Enkele post bekijken
  #1  
Oud 29th August 2007, 23:22
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Over de boeddhologisering van het Westen

"Het goddelijke is een Leegte, maar niets is zo vol als de leegte" - Ulrich Libbrecht over de boeddhologisering van het Westen


In zijn boeiende oeuvre vergelijkt Ulrich Libbrecht de grote godsdiensten met elkaar. 'Mensen horen me niet graag het boeddhisme boven het christendom stellen, omdat het botst met ons superioriteitsgevoel.'



VAN zijn levenswerk, de Inleiding comparatieve filosofie, verschijnt dit najaar het laatste deel: 3b. Daarnaast schrijft hij de jongste jaren aan de lopende band boeken over oosterse filosofie en de toekomst van God in het Westen. De door hem opgerichte School voor Comparatieve Filosofie streeft ernaar oosterse filosofie beter bekend te maken in het Westen. Daar zijn goede redenen voor, vindt de sinoloog-filosoof Ulrich Libbrecht.


- U hebt geen hoge pet op van de westerse wereld van vandaag. In Is God dood? hebt u het over 'die maatschappij van onwaarden, die thans haar donkere vleugels over ons uitstrekt'. U sneert naar 'wie niet te verstedelijkt is om ook nog eens op te kijken naar de sterren'. Uw boek 'Drakenaders van mijn landschap' begint met een parabel over een kip en een albatros, waarbij de kip de westerse filosofie verbeeldt.

,,Volgens het postmodernisme zitten we allemaal op een eiland en kunnen we elkaar niet bereiken. Ik vind dat we moeten proberen op te stijgen en het landschap te overzien. We kunnen geen totaalbeeld krijgen als we op ons eiland blijven zitten en de dingen beoordelen vanuit ons beperkte perspectief. Er zijn meer Chinezen en Indiërs dan Europeanen. Vroeger konden we dat probleem benaderen vanuit een vijandbeeld, maar dat kan niet meer. We moeten dialogeren, maar om te kunnen dialogeren moet je de taal, achtergrond en overtuigingen van de anderen kennen.

Ik ben geen historicus, maar één periode uit de geschiedenis ken ik heel goed: die van de westerse verovering van China. Ik weet heel goed hoe de missionering daar is verlopen. De jezuïeten zochten contact met Chinese denkers; ze wilden discussiëren over religie met ontwikkelde mensen - en die had je toen veel in China. Nou, dat was een flop. Chinezen vonden het christendom een gekke religie. Iemand schreef zelfs: ik kan niet begrijpen dat verstandige mensen als de jezuïeten zo'n belachelijke religie hebben. In 'Chine et christianisme' verzamelde Jacques Gernet getuigenissen over die cultuurclash. Pijnlijk grappige lectuur!''


- Wat bedoelt u met 'onwaarden'?

,,Alle denkbeelden die beweren dat alle problemen opgelost zijn als de economische vraagstukken van de baan zijn. Daarin volg ik Habermas, die stelt dat politiek en economie, macht en geld in onze beschaving met elkaar getrouwd zijn.

Het begrip verstedelijking begrijp ik als: afstand nemen van de natuur. Ik heb niets tegen stadsmensen; het is de stadsmens die de natuur heeft uitgevonden. Hij heeft er zich uit losgemaakt en pas dan kon hij het concept 'natuur' ontdekken. Het is als de vis die niet beseft dat water bestaat zolang hij erin rondzwemt.

Maar we kunnen de kosmos niet louter beschouwen als het huis van de mens. Het taoïsme heeft wel respect voor die immensiteit. Het is een natuurfilosofie, die aanvaardt dat de natuur wordt gedragen door iets mysterieus waar wij niet bij kunnen. Wij kunnen het leven niet begrijpen. We kunnen aspecten van een boom onderzoeken en begrijpen, maar de boom zelf blijft een wonder, want hij leeft. Oosterlingen zeggen: het goddelijke is een Leegte, maar niets is zo vol als de leegte. Je kunt ze wel ervaren, maar niet verklaren met je verstand.

