30th August 2007, 18:51
|
|
Administrator
|
|
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
|
|
Het is weer de schuld van de journalisten
Het is weer de schuld van de journalisten
Natuurlijk mochten de media de 'schootnota' van Jean-Luc Dehaene publiceren, wijst Frank Thevissen Bart Pattyn terecht. Het ging om relevante informatie. 'Ik huiver een beetje van het idee dat academische 'elites' wel zullen bepalen wat het publiek mag weten en wat niet.'
Gisteren liet Bart Pattyn zijn ethisch licht schijnen op de vraag of de media de 'schootnota' van Dehaene al dan niet mochten publiceren.
Pattyn vindt het verspreiden van deze informatie not done. Ik kan me indenken dat je makkelijk een rist argumenten kan verzinnen die in de richting van dit standpunt kunnen pleiten, maar ik kan me geenszins vinden in zijn redenering. Het verwijtend vingertje naar de media die de schootnota hebben verspreid, heeft een ongezond bevoogdend gehalte. Zo zou volgens Pattyn de verspreiding van de confidentiële informatie zijn ingegeven door een plat opportunistische commerciële marktlogica die bepaalt dat (politieke) journalisten het publiek enkel het leesvoer voor de voeten werpen dat zij graag lusten.
Het is het spookbeeld van de verguisde louter vraaggestuurde journalistiek, waar academici doorgaans een bloedhekel aan hebben. 'De druk om wat men schrijft precies te doen aansluiten bij wat het verbeelde publiek “lust,, is dan groter dan de aandacht voor wat van publiek belang is', schrijft Pattyn. Daarmee sluipt in de redenering de behoorlijk voorbijgestreefde en storende suggestie dat er buiten de politiek en de journalistiek entiteiten - elites - zijn die wel zullen bepalen wat goed is voor het publiek of het publiek belang. Ik huiver een beetje van die hoogdravende redenering, alleen al omdat op basis van gelijksoortige redeneringen destijds ganse gebieden werden gekoloniseerd.
Ik vrees bovendien voor Pattyn dat in dit concrete geval, dit motief niet eens heeft gespeeld. Los van het bredere debat, ben ik in dit geval sterk geneigd om zonder veel voorbehoud de kant te kiezen van de media die de nota hebben gepubliceerd, zonder daarom meteen meer belang aan de nota te hechten dan dat die strikt genomen waard is, want er circuleren ongetwijfeld interessantere teksten in en rond de Wetstraat.
In de context van de lopende onderhandelingen en (in)formatiegesprekken zou men om te beginnen oog moeten hebben voor het perspectief van de politieke journalist. Die staat in het drukke informatieverkeer over de regeringsonderhandelingen in een hoogste ondankbare en ongelijke positie tot de politieke onderhandelaars. De nieuwsgaring in de context van zulke onderhandelingsgesprekken moeten journalistiek gesproken dicht in de buurt komen van wat oorlogscorrespondenten meemaken: er circuleert een constante overvloed aan 'informatie' en geruchten, maar zelden is die informatie factueel betrouwbaar, omdat het hele ritueel van zowel een oorlog als regeringsonderhandelingen noodgedwongen discretie, sereniteit en dus afleiding en manipulatie vereist.
De journalistieke realiteit aan de poorten van Hertoginnedal en andere vergaderplekken was er dan ook wekenlang één waarin er quasi onophoudelijk wordt gespind, gemanipuleerd, gelekt en tactisch gemaneuvreerd dat het een lieve lust is. De journalist heeft enkel de stellige zekerheid dat niets is wat het lijkt en dat de verspreide informatie doorgaans de ontberingen aan het hek van Hertoginnedal niet waard waren. De desinformatiestrategieën van talloze politici met hapklare 'autoraaminterviews' verdienen daarom nu reeds het etiket legendarisch. De nota van Dehaene was tot hier toe één van de schaarse journalistieke informatiemomenten die - weliswaar door een slordige opportuniteit die door Dehaene werd gecreëerd - toeliet heel even door te dringen tot de 'realiteit' achter de onderhandelingen. Daarom had die nota ontegensprekelijk politieke nieuwswaarde, ook omdat het hier voor een keer (wellicht) niet om een georchestreerd nummer ging. Dat volstond in dit geval ruimschoots om de publicatie van de 'schootnota' te rechtvaardigen. Er was geen enkele reden om meteen verontwaardigd de media van populistisch journalistiek opportunisme te verdenken.
Frank Thevissen doceert politieke marketing aan de VUB.
DS 30-08-2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|