Enkele post bekijken
  #1  
Oud 24th August 2007, 01:22
Barst's Avatar
Barst Barst is offline
Administrator
 
Geregistreerd op: Jun 2004
Locatie: L'burg
Posts: 16,562
Post Tien redenen waarom de formatie kwakkelt

Tien redenen waarom de formatie verbazend slecht vooruitgaat

Een analyse door Yves Desmet

Nee, het formatierecord is nog niet gebroken. Maar het is wel nooit eerder gebeurd dat er na twee maanden nog maar zo weinig vooruitgang is geboekt, zeker na een verkiezingsuitslag die nochtans niets aan duidelijkheid te wensen overliet. Tien redenen waarom de impasse niet vaak groter is geweest.


1. Bien étonnés de se retrouver ensemble

De hele Wetstraat was meer dan lichtjes van haar melk na de verkiezingsuitslag. Vooral de relatief meevallende uitslag van de liberalen en de nachtmerrieachtige van de socialisten had bijna niemand zien aankomen.

De beslissing van de Vlaamse socialisten om prompt de oppositie op te zoeken en de natte droom van Didier Reynders om op zijn beurt de PS eens aan de kant te laten, lieten plots alleen de mogelijkheid van een oranje-blauwe coalitie open, volgens de verkiezingsuitslag inderdaad de meest logische.

Alleen: niemand had dit verwacht, en dus ook niet voorbereid. Bij Open Vld waren ze zich al aan het warmlopen voor de oppositie, tussen christendemocraten en socialisten waren in de maanden voor de verkiezingen al discrete contacten geweest met het oog op een oranje-rode coalitie. Opeens werd duidelijk dat alleen een onvoorziene en dus onvoorbereide coalitie een kans had, maar men moest wel van een absoluut nulpunt vertrekken.


2. Wie zijn die mensen?

De laatste keer dat liberalen en christendemocraten elkaar nog eens rond een federale onderhandelingstafel zagen, dateert uit de periode Martens VII, mei 1988. Het is dus bijna twintig jaar geleden dat die twee politieke families hebben samengezeten. Dat betekent dat ze elkaar absoluut niet meer kennen, want de contacten tussen Vlaamse christendemocraten en liberalen waren de afgelopen jaren op de vingers van een hand te tellen. Waarbij Guy Verhofstadt er bovendien nooit een geheim van maakte dat 'tjeventreiterij' een van zijn geliefkoosde hobby's was.

Net zoals de relatie tussen Didier Reynders en Joëlle Milquet herinneringen oproept aan de beroemde dialoog tussen Winston Churchill en Lady Astor: "Winston, als ik je man was, zou ik je thee vergiftigen."

"Mevrouw, als ik uw man was, zou ik hem leegdrinken."

Het water was onpeilbaar diep geworden en het duurt wel even voor iemand dan een frisse duik durft te nemen.


3. Grote overwinningen, kleine resultaten

Niemand in dit land heeft ooit meer voorkeurstemmen gehaald dan Leo Tindemans, niemand heeft daarna ook minder met die politieke macht kunnen doen. Leterme is tweede geworden in dat historische poppolllijstje, en al is een historische parallel niet noodzakelijk, er speelt wel hetzelfde mechanisme. Hoe succesvoller een politicus, hoe minder men hem gunt. Dat hij het nu maar eens bewijst met zijn goed bestuur, laat hem maar eens op zijn bek gaan, doorprik de mythe Leterme. Het zijn niet de meest nobele, maar wel zeer menselijke sentimenten die de dynamiek van de onderhandelingen lamleggen.


4. Principes zijn mooi, maar niet efficiënt

Yves Leterme heeft zijn overwinning mede te danken aan een zeer principieel Vlaams programma, dat hij ten behoeve van de stemmen in de Vlaamse kieskring zwaar in de verf heeft gezet. De splitsing van B-H-V eiste hooguit vijf minuten politieke moed, klonk het ooit. Daar scoor je mee in het stemhokje en op de tribune van het Vlaams Parlement, aan een federale onderhandelingstafel iets minder. Integendeel zelfs, daar verhard je alleen de standpunten van de overkant mee. En er bestaat nu eenmaal geen middel om de Franstaligen van de tafel weg te toveren, dus moet je naar een compromis. Het is een simpele wet van de bewegingsleer: van hoe verder je vertrekt, hoe meer tijd je nodig hebt om naar het midden te komen.


5. Alles heeft zijn prijs

Het vergt totaal andere kwaliteiten om een populair politicus te worden, dan om er een te zijn. De overwinning van het kartel kwam er mede door enkele geslaagde mediastunts die in Vlaanderen op goedkeurend geknik tot gejuich werden onthaald. Met wat namaakgeld naar de scheepslift van Strépy, de vaststelling dat Walen blijkbaar intellectueel in de onmogelijkheid verkeren om Nederlands te leren. Lachen, gieren, brullen en Vlaamse stemmen incasseren, zeker, maar daar staat wel tegenover dat de andere kant redelijk diep in de ziel getroffen werd. Ook emotioneel, en men wil wel eens vergeten dat emotie een van de meest krachtige want irrationele elementen in een relatie kan zijn. Een verzoening in een huwelijk verloopt ook wat stroever als de ene partner tot voor kort de andere voor rotte vis heeft uitgemaakt.


6. Partners: een zegen, een vloek

MR en CD&V hebben beide electorale doping gebruikt. Door een kartel aan te gaan met respectievelijk FDF en N-VA hebben ze hun electorale aandeel kunstmatig kunnen opvijzelen, maar ze kunnen Olivier Maingain en Bart De Wever nu moeilijk bedanken voor bewezen diensten en dus moeten ze rekening houden met de verzuchtingen van deze mensen.

Wetende dat Bart De Wever stilletjes droomt van een onafhankelijk Vlaanderen, terwijl voor Olivier Maingain de stadsgrenzen van Brussel tot ergens in de buurt van Deurne zouden mogen lopen, is dat geen makkelijke oefening. Om niet te zeggen een zogoed als onmogelijke. Maingain weet immers dat hij zijn status van populairste Brusselse politicus te danken heeft aan zijn onverzettelijke opstelling, De Wever weet dat elke toegeving onmiddellijk afgestraft zal worden door de masochistische Vlaamse beweging, die verkikkerd is op nederlagen en gezichtsverlies. Bovendien zou hij zo de prille electorale levensvatbaarheid van de N-VA weer in gevaar brengen: met het Vlaams Belang en Lijst Dedecker is er geen gebrek aan concurrenten op de Vlaams-radicale rechterzijde, die zelfs ieder begin van een compromis genadeloos zullen afschilderen als puur landverraad. Het is moeilijk een compromis te bereiken wanneer de electorale toekomst van je kartelpartners afhangt van het niet bereiken van zo'n compromis.


7. Too little, too soon

Het ritme van de politieke geschiedenis verloopt volgens vaste kalenders, waarvan die van de verkiezingen de belangrijkste is. Dat permanente overlevingsgevecht voor de eigen carrière, uniek kenmerk van het politieke beroep, is in frequentie nog verhoogd, sinds bij een vorige staatshervorming federale en regionale verkiezingen gescheiden werden. De volgende afspraak met de kiezer is er al in 2009.

Een andere wetmatigheid in de Wetstraat is dat in het jaar voor de verkiezingen het politieke leven in het teken van de campagne gaat staan en er minder ruimte voor beleid overblijft. Dat maakt dat deze coalitie, als ze er al komt, hooguit één nuttig jaar heeft. Wie durft dan het risico aan om water bij de wijn te doen? Wetende dat de Waalse socialisten in het zuiden en Vlaams Belang en Lijst Dedecker in het noorden gretig klaar staan om de communautaire oppositietrom te roeren?

In zo'n tijdsgewricht is het lang niet evident om uit de loopgraven te komen en naar een compromis toe te werken. De suggestie van José Happart (PS) om Verhofstadt de lopende zaken te laten beredderen tot in 2009, om er dan echt werk van te maken, is natuurlijk surrealistisch, maar de gedachte heeft al wel menig onderhandelaar op Hertoginnedal bekropen.


8. Halsstarrig en 'ferme'

Ook al heeft Yves Leterme voor het kasteeloverleg gekozen, toch bestaat het enige verschil met de opendebatcultuur erin dat de deelnemers eerst een oprijlaan moeten aflopen voor ze open en bloot alles aan de pers zeggen. Niets discretie, het overleg is lek als een vergiet. Dat duidt niet alleen op groot wantrouwen binnen de kasteelmuren, het geeft de pers ook dagelijks munitie om de onderhandelaars onder druk te zetten. Bovendien is een nationaal persoverzicht maken stilaan onmogelijk: de kranten en zenders lijken wel te berichten over andere landen.

Wat in Vlaanderen 'het eeuwige non' heet, wordt in Wallonië een bewijs van verzet en degelijkheid, wat in Vlaanderen 'halsstarrig negativisme tegen een logisch confederalisme' heet, wordt in Wallonië een bewijs van 'fermeté' tegen de separatistische tendenzen die zij aan de tafel vermoeden. Er wordt daarbij langs beide kanten van de taalgrens niet op een cliché of een karikatuur meer of minder gekeken en de onderhandelaars kijken natuurlijk met argusogen toe hoe ze worden afgeschilderd voor hun eigen publieke opinie. Dat, in samenloop met punt zeven, zorgt voor niet al te veel beweging in de standpunten.


9. De aard van het beestje

Guy Verhofstadt ging met regelmaat onder de lat door die hij voor zichzelf legde, maar hij legde wel een lat: een visie en project dat hij met soms onuitstaanbaar enthousiasme en voluntarisme verdedigde. Hij beukte, sloeg en zalfde, charmeerde iedereen die langer dan tien minuten met hem in een kamer dorst te blijven. Hij deed dat ook met een zelfverzekerdheid, gestoeld op de wetenschap dat hij al zowat dertig jaar de onbetwiste numero uno van zijn partij was.

Bij Leterme ligt dat anders: ondanks zijn stemmenaantal en de absolute macht die hij daaruit betrekt, voelt hij zijn leiderschap nog steeds niet als vanzelfsprekend aan.

Hij beschouwt zichzelf eerder als het resultaat van omstandigheden, de man die klaarstond toen de lift weer omhoogging, maar hij heeft (nog) niet het natuurlijke gezag dat Verhofstadt uit iedere porie uitstraalde.

Die onzekerheid verklaart voor een stuk de nijdigheid en het soms rancuneuze gedrag van Leterme, die permanent op zoek is naar vijanden en complotten tegen zijn persoon. Die zijn er natuurlijk ook, maar een leider die zich daardoor laat afleiden, komt niet meer aan leiden toe.

Het is een latente vorm van paranoia, die hoe dan ook overstraalt op de anderen.

Wanneer er geen geloof in een project en een visie wordt uitgestraald, zoals Verhofstadt dat deed met paars ("de eerste regering in vijftig jaar zonder christendemocraten!") of met de actieve welvaartsstaat ("het samenbrengen van het mooiste van het liberale en socialistische gedachtegoed!"), ontbreekt een ontstekingsmotor in de gesprekken.

Zonder zo'n project, of het nu later ingevuld raakt of niet, verzandt men vlug in de kat uit de boom kijken, aftasten en verdedigingsvoetbal, en vooral in het vermijden van de zwartepiet. Risicovermijdend gedrag leidt dan tot helemaal geen actie.


10. De helden zijn moe

Het klinkt niet populair, maar politiek is een hondenstiel. De onderhandelaars zijn eigenlijk al sinds april onafgebroken en meer dan fulltime bezig. Met de campagne, de verkiezingen, de naweeën, de onderhandelingen. En zelfs een politiek lichaam heeft fysieke en mentale grenzen, zeker omdat de inzet telkens zo verdomd hoog is. Het gaat niet om het halen van een budgetje of een deadline, het gaat om het voortbestaan van je organisatie, om de macht, om de verwachting om te kunnen gaan met miljarden overheidsgeld, een samenleving te veranderen of minstens te laten bewegen, maar ook om brandende persoonlijke ambities.

Wanneer Yves Leterme de laatste dagen een paar pure beginnersfouten begint te maken (persconferenties op het o zo Vlaamse Martelaarsplein, het uitlekken van onvoldragen formatienota's, het zelfs niet in de hand houden van het vergaderritme), dan heeft dat meer dan waarschijnlijk met concentratieverlies door oververmoeidheid te maken.

Op het gevaar af nog meer kritiek op de traagheid van de besprekingen te krijgen, zou de formateur misschien voor hemzelf en zijn formatieberaad een kleine rustpauze kunnen inbouwen.

Even uitblazen en bedenken hoe hij een uitweg vindt uit het labyrint waarvan hij voor een behoorlijk stuk mee de architect is geweest.


DM, 10/08/2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
Met citaat antwoorden