Dat wereldbeeld heeft verstrekkende gevolgen, bijvoorbeeld voor de Chinese wetenschap. Die berust op directe waarneming: aandachtig aanwezig zijn bij de dingen. In het Westen werd de natuur overgebracht naar laboratoria en dierentuinen. De Chinezen deden dat niet: zij grepen niet in de natuur in. Ze waren ook heel precieze astronomische waarnemers. De hele nacht hielden ze de sterren in het oog, maar zonder na te denken over het waarom van die bewegingen. De Grieken waren veel slordiger in hun waarnemingen, maar zij bouwden theorieën op over de bewegingen van de planeten.''


- In uw hoofdwerk, de 'Inleiding comparatieve filosofie', vergelijkt u religies met elkaar. U onderscheidt stadia van godsbeelden.

,,Religies beginnen meestal met een heel volkse benadering van de godheid. Men cultiveert de do-ut-des-houding: ik zal U aanbidden, als U mij beschermt tegen zus of zo. Aangezien de mens verschillende behoeften heeft en heel wat gevaren hem beloeren, resulteert dat in een veelgodendom. De Grieken, bijvoorbeeld, begonnen met polytheïsme.

De kloof tussen poly- en monotheïsme laat zich nog het beste overbruggen in het henotheïsme, wat in India nog bestaat. Men stelt zich God voor in allerhande verschillende gestalten, maar men beseft heel goed dat het om dezelfde figuur gaat.

Monotheïsme brengt aanvankelijk een God voort zoals we die kennen uit het Oude Testament: een tiran. Die God ondergaat in het Nieuwe Testament, via Jezus, enkele correcties. Maar daarom verdwijnt de do-ut-des-houding nog niet. In de Middeleeuwen werden nog overal heiligen aanbeden.''


- Sterker nog: er worden elk jaar heiligen en zaligen bijgemaakt.

,,Ja, dat is eigenlijk christelijk polytheïsme. Het maakt niet uit of je het 'God' noemt of 'heilig': mensen kennen er krachten aan toe, branden er kaarsen voor om gunsten af te smeken. Zolang een religie do-ut-des is, is het geen religie, maar magie - dat zegt Boeddha. De ramadan met zijn strikte voedingsregels, die 's avonds plots eindigt, dat is ook magie.

Het boeddhisme is een monisme dat zich los heeft gemaakt van de gestalte van de enig overgebleven godheid. God is niet meer buiten ons, maar in ons. Dat klinkt heel etherisch, maar wij hebben allemaal de natuur van de Boeddha, van de verlichte mens. Die Boeddha-natuur draag ik in mij, maar ik moet hem ontwikkelen. Zo word je geleidelijk aan meer Boeddha. Enkelen hebben daarin het hoogste bereikt, zoals Gautama Siddhartha.

Mensen horen me niet graag het boeddhisme boven het christendom stellen, omdat het botst met ons superioriteitsgevoel. Onze christelijke mystici zitten echter op de boeddhistische lijn. Ruusbroec zegt: de mens moet zozeer van de minne - dus van de ervaring - bezeten zijn, dat hij zichzelf en God verliest. In het christendom geeft mystiek alleen maar problemen, want een mens kan nooit zodanig opstijgen dat hij samenvalt met God. Met die mystieke ervaring hebben de theologen altijd moeite gehad. Je kunt niet één worden met God, maar wel met jezelf, met je diepere natuur, je Boeddha-natuur.''


- U pleit voor een boeddhologisering van het Westen. Zijn er zoveel nadelen verbonden aan een verpersoonlijkte godheid?

,,Er zijn veel logische problemen aan verbonden. Een gepersonifieerde God heeft bijvoorbeeld eigenschappen. Oneindigheid is zo'n eigenschap. Je kunt oneindigheid alleen maar negatief definiëren: als het tegengestelde van 'van hier tot ginder'. Oneindig is bijgevolg van nergens tot nergens. Dat zegt toch niets? Het zijn inhoudsloze woorden. Kant verzette zich al tegen die loze eigenschappen.

Belangrijker is dat de christelijke en joodse God een transcendente God is. Hij bevindt zich niet op aarde, hij is onbereikbaar. Maar als God naar de hemel verbannen is, dan is de aarde van ons. Vandaar het westerse gebrek aan respect voor de natuur: dat is een rechtstreeks gevolg van de transcendentie van God.

