Ministers van Staat
De titel van Minister van Staat is een eretitel en wordt toegekend aan (meestal politieke) personaliteiten die zich in het openbare leven bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt.
Het toekennen van de titel van Minister van Staat is het prerogatief van de Koning en gebeurt bij koninklijk besluit dat wordt medeondertekend door de Eerste Minister.
Bij de benoeming wordt er steeds over gewaakt om zekere evenwichten te behouden, zowel op communautair, partijpolitiek als filosofisch vlak.
Het is een eretitel die alleen protocollair van belang is, maar waaraan geen grondwettelijke gevolgen verbonden zijn en die in geen enkel geval leidt tot enig geldelijk voordeel, noch tot enige vergoeding.
De Ministers van Staat hebben recht op een zekere vorrang bij de organisatie van officiële plechtigheden en zij beschikken tevens, in die hoedanigheid, op een A-nummerplaat.
Zij zijn geen Lid van de Regering en, bijgevolg ook niet van de Ministerraad. Zij hebben evenmin de bevoegdheid om de besluiten van het Staatshoofd mede te ondertekenen.
De Ministers van Staat hebben, als Minister van Staat, geen toegang tot de Kamer van volksvertegenwoordigers of de Senaat.
De Ministers van Staat, onder het voorzitterschap van de Koning, vormen samen echter wel de Kroonraad.
Wanneer zij zetelen in de Kroonraad, dan hebben de Ministers van Staat uitsluitend bevoegdheid tot het verstrekken van advies aan de Koning, vermits de bevoegdheid tot het nemen van de werkelijke politieke beslissingen, volgens onze Grondwet, berust bij de Koning en Zijn Regering.
Tot nu heeft de Kroonraad vijf maal vergaderd :
-16 juli 1870 : uitbreken van de Frans-Duitse oorlog
-2 en 3 augustus 1914 : Duits ultimatum aan België
-2 mei 1919 : Verdrag van Versailles
-23 maart 1950 : Koningskwestie
-18 februari 1960 : Onafhankelijkheid van Congo.
www.belgium.be (=federale (!) portaalsite
)