren verder in een transparantere en toegankelijke overheidsadministratie, die een betrouwbare, doeltreffende en samenhangende dienstverlening uitbouwt.' Zo stond het nog, in vrome bewoordingen, in het Vlaamse regeerakkoord. Het klinkt als een echo van de vroegere pogingen om de Vlaamse overheid te bevolken met uitsluitend bekwame mensen die geslaagd zijn in een examen, niet met mensen die misschien wel bekwaam zijn, maar vooral gekozen wegens hun politieke kleur.
Het contrast met de schandaalsfeer waarin de Vlaamse regering is beland na het ontslag van topambtenaar Rudy Aernoudt, kan niet groter zijn. Minister van Economie Fientje Moerman (Open VLD en uit het Gentse) krijgt het na enkele omstreden politieke benoemingen lastig met een 'expertenopdracht' die naar een vriendendienst ruikt. Het bedrijfje Public Business Services bleek een contract ter waarde van 65.340 euro per jaar op de kop te hebben getikt voor advies waarvan Aernoudt de waarde in twijfelt trekt. Achter de vennootschap gaat Marleen Malfait schuil, bekend in Gentse VLD-kringen en een tijd werkzaam op het kabinet van de vroegere Gentse schepen Guy Serraes.
Tot overmaat van ramp geeft gedelegeerd bestuurder Karel Van Eetvelt van Unizo de voormalige topambtenaar en klokkenluider Rudy Aernoudt gelijk in diens kritiek op de tergend bureaucratische Vlaamse overheid. De Vlaamse regering staat te kijk als een oord van politiek verderf.
De werkelijkheid ziet er inderdaad iets prozaïscher uit dan de Vlaamse regering in haar regeerprogramma laat doorschemeren, zelfs los van de zaak Moerman-Aernoudt. Ooit was het wel de bedoeling om van de Vlaamse overheid een gemoderniseerde en efficiënte machine te maken, die de bestaande kabinettencultuur moest vervangen, waarbij het kabinet beveelt en de administratie alleen maar uitvoert.
Maar dat Beter Bestuurlijk Beleid (BBB) is uiteindelijk toch weer ingehaald door de politiek. Paars-groen schroefde indertijd de verzelfstandiging van de administratie al terug omdat het vreesde zijn greep op het beleid te verliezen. De huidige Vlaamse regering kneep BBB nog meer de keel dicht. De kabinetten werden niet afgeslankt. Integendeel, ze zijn groter dan ooit tevoren en bezondigen zich opnieuw aan de slechte gewoonten van vroeger.
Zoals daar zijn: politieke benoemingen. De Vlaamse politici hebben amper interesse in bestuurlijke hervormingen, en des te meer in politieke benoemingen, klaagde het Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen onlangs nog. Voor vele politici draaide de operatie-BBB maar om één ding: de benoeming van de leidende ambtenaren.
'Politici bemoeien zich te veel met benoemingen', vindt ook Ingrid Pelssers, opdrachthouder Emancipatiezaken bij de Vlaamse overheid. Zij getuigt dat kabinetten een veel te grote rol spelen bij de toewijzing van topfuncties binnen de administratie.
Trouwens vallen kabinetsmedewerkers die niet gedetacheerd zijn uit de administratie, niet onder de deontologische regels voor ambtenaren, een lacune in de wetgeving. Er wordt wel gewerkt aan een voorstel om dat recht te zetten.
De laatste grote benoemingsronde, in de zomer van vorig jaar, maakte duidelijk hoe ver de politieke bemoeienis kan gaan. Van de dertig benoemingen aan de top van de Vlaamse administratie gingen er elf naar kabinetsleden. Ironisch genoeg behoorde ook Rudy Aernoudt, toen nog kabinetschef van minister Moerman, tot de gelukkigen.
Niet dat het ging om onbekwame mensen. Het ging telkens om mensen met een stevige reputatie, die bovendien in hun nieuwe functie meestal dezelfde dossiers onder ogen kregen als de dossiers die ze vanuit hun kabinetsfunctie hadden beheerd.
Het is bovendien sowieso erg moeilijk voor externe kandidaten om de bovenhand te halen. De Vlaamse overheid selecteert behalve op managementskwaliteiten nog sterk op inhoud. Voor wie de details van de technische dossiers niet kent, is het dan moeilijk om te winnen.
Maar het ging wel degelijk om een politieke benoeming, het gevolg van een politieke verkaveling, een euvel waar de Vlaamse regering wel meer onder lijdt: elke Vlaamse minister was zelf verantwoordelijk voor de benoemingen in zijn departement. Bovendien was de benoemingsronde duidelijk bedoeld als inhaalbeweging voor de liberalen, die tijdens de vorige Vlaamse benoemingsrondes minder aan hun trekken waren gekomen.
De Hercules-stichting, die financiële ondersteuning biedt voor zware onderzoeksapparatuur, is een ander voorbeeld. In die stichting hebben Bart De Moor, voormalig kabinetschef van Yves Leterme (CD&V), Fons Borginon, ooit VLD-kamerlid, en Marc Luwel, voormalig adjunct-kabinetschef van Vlaams parlementsvoorzitter Marleen Vanderpoorten (Open VLD), op een of andere manier onderdak gekregen.
En dat terwijl de Vlaamse Werkgroep Wetenschapsbeleid, die Vlaamse onderzoekers verenigt, de stichting niet eens nodig vindt. Naar verluidt hebben coalitiepartners CD&V en SP.A aanvankelijk geprotesteerd toen Moerman haar voorstel lanceerde, maar hebben ze dat verzet daarna ingetrokken, in ruil voor een benoeming of promotie van een partijgenoot op een andere plek.
Nog een derde dossier waar veel vragen over gesteld worden, is dat van de communicatie over de Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel, die onder meer de Oosterweelverbinding gaat bouwen, een brug over de Schelde die de Antwerpse ring moet voltooien. Die communicatie is in handen van het Hasseltse bedrijf Groep C, bekend van Open-VLD-strateeg Noël Slangen.
In het Vlaams Parlement worden almaar kritischer opmerkingen gemaakt over het contract met Groep C. Iedereen is het erover eens dat de communicatie van de BAM belabberd is, maar ze kost wel fortuinen. In de eerste drie maanden van dit jaar werd al voor 230.000 euro gefactureerd. De totale factuur van Groep C stijgt al ver boven het miljoen euro uit.
Het kwestieuze 'expertencontract' van minister Moerman met Public Business Services, een bedrijfje met overduidelijke liberale connecties, waar Vlaams ombudsman Bernard Hubeau zich dezer dagen over buigt, staat dus niet alleen. Het is niet abnormaal dat een administratie een expert of consultant inhuurt om een gespecialiseerd dossier op te volgen, maar als die vertrouwenspersoon door de minister zelf wordt aangetrokken en daarop ingezet wordt om sollicitatietraining te geven aan partijmilitanten, zoals klokkenluider Aernoudt beweert, rijst er een probleem.
Men kan zich sowieso vragen stellen over het overdadige gebruik bij de Vlaamse overheid van experts, consultants en studieopdrachten. Vlaams parlementslid Carl Decaluwé (CD&V) berekende dat de Vlaamse administratie tussen 1999 en 2006 gemiddeld 34 miljoen euro per jaar uitgaf aan studieopdrachten over de meest uiteenlopende onderwerpen.
Sommige opdrachten klinken logisch. Voor grote openbare werken worden bijvoorbeeld vaak gespecialiseerde bureaus ingeschakeld, maar er zijn ook andere voorbeelden. Het nieuwe Gemeentedecreet, bijvoorbeeld, is grotendeels opgesteld door een advocatenbureau, fouten inclusief, terwijl het opstellen van een decreet toch tot de competenties van de overheid zelf zou moeten behoren.
'We moeten maar eens het debat voeren over wat de administratie zelf moet kunnen en wat kan worden uitbesteed', vindt Decaluwé. 'Door al die studieopdrachten verdwijnt op den duur de kennis bij de administratie zelf. Iets vergelijkbaars geldt voor al die communicatiebureaus: ik schat dat de Vlaamse overheid en Vlaamse overheidsinstellingen de jongste drie jaar voor vijf miljoen euro hebben betaald aan communicatieadvies. Daar waren liefst vijftig communicatiebureaus bij betrokken. Zo'n versnippering kunnen we toch beter vermijden.'
Toch is het niet allemaal kommer en kwel. In internationale scores staat de bestuurskundige praktijk van Vlaanderen nog altijd een stuk hoger aangeschreven dan die van de andere deelstaten of de federale overheid, ondanks de kritiek van Aernoudt. Maar de terugkeer van enkele slechte gewoonten uit het verleden is geen goed teken.
Het probleem is meestal niet dat onbekwame mensen worden geparachuteerd. Bart De Moor is bijvoorbeeld professor aan de KU Leuven, hij leidt er een grote onderzoeksgroep en stond aan de wieg van vier spin-offbedrijven. Dat maakt van hem een geschikte kandidaat om voorzitter te worden van de raad van bestuur van de Hercules-stichting.
Het probleem ontstaat als men mordicus die raden van bestuur wil vullen met vertegenwoordigers die de kleur hebben van de partijen in de meerderheid. En het wordt echt acuut als men onbeschroomd mensen gaat benoemen wegens de verdienste die ze voor een kabinet/partij hebben gehad. Normvervaging is dan niet meer veraf. Dat minister Moerman niet onmiddellijk aanvoelde dat de benoeming van haar man, Willem Vanden Broucke, in het Vleva (Vlaams-Europees Verbindingsagentschap) een brug te ver was, spreekt ondanks diens bewezen kwaliteiten boekdelen.
DS, 22-09-2007 (Wim Winckelmans)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|