Persoonlijk voel ik veel meer voor de boeddhistische benadering van God: we kunnen God niet beschrijven. God is een leegte voor ons, maar we kunnen wel een ervaringsrelatie opbouwen met die leegte, door onze persoonlijke Boeddha-natuur aan te spreken.''


- De vorm van religie die u bepleit, vereist wilskracht, aanvaarding, meditatie. Het is een religie die voor weinigen is weggelegd.

,,Er zijn ook niet veel mensen die de kwantumfysica begrijpen. Desondanks is de kwantumfysica het toppunt van de wetenschap.''


- In Drakenaders schrijft u over het verschil tussen oosters en westers mediteren. Daaruit blijkt dat het oosterse denken het Westen wel bereikt heeft, maar dat we het nog niet helemaal vatten.

,,Zenboeddhisten lachen met onze manier van mediteren. Wij denken dat we op een bankje moeten zitten, bepaalde kledij moeten dragen, enzovoort. Die ademhalingsoefeningen moeten alleen maar innerlijke rust voortbrengen. Meditatie is geen sport. Het is een levenshouding waarin je je openstelt voor het mysterie. Als ik een bloem zie en gedurende één minuut besef ik dat die bloem een wonder is, dan mediteer ik. Boeddhisten zoeken het wonder in de realiteit van de wereld.''


- Volgens u staat de Chinese filosofie voor het Worden, de Grieks-westerse voor het Zijn en de Indiase voor het niet-Zijn. Zit daar een lijn in? Van het eenvoudige Worden over het Zijn, naar het mysterie van het niet-Zijn?

,,Ja, en dat niet-Zijn is het geheim, het goddelijke. Dat is zijn*, met een sterretje. Ik heb ooit een cursus indogermanistiek gevolgd. Die wetenschap reconstrueert woorden van een taalstam waarvan we niet eens weten of ze ooit wel gebruikt zijn geweest. Die worden in de notatie gevolgd door een sterretje. Dat is ook zo voor het zijn*. Het is de diepste grond van alle dingen.''


- Drakenaders begint met een autobiografisch essay waarin u uw carrière schetst. Centraal daarin staat het 'bevel des hemels', de t'ien ming. Wat houdt dat precies in?

,,Het Chinese begrip t'ien ming bestaat uit twee woorden. T'ien is 'hemel' en de Chinezen verstaan onder 'hemel' de kosmos. Ik ben als eenmalig wezen uit die kosmos gekomen, met bepaalde talenten van die kosmos. Die talenten kun je niet wijzigen. Ming betekent lot én bevel. Je lot is die talenten te gebruiken; je kunt ze niet kiezen of wijzigen. Het bevel is de talenten te verdubbelen; dat is je ethische opdracht. Dat staat ook in het evangelie, in de parabel van de talenten, maar daar gaat het over geestelijke, spirituele talenten. T'ien ming is breder.''


- Het is een heel geruststellende gedachte: elk leven heeft zijn eigen doelgerichtheid.

,,Maar je kunt geen zin geven aan het leven op voorhand. Pas aan het eind van je leven weet je of je je persoonlijke bevel des hemels hebt uitgevoerd. Proberen je talenten te vinden en te verdubbelen, dat is al wat je te doen staat.''


Inleiding comparatieve filosofie, I: Opzet en ontwikkeling van een comparatief model, Van Gorcum: Assen, 564 blz., 1995.

Inleiding comparatieve filosofie, II: Culturen in het licht van een comparatief model, Van Gorcum: Assen, 652 blz., 1999.

Een glimlach uit het Oosten, Davidsfonds: Leuven, 68 blz., 2000.

Inleiding comparatieve filosofie, III a: Wetenschap, Zen en technologie, Van Gorcum: Assen, 558 blz., 2003.

Drakenaders van mijn landschap. Wat ik van het Oosten leerde, Lannoo: Tielt, 232 blz., 2003.

Is God dood? Zoektocht naar de kern van de spiritualiteit, Lannoo: Tielt, 292 blz. 2004.


Prof.dr. Ulrich Libbrecht is emeritus-hoogleraar Sinologische Studies en Chinese Filosofie, Boeddhologie en Comparatieve Filosofie aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte in Leuven.

©Copyright De Standaard, 19/08/2004 (Mark Cloostermans)
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden