Verengelsing blijft uit
Pieter Lesaffer
BRUSSEL - In tegenstelling tot de Nederlandse universiteiten, is er aan de Vlaamse universiteiten geen grote doorbraak van het Engels. 'Voorlopig toch niet. Maar we moeten uitkijken, want als het regent in Amsterdam, druppelt het in Brussel.'
Een rapport in opdracht van het Cultureel Verdrag Vlaanderen-Nederland (CVN) legt een groot verschil bloot in het gebruik van het Engels tussen de Vlaamse en Nederlandse universiteiten. Terwijl in Nederland de 'verengelsing' de voorbije jaren heel fors is toegenomen, houdt het Nederlands in de Vlaamse universiteiten goed stand.
Volgens de algemeen secretaris van het CVN, Wilfried Vandaele, heeft dat vooral te maken met de verschillende positie die het Nederlands in de landen inneemt. 'In Vlaanderen hebben we een lange strijd voor het Nederlands gevoerd. Daardoor hechten wij een grotere waarde aan onze taal. Onze Noorderburen hebben nooit moeten vechten. Bovendien is Nederland als voormalige handelsnatie met kolonies internationaler gericht.'
Minstens even belangrijk is de verschillende wetgeving. In Nederland legt de wet minder beperkingen op dan in Vlaanderen. Bij ons mogen de universiteiten maximaal tien procent per jaar van een bacheloropleiding (de vroegere kandidaturen) in een andere taal aanbieden. Voor die vakken moeten de studenten de mogelijkheid hebben om het examen in het Nederlands af te leggen. In de masters kunnen 'in beperkte mate' vakken in een andere taal worden aangeboden.
Toch maakt Wilfried Vandaele zich zorgen. 'Veel gespecialiseerde postuniversitaire opleidingen zijn nu al in het Engels. Dat is voor mij geen probleem. Zorgwekkend kan wel zijn dat die Engelstalige opleidingen druk op de basisopleidingen zetten. Daarom ben ik persoonlijk blij met de wettelijke beperkingen. Als we die loslaten, wordt het risico op verengelsing groter. En een uitbreiding van het Engels zou een verschraling van het Nederlands betekenen. Wanneer we het Nederlands loslaten als de taal van wetenschap en onderwijs, dan is dat een verlies aan status.'
Hij kan niet inschatten in welke mate er iets zou veranderen, mochten er geen wettelijke beperkingen meer zijn. 'Ik denk dat de meeste universiteiten daar wel voorzichtig in zouden zijn, ook zonder dat de overheid dat oplegt. Maar ik denk dat we het risico niet moeten nemen.'
Magda Devos, die als docent Nederlandse taalkunde (Universiteit Gent) bij het onderzoek was betrokken, deelt deze vrees. 'Voorlopig loopt het met de verengelsing in Vlaanderen niet zo'n vaart', zegt ze. 'Maar we moeten waakzaam zijn. Want als het in Amsterdam regent, druppelt het in Brussel. Als we het Nederlands als standaardtaal willen houden, dan moet het een plaats in het onderwijs hebben.'
Het argument dat de universiteiten hun studenten op een internationale context moeten voorbereiden, spreekt Wilfried Vandaele niet tegen. 'Maar daarom moeten ze toch nog niet in de basisopleiding Engels krijgen? In de gespecialiseerde opleidingen nadien is dat mogelijk. Bovendien moeten ook jongeren die geen talenknobbel hebben, een universitair diploma kunnen halen.'
Het volledige rapport is te raadplegen op:
www.cvn.be