Verhofstadt ziet Europese grondwet grotendeels gered
Verhofstadt ziet Europese grondwet grotendeels gered
Tegen het einde van het jaar zal de Europese Unie over een nieuw verdrag beschikken waarin de inhoud van de Europese grondwet grotendeels behouden blijft. Die conclusie heeft premier Guy Verhofstadt zaterdagochtend getrokken na afloop van de Europese top in Brussel. Maar door de opeenstapeling van protocollen, verklaringen en vrijstellingen in het nieuwe verdrag is de werking van de EU allerminst eenvoudiger en transparanter geworden.
"Ons opzet was de inhoud van de grondwet redden, en dat is in grote mate gelukt", zo verklaarde Verhofstadt. De Europese grondwet heeft weliswaar zijn constitutionele allures verloren, maar volgens de Belgische delegatie beschikt Europa met dit verdrag niettemin over voldoende middelen om efficiënt te functioneren. "Als je de grondwet vergelijkt met dit verdrag, dan zal er in de praktijk weinig verschil zijn", oordeelde minister van Buitenlandse Zaken Karel De Gucht.
Premier Verhofstadt erkende evenwel dat één van de doelstellingen van de grondwet -het vereenvoudigen van de Europese verdragen- niet is bereikt. Hier en daar werd het nieuwe verdrag schamper omgedoopt tot "het protocollenverdrag". "De grondwet had de bedoeling leesbaar te zijn. Dit verdrag had de bedoeling onleesbaar te zijn en dat is zeker gelukt", beaamde De Gucht.
Poolse bezwaren
Het voorbeeld bij uitstek is het complexe compromis dat met Polen is gesloten over de besluitvormingsprocedures en de stemmenweging in de raad van ministers. Tot 2014 blijft het voor Warschau lucratieve systeem van Nice van kracht. Nadien volgt een overgangsperiode van drie jaar waarin de lidstaten op basis van een berekening uitgaande van de vierkantswortel van de bevolking een beslissing makkelijker kunnen blokkeren. In 2017 wordt automatisch overgeschakeld op het systeem van de dubbele meerderheid van lidstaten en bevolking.
Nadat de Poolse bezwaren over de besluitvorming onder impuls van de Britse premier Tony Blair en de Franse president Nicolas Sarkozy waren weggewerkt, legde het Duitse EU-voorzitterschap een compromis op tafel dat voor België onaanvaardbaar was. "Op een bepaald moment hadden we een tekst die veel rekening hield met degenen die bezwaar hadden tegen de grondwet, maar die veel te weinig rekening hield met zij die de grondwet geratificeerd hebben", zei Verhofstadt. Hij vond naar eigen zeggen steun bij landen als Spanje, Italië, Griekenland, Luxemburg, Malta, Hongarije en Oostenrijk. "We hebben het Europese belang verdedigd. Soms voelden we ons daarbij toch heel alleen", voegde De Gucht eraan toe.
Nederland en Groot-Brittannië halen slag thuis
Toch haalden Nederland en Groot-Brittannië hun slag grotendeels thuis. Nederland vroeg een versterking van de rol van de nationale parlementen. Uiteindelijk staat in de tekst dat een meerderheid van de parlementen aan de alarmbel kan trekken indien ze vindt dat de Europese Commissie met een bepaald voorstel buiten haar bevoegdheden treedt. Indien dat standpunt wordt bevestigd door 55 procent van de lidstaten en een meerderheid van het Europese Parlement, verdwijnt het voorstel in de prullenmand.
De Britten haalden dan weer een vrijstelling (opt out) voor het handvest van de grondrechten binnen. Verhofstadt beklemtoonde wel dat het handvest juridisch bindend wordt voor de Europese instellingen en de andere lidstaten. Ook toonde hij zich tevreden over het feit dat een passus geschrapt werd die Polen een Europese vrijgeleide zou bieden om binnenlandse wetgeving goed te keuren op het vlak van "publieke moraal" en "familierecht".
Verhofstadt nam ook genoegdoening met een verklaring waarin de primauteit van het Europese recht op de nationale wetgeving wordt bevestigd. Hij putte voorts tevredenheid uit de versoepeling van de regels over versterkte samenwerking. Ook na de toetreding van nieuwe lidstaten zullen er slechts negen lidstaten nodig zijn om via een versterkte samenwerking de Europese integratie vooruit te duwen.
De premier beklemtoonde ook de vooruitgang op het vlak van het buitenlands beleid. De 'Europese minister van Buitenlandse Zaken' zal weliswaar slechts als 'Hoge Vertegenwoordiger van de Unie voor het Buitenlandse Zaken en Veiligheidsbeleid' door het leven gaan, maar hij behoudt zijn dubbele hoed: voorzitter van de raad van ministers van Buitenlandse Zaken én vicevoorzitter van de Europese Commissie én baas van de toekomstige Europese diplomatieke dienst.
De consensus die de staatshoofden en regeringsleiders zaterdag bereikten, moet nu de volgende maanden in concrete verdragsartikelen worden gegoten door nationale experts. Die artikelen worden ingepast in het verdrag van Maastricht uit 1992 en het verdrag van Rome uit 1957, dat omgedoopt wordt tot "verdrag over de werking van de Unie". Gehoopt wordt dat het verdrag in de loop van volgend jaar in alle lidstaten geratificeerd kan worden. Sarkozy, Blair en de Nederlandse premier Jan Peter Balkenende hebben alvast argumenten op zak om een referendum te vermijden. Indien het ratificatieproces vlot verloopt, zou de Unie tegen de Europese verkiezingen van 2009 over nieuwe fundamenten moeten beschikken. (belga/dm)
Blog DM, 23/06/2007
__________________
"Never argue with an idiot, they'll just bring you
down to their level and beat you with experience." (c)TB